Eerder schonk het echtpaar al delen van hun omvangrijke collectie van hedendaagse kunst aan het Rijk en het Stedelijk Museum Amsterdam. Ook na de dood van Pieter bleef Marieke giften doen aan onder meer het Teylers Museum en het Rijksmuseum. De oudste boeken van de collectie dateren uit de jaren 1910, de jongste uit de late jaren 70. In deze periode bloeien er na Frankrijk en Italië ook in Duitsland, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten filmindustrieën op. Daarnaast wordt de film steeds serieuzer genomen als kunstvorm. Het bijzondere aan deze boekencollectie, die zo’n 650 boeken telt, is dat deze uit voornamelijk Duits-, Frans- en Engelstalige titels bestaat die samen een transnationale filmgeschiedenis van deze turbulente periode vormen. Voor de boekencollectie van Eye betekent dit een aanwinst van zo’n 250 obscure maar waardevolle meertalige filmhistorische boeken.
De film als nieuwe