Al vroeg in ‘t leven wordt Chesney uit een droom gerukt. Op school wordt haar verteld dat met het maken van film geen droge boterham te verdienen zou zijn. “Toen ik dat later tegen mijn vader vertelde, vroeg hij zich hardop af hoe John de Mol dan aan zijn geld komt. Ik besef dat film en TV andere media zijn, maar het blijft content. Ligt het probleem misschien dan bij de industrie en niet bij ‘De Nederlandse bevolking’ die volgens mijn school te klein voor film zou zijn?” De oorzaak lijkt Chesney te zoeken in conformisme. “Ik heb het idee dat veel filmmakers het Nederlands Filmfonds als een soort uitkering zien. Dat ze door hun subsidie daarvan eerder geneigd zijn films voor elkaar te maken, dan voor het publiek. Als ik kijk naar het aantal bezette stoelen in de filmzaal lijkt dat te kloppen. Ik ben van mening dat wanneer er meer ondernemerschap bij de filmmakers zou zijn, ze vanzelf betere films gaan maken die een groter publiek aanspreken en winstgevender zijn.”
Blik op de toekomst: Chesney Giersthove
Vol goede moed en met een ongebreideld enthousiasme komen elk jaar weer net afgestudeerde filmmakers van hun opleiding af om hun nieuwe ideeën met de wereld te delen. En dan zijn er nog de autodidacten, die zelf hun weg vinden in de wondere wereld van film. Eye spreekt met deze nieuwe makers, wiens namen misschien voor altijd gaan horen bij de klassiekers van morgen.
Door Michael Oudman08 februari 2024

© Alex Pandora
Meer winstgevende films en minder subsidies, zo ziet Chesney Giersthove (1992) de toekomst van film voor zich. Voor haar is ondernemen minstens even belangrijk als het maken van films. Het is er wat haar betreft zelfs een integraal onderdeel van. Ze is daarmee niet het prototype filmmaker. Daarnaast maakt ze niet alleen films om haar creativiteit te kanaliseren, maar ook om anderen te helpen. Om hun weg te vinden in het Nederlandse filmlandschap, maar ook om te ondernemen. Oja. Chesney heeft met haar acteerschool ook nog een eigen talentpool tot haar beschikking.

“Ik ben van mening dat wanneer er meer ondernemerschap bij de filmmakers zou zijn, ze vanzelf betere films gaan maken die een groter publiek aanspreken en winstgevender zijn.”
Chesney Giersthove
Toch is het ook voor Chesney op dit moment ondenkbaar om zonder subsidies films te maken, als opkomende filmmaker heb je simpelweg nog geen kapitaal om op te kunnen bouwen. Ze is alleen wel selectief in de bronnen die ze aanboort. “Ik vraag vooral subsidies aan bij andere potjes dan het Nederlands Filmfonds, die beter passen bij de maatschappelijke thema’s van mijn films. Daarna breng ik ze volledig onafhankelijk uit waarmee ik de vrijheid behoud over wat ik doe met mijn films en waar ik ze uitbreng. Als filmmaker ben je verhalenverteller, maar als je niet oppast, word je vanuit allerlei kanten van alles ingefluisterd met het risico dat je uiteindelijk je eigen verhaal niet meer vertelt. Dat kan gebeuren als je met de verkeerde producent werkt bijvoorbeeld.”
“Als filmmaker ben je verhalenverteller, maar als je niet oppast, word je vanuit allerlei kanten van alles ingefluisterd met het risico dat je uiteindelijk je eigen verhaal niet meer vertelt.”
Chesney Giersthove
Intellectueel eigendom is een onderwerp dat hier naadloos op aansluit. “Dit zijn jouw exclusieve rechten die ontstaan bij het creëren van een film. Zolang je deze behoudt heb je het exclusieve recht om uitzendlicenties te verkopen aan de filmmarkt wereldwijd. Daarom wil ik alle aankomende filmmakers meegeven om zich goed in te lezen in alle regelgeving rondom intellectueel eigendom. Voor je het weet krijg je een eenmalige uitkering van je distributeur of producent, terwijl je jarenlang van een inkomen voorzien had kunnen zijn door je filmrechten in eigen handen te houden.”
Het is verleidelijk om na het voorgaande de conclusie te trekken dat Chesney vooral interesse heeft in de zakelijke kant van film. Een conclusie die de Haagse flink tekort zou doen. Film speelt weldegelijk een grote rol in haar leven. “Toen het een tijd geleden minder goed met me ging, merkte ik dat het kijken naar een film soms als een therapiesessie voelde. Op dat moment stond ik er nog niet bij stil dat filmmaken een vak was, waarop ik besloot een boek te gaan schrijven dat dan hopelijk door iemand verfilmd zou worden. Toen ik niet veel later voor een kast vol DVD’s stond, pakte ik er één uit. Ik zag daar al die namen op staan, en vroeg me af waarom die van mij daar niet gewoon bij kon staan.”
Daarmee was de wens om zelf film te gaan maken geboren. “Film maken is voor mij het middel om de harten van mensen te bereiken met de verhalen die ik wil vertellen.” Door te bluffen dat Chesney drugsgebruikers kent, kon ze haar eerste - toen nog kleine - bijdrage leveren aan het programma Debat op 2. Later liep ze de Nieuwsacademie van de NOS en Nieuwsuur door. “Ik bleek actualiteit leuk te vinden, maar zag dat liever in een fictief jasje.”
“Film maken is voor mij het middel om de harten van mensen te bereiken met de verhalen die ik wil vertellen.”
Chesney Giersthove
De weg naar fictie liep van Debat op 2 naar het productieteam van Het Schaap in Mokum, en later naar een particuliere filmschool. “In die tijd maakte ik mijn eerste korte film. Uncool Kid, die ging over een lovergirl, en wil ik aan niemand meer laten zien, haha. Die eerste periode heb ik veel geleerd van Julio Accord, die vaak mijn director of photography was. Hij werkt super gestructureerd, en kon me daardoor goed laten zien wat het inhoudt om films te maken. Ik hoefde alleen nog een eigen draai te geven aan de door hem bedachte structuren.” In haar films is ze altijd op zoek naar maatschappelijke thema’s. Zo ook in My Name Is Queen, die te zien is geweest in Eye als onderdeel van het Black Light-programma. In die film onderzoekt ze wat vrijheid is voor jonge vrouwen tegen een achtergrond van intergenerationeel trauma.

