"Ik woonde in die tijd in Utrecht, en ging daar naar de Cinemanifestatie van Hubert Bals, in Camera en Studio. Daar zag ik mijn eerste rare films, dat vond ik fascinerend. Ik kocht daar dan een vijf-rittenkaart voor, wat echt niet al mijn klasgenoten deden hoor. En dan had je na de film onder in die werfkelders, in Cinecave, discussies met makers. Grote namen hoor, Godard bijvoorbeeld, en dan was de voertaal Frans. Ik stelde dan ook een vraag, in het Frans, en dan kreeg ik gewoon antwoord van een grote filmregisseur. Dat maakte een enorme indruk op me. Die entourage, die internationaliteit, dat was fantastisch, daar wilde ik bij horen."
65 Jaar Filmacademie: Digna Sinke
De Filmacademie bestaat 65 jaar! Om dit te vieren krijgt Eye Filmmuseum toegang tot alle afstudeerfilms vanaf de start in 1958, waarvan sommige sinds het eindexamen niet meer zijn vertoond. De films worden de komende jaren opgenomen in de collectie van Eye. Een selectie is te zien op de Eye Film Player. Wij spreken daarom kort met de makers. Digna Sinke studeerde in 1972 af met haar film Groeten uit Zonnemaire.
Door Michael Oudman15 oktober 2024
Wat heeft de Filmacademie voor jou betekend?
"Heel veel. Vier jaar focus je met je klasgenoten volledig op film. Ik was pas achttien, dus tegelijkertijd werd ik toen volwassen. Ik had nog niet zoveel levenservaring, dus alles was nieuw. Je ziet van alles en je praat daarna over wat je gezien hebt. Ik was ook nog niet met film bezig. We praten over 1968 toen ik begon, het was toen nog zeer ongebruikelijk om een eigen camera te hebben. Ja, er was 8mm, maar dat was meer iets waar ouwe mannen vakantiefilmpjes mee maakten, zal ik maar zeggen."
Wat is de grootste les geweest?
"De lessen van Harry Kümel vond ik heel belangrijk. Hij gaf filmanalyse, maar leerde ons tegelijkertijd ook praktische dingen. We speelden een filmscène na van Von Sternberg, waarbij we ook vóór de camera moesten staan, waardoor je ineens begreep wat je als regisseur of camerapersoon aanricht op het moment dat je iemand filmt met je camera. Ik leerde er ruimer door te denken. Toen ik begon, was mijn grote liefde fotografie. Vanaf mijn veertiende had ik een fotocamera en een donkere kamer, en trok ik de stad in om te fotograferen wat ik belangrijk vond. Maar toen ik op de Filmacademie kwam, was het nog ondenkbaar dat je als meisje cameravrouw zou worden, dat was nog iets heel zeldzaams. Je moet ook weten dat de camera’s toen nog veel en veel zwaarder waren dan nu, het was veel fysieker. De docenten waren nou ook niet van dien aard dat ze het acceptabel vonden als je je als meisje met die dingen bemoeide."
“Toen ik op de Filmacademie kwam, was het nog ondenkbaar dat je als meisje cameravrouw zou worden.”
Digna Sinke
Kreeg je daardoor meer bewijzingsdrang?
"Nee, ik ben me toen juist heel snel multi-dienstbaar gaan opstellen. Ik heb geluid gedaan, ben assistent geweest, scriptgirl, maar uiteindelijk werd montage een beetje mijn ding. Een film waarvan de regisseur niet wist hoe hij verder moest heb ik als een soort plaatsvervangend regisseur afgemaakt. Eigenlijk deed ik klusjes. In het laatste jaar, we waren een heel democratisch jaar, hadden we als klas de hele macht naar onszelf getrokken. We gingen zelf bepalen welke films gemaakt mochten worden, en iedereen mocht een scenario indienen. Dus ook cameramensen of geluidsmensen. Mijn scenario werd door de klas heel snel gezien als iets wat gemaakt moest worden. Toen werd ik per ongeluk regisseur. Ik vond het toen zó moeilijk om Groeten uit Zonnemaire te maken, had het gevoel dat ik nul controle had, het veel te ingewikkeld vond, dat iedereen het beter wist. Ik had geen idee hoe ik het moest doen. Terwijl, als ik hem nu achteraf zie, is het best wel een Digna-film. Daar was ik me toen helemaal niet van bewust, ik voelde me heel wanhopig en had er geen plezier in. Daarna ben ik nog kunstgeschiedenis gaan studeren omdat ik dacht dat het niets meer met film zou worden. Maar toen ging mijn film Van Gogh aan de muur door, die had ik ingediend bij Beeldspraak. Die ging over een reproductie van Van Gogh, niet eens een echte. Toen heb ik mijn examen voor kunstgeschiedenis laten vallen omdat ik al met de opnames bezig was, en daarna ben ik écht bekeerd tot film."
