Kermisvermaak
Bewaren is vóór de Tweede Wereldoorlog in de filmwereld een onbekend woord. Film is een wegwerpartikel. Als het publiek uitgekeken is op een film, wordt hij vernietigd. Niemand mist oude films, want alles draait om nieuwe. Film is kermisvermaak, vluchtig amusement. Het besef dat films cultureel erfgoed zijn, ontbreekt niet alleen in Nederland, maar overal in de internationale filmwereld. Pas in de jaren dertig verandert dat. Langzaam breekt het inzicht door dat films cultureel waardevol zijn en dus belangrijk om te bewaren. In 1936 wordt in Parijs een filmmuseum opgericht (La Cinémathèque française), twee jaar later volgt België met de Cinematek in Brussel.