De HKU, de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, was de plek waar Alexander Bierling (1996) en Owen Buckley (1998) elkaar ontmoetten. “We hadden gelijk een klik, we hebben dezelfde interesses en dezelfde soort humor. We schoppen graag tegen dingen aan en we brengen graag mensen aan het lachen”, vertelt Alexander. Wanneer ze elkaar leren kennen, hebben ze beiden al ervaring met het maken van filmpjes. Owen: “Toen ik twaalf of dertien was begon ik met het maken van fimpjes voor YouTube, gewoon om een beetje te kutten met vrienden.” Voor Alexander begon het rond dezelfde tijd. “Ik gooide mijn filmpjes alleen niet op YouTube. Op m’n achttiende begon ik editten écht leuk te vinden. Eerst maakte ik anime-muziekvideo’s, en uiteindelijk evolueerde het tot zelf authentieke dingen willen maken.”
Die authentieke dingen zijn inmiddels dus 3D-animatiefilms. “Mijn eerste wow-moment was toen ik in 3D-animatie stapte, en tijdens de allereerste les een raket moest maken. Ik kwam erachter dat je in het programma vuureffecten kon maken. Ik vond dat zo geweldig dat ik er zoveel in stopte dat toen ik op play drukte de hele computer in één keer uitvloog. Toen wilde ik er dus achter komen hoe het wel zou werken. Daarmee ontstond een enorme drive om het uit te vogelen, en om na te denken over verhalen die ik met deze technieken kan vertellen. Uiteindelijk kwam ik erachter dat de verhalen het belangrijkste zijn voor mij.”
Blik op de toekomst: Alexander Bierling en Owen Buckley
Vol goede moed en met een ongebreideld enthousiasme komen elk jaar weer net afgestudeerde filmmakers van hun opleiding af om hun nieuwe ideeën met de wereld te delen. En dan zijn er nog de autodidacten, die zelf hun weg vinden in de wondere wereld van film. Eye spreekt met deze nieuwe makers, wier namen misschien voor altijd gaan horen bij de klassiekers van morgen.
Door Michael Oudman02 december 2024
Met hun animatiefilm Questbound: Forbidden Ventures Of The Undead Soul waarmee ze afstudeerden aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, stalen ze de harten van vele kijkers. Alexander Bierling en Owen Buckley, schrijvers, animatoren maar vooral ook vrienden, vertellen over sneller een richting kiezen, geduld en een toekomstig hypothetisch puntensysteem voor het toekennen van subsidies.
“We hadden gelijk een klik, we hebben dezelfde interesses en dezelfde soort humor. We schoppen graag tegen dingen aan en we brengen graag mensen aan het lachen.”
Alexander Bierling
Voorlopig is het Utrechtse duo niet in staat zichzelf te bedruipen met het maken van hun eigen films. Alexander werkt freelance en Owen werkt voor een ontwerpstudio. Om te kunnen leven van het maken van films is een lange adem nodig, legt Alexander uit. “Waar ik tegenaan loop bij het Nederlands Filmfonds is dat je soms drie of vier maanden moet wachten op een reactie nadat je je pitch hebt ingestuurd. In die periode is alles onzeker, terwijl je graag meteen aan de slag wil met je idee. En dan heb je ook nog geld nodig om van te leven. Voor animatiefilms moet je de pre-productie al af hebben voordat je pitch aanlevert. Daarmee vraag je dan budget aan voor de pre-productie om de pre-productie opnieuw te doen.” Dat neemt niet weg dat het een waardevol proces is. Alexander: “Ik vind dat het Nederlands Filmfonds inhoudelijk erg sterke feedback geeft. Het werkt voor mij heel motiverend om te horen dat ze een idee in de basis goed vinden.” Crowdfunding is wat Owen betreft een alternatief dat de rol van het Filmfonds niet kan vervangen. “Het is een ander soort financiering, waarbij de kritische rol van het Filmfonds wegvalt. Er zijn ook wel redelijk wat schandalen rondom Kickstarter geweest, waarbij gefunde dingen nooit zijn gemaakt. Dat waren voornamelijk games en bordspellen, maar er is toch wat wantrouwen ontstaan bij het publiek. Ik probeer zelf ook te kijken naar wat er commercieel aan kan slaan, Alexander heeft dat wat minder.” Alexander: “Er zit soms een moeilijke balans in wat het Filmfonds wil. Aan de ene kant willen ze de stem van de maker heel erg horen, en aan de andere kant willen ze gewoon een bepaalde doelgroep waar je je film op mikt zodat ze de zekerheid hebben dat mensen ook echt de film gaan bekijken. Het is een hele dunne lijn.”
Alexander en Owen werken samen, maar hebben beide hun eigen discipline, vertelt Owen. “Alexander is in het verleden wel technisch bezig geweest, maar is eigenlijk altijd de schrijver geweest. Hij heeft ook echt schrijfcursussen gedaan. Ondertussen was ik altijd al technisch bezig. Ik wil graag dingen uitbeelden. Ik ben meer conceptueel bezig, doe meer handwerk.” “Daardoor is onze samenwerking heel fijn”, vult Alexander aan. “Soms schrijf ik iets wat in mijn hoofd supercool is. Dan vraagt Owen: ‘Hoe gaat iemand dit ooit tekenen? Hoe gaan we dit in 3D maken?’ Uiteindelijk komen we samen dan uit bij een haalbaar concept.” Zo is er bijvoorbeeld slim gewerkt om in beperkte tijd toch een film met een dialoog te kunnen maken. “Vaak zit er in animatiefilms geen echte dialoog, gezichtsanimatie kost namelijk veel tijd. Wij hebben er daarom voor gekozen om een skelet met een klapperend gezicht en een ridder met een masker te kiezen. Vaak gebruiken filmmakers een voice-over als oplossing, maar ik vind het interessanter als het personage ook gewoon echt spreekt, en een Shakespearean dialoog aan kan” aldus Alexander.