Uiteindelijk heb je ook films geproduceerd.
"Mijn man was producent van Studio Nieuwe Gronden, en overleed in 2001. Toen waren er twee films halverwege, een film van Louis van Gasteren en een film van Nicole van Kilsdonk. Die heb ik toen afgemaakt, want ik wist toch het beste wat voor films dat waren. Ik wist alle dingen te liggen, ik kende die mensen, had veel werkkopieën gezien. Zelf was ik toen met drie films bezig als regisseur, maar die werden alle drie afgewezen door het Filmfonds. Toen dacht ik, dan moet ik nu in godsnaam maar producent worden. Eén van die films, Lemmingen, ging trouwens over de Filmacademie. Als producent kom je meer onder de mensen dan als regisseur, en dat heeft me door de rouwperiode gesleept. Als regisseur heb je wel draaidagen, maar je zit vooral op je eigen zolderkamertje, of in mijn geval het souterrain, over je eigen project te tobben. Terwijl, als producent komen mensen naar je toe, heb je gesprekken, moet je iets voor elkaar krijgen. En dat bleek ik goed te kunnen."
Je lijkt gefascineerd door vergankelijkheid.
"In eerste instantie was ik me daar niet bewust van, maar gaandeweg ben ik dat zelf ook wel gaan zien. Het zijn eigenlijk vooral anderen die me daarop wijzen. Belle van Zuylen gaat meer over gevoel of verstand, maar vooral Tiengemeten en Niets voor de eeuwigheid, en zelfs mijn film over de schoolkrant hebben wel echt vergankelijkheid als thema. Ik ben niet bang voor vergankelijkheid, maar het fascineert me. Mensen lopen een tijd rond op de wereld, en zijn dan ineens weg. Sommige dingen houden het juist lang vol, iets anders verdwijnt en duikt weer op, je maakt iets en dat verdwijnt. Dat vind ik heel grappig."
En dat maakt je niet somber?
"Nee, nee daar word ik niet somber van. Ik vind het meer wonderlijk."
Nu filmmaken, of vroeger filmmaken?
"Als ik het geworstel van mezelf zie bij die eerdere films, merk ik dat ik nu veel meer plezier heb in het maken. Vroeger vond ik het heel eng om niet te weten hoe het moest. Ik ben nu bijna klaar met Hemelsleutel, en dan is zo’n draaiperiode op een set, met allemaal mensen om je heen, dingen uitproberen, eigenlijk niet weten hoe het moet, juist spannend. Ik vind het ook geweldig dat ik op mijn leeftijd ook nog het grote avontuur van filmmaken wil aangaan."
Je denkt dus nog niet over stoppen.
"Nee, eigenlijk niet. Ik heb net een nieuwe camera gekocht. Ik ga nu niet nog eens een tiendelige serie voor een streamer maken, ik weet niet of ik dát nou echt leuk vind. Maar ik doe mezelf echt een groot plezier wanneer ik met mijn eigen camera op stap ga, naar een of andere plek die ik niet ken, en probeer vast te leggen wat mij fascineert in die plek."
Wat wil je toekomstige afstudeerders meegeven?
"Ik stond gisteren op het podium in Utrecht, waar ik nog een wildcard mocht uitreiken voor het Filmfonds, voor een nieuwe documentaire. De presentator vroeg wat de bron van mijn succes is, en toen antwoordde ik dat het uithoudingsvermogen en volharding zijn. En een soort eigenwijsheid. Later op de avond raakte ik nog in gesprek met jonge mensen, die vonden het fijn om te horen dat ik ook benoemde dat er nog steeds projecten van mij worden afgewezen door het Filmfonds. Ik heb maar heel weinig projecten die meteen geld kregen. Daarom: uithoudingsvermogen en volharding."
Eye Film Player
De Nederlandse Filmacademie bestaat 65 jaar. Stream op de Eye Film Player een bijzondere selectie afstudeerfilms uit 65 jaar Filmacademie-geschiedenis. Maandelijks wordt een film toegevoegd.