In het perfecte toekomstplaatje is er in de Nederlandse filmwereld meer ruimte voor alternatieve paden. “Volgens mij wordt er te vaak ‘nee’ gezegd bij het uitkeren van subsidies omdat het plan van iemand niet past in het huidige systeem. Als iemand afgewezen wordt omdat de kwaliteit niet goed genoeg is, dan snap ik dat. Ik krijg soms het gevoel dat de onafhankelijke filmindustrie niet serieus genomen wordt.”
Haar nieuwe film, dit keer geen korte als het aan Chesney ligt, heeft haar naar de VS gebracht. Niet alleen omdat hij zal gaan over een fusie tussen Amerika en Nederland, maar ook voor de financiering. “Ik ben nu veel in Atlanta, de stad met het hoogste aantal zwarte miljonairs. Als ik daar mijn plannen pitch, heb ik veel meer het idee dat er naar me geluisterd wordt dan in Nederland. Als ik hier met een fonds praat, moet ik alles tot in den treure uitleggen en verantwoorden. De uitzondering daarop is Da Bounce Urban Film Festival. Daarmee zat ik binnen 5 minuten op één lijn.”
Denk overigens niet dat Chesneys ondernemerschap geen hoger doel heeft. “Ik zou met het geld dat ik verdien graag andere jonge mensen de kans geven een plek te vinden in de filmwereld. In eerste instantie door ze in te huren en zo dus te ondersteunen een economisch sterke positie op te bouwen.”
“Ik zou met het geld dat ik verdien graag andere jonge mensen de kans geven een plek te vinden in de filmwereld.”
Chesney Giersthove
Datzelfde geldt min of meer voor The Rehearsalroom, de acteerschool die zowel in Den Haag als in Amsterdam lessen aanbiedt. “Met The Rehearsalroom probeer ik mensen van kleur te stimuleren stappen te nemen in de filmwereld. Ik geloof er echt in dat ze daar een veilig plekje kunnen krijgen. We nodigen ook regelmatig acteurs uit zodat de leerlingen in contact komen met gevestigde namen.”
Bijkomend voordeel voor Chesney is dat ze een eigen vijver vol talent heeft. “De laatste short die ik heb gemaakt maar die nog niet uit is zit vol met aanstormend talent. Een aantal van onze studenten heeft echt al op de set gestaan. Veel studenten hebben ook een grote following op Tiktok of Instagram, wat weer zorgt voor meer bekendheid rondom de films waarin ze zullen spelen. Ik nodig ook altijd andere filmmakers uit om een keer een les bij te wonen om kennis te maken met nieuw talent.”