Hun inspiratie is lastig in één zin te vatten. Van vroege YouTube-animaties tot Shakespeare en manga en van de documentaire Wognum tot Gretta Gerwigs Lady Bird. Zelf werkt het duo ook genre-overstijgend. Zo wordt er nu bijvoorbeeld gewerkt aan een grapic novel, waarbij Owen als art-director en illustrator werkt en Alexander schrijft. Owen: “We hebben gemerkt dat er niet per se heel veel interesse is voor storyboards bij producenten, maar er zijn wel elk jaar tien comics die een Netflixshow krijgen. We denken dat het misschien makkelijker is om op deze manier in te stappen dan meteen met een film.” Alexander: “Ik ben ook nog bezig met een boek en we hebben nog wat pitches bij het Filmfonds. Dat zijn alleen nog maar scripts. Hopelijk gaat één daarvan de lucht in waardoor we weer lekker een film kunnen maken. We hebben daar gewoon veel lol in. Owen is één van mijn beste vrienden die mij veel kan leren over het technische aspect.”
“Soms schrijf ik iets wat in mijn hoofd supercool is. Dan vraagt Owen: ‘Hoe gaat iemand dit ooit tekenen? Hoe gaan we dit in 3D maken?’ Uiteindelijk komen we samen dan uit bij een haalbaar concept.”
Alexander Bierling
Hun film Questbound: Forbidden Ventures of the Undead Soul is niet zo zeer een idee an sich geweest, maar meer het resultaat van verschillende concepten en ideeën. Tijdens feedbackrondes kristalliseerde het zich uit tot de huidige film. “De volgende keer moeten we gerichter schrijven”, legt Alexander uit. “Je moet niet al je ideeën in één film proberen te stoppen.” Het resultaat is een animatiefilm waarbij de twee hoofdpersonages onverwacht warme gevoelens voor elkaar blijken te hebben. “We vinden mannelijke onzekerheid heel erg grappig”, aldus Owen. Alexander vult aan. “Onze doelgroep was wijzelf, waardoor het heel makkelijk leek. We vinden elkaar heel grappig namelijk. Maar onze leraren vonden dat minder. Uiteindelijk moet je het aan hun verantwoorden. Het eindresultaat is echt een mengelmoes van verschillende scripts. Ik heb in totaal veertigduizend woorden uitgetikt voor alle versies.” Uiteindelijk heeft de film het beoogde resultaat behaald. Te midden van meer serieuze films was het Questbound dat meermaals festivalzalen in lachen deed uitbarsten. De film heeft ze ook een producent opgeleverd, en dat is goed nieuws wat Alexander betreft. “Persoonlijk vind ik het wel heel erg fijn om iemand te hebben die alle contacten binnen het werkveld heeft, en waar je ideeën mee kunt delen. Het is een soort van kwaliteitscontrole. Onze producer heeft vaker met het Filmfonds gewerkt, en is ook door de selectie heen gekomen.”
Het zijn de zelfstandigheid en de manier van werken die het duo zo aanspreken in animatie. Geen enorme crew, aan wie ideeën moeten worden overgedragen, geen tekort aan beeldmateriaal en veel minder verantwoordelijkheid voor veel mensen. Maar, geen genre dat vrij is van stigma’s. Hoe kijken zij daar naar? Alexander: “Het wordt door veel mensen als een kinderlijk medium gezien. Ik denk dat er wel een shift komt dat volwassenen ook meer geïnteresseerd raken in volwassen animatiefilms. Met Questbound is het gelukt een volwassen publiek te entertainen. Een recent uitgekomen show, Arcane, van Fortiche Studios, heeft ook een volwassen publiek geraakt met een 3D-animatiserie.” Betekent die acceptatie dat animatie ook een rol kan spelen in non-fictie? Owen: “Ik heb er eigenlijk nog nooit over nagedacht dat het een optie zou kunnen zijn om een non-fictiefilm volledig te animeren, maar het lijkt me wel cool.” Alexander: “Ik zag laatst een HKU-afstudeerfilm waarbij sommige heftige en emotionele scènes als metaforische animaties werden getoond, dat was een mooie manier van vertellen.”
“Als ik over twintig jaar terugkijk, dan hoop ik dat we onze authenticiteit hebben kunnen behouden. Dat we nog steeds achter alles staan dat we gemaakt hebben.”
Owen Buckley
Nadenkend over hoe de wens van het publiek een grotere rol kan spelen bij de verdeling van subsidies, bedenkt Alexander een puntensysteem. “Ik heb het idee dat er vaak toch naar maatschappelijke relevantie gekeken wordt bij het verstrekken van subsidies. Waarom zou je niet in verschillende categorieën punten kunnen krijgen, zodat wanneer je film niet maatschappelijk relevant is, maar wel goed scoort op alle andere categorieën, je wel een subsidie krijgt?” Owen: “Of misschien moet er een website komen waar ook het publiek op kan stemmen.” Hoe dan ook is het belangrijkste dat ze dicht bij zichzelf kunnen blijven. Owen: “Als ik over twintig jaar terugkijk, dan hoop ik dat we onze authenticiteit hebben kunnen behouden. Dat we nog steeds achter alles staan dat we gemaakt hebben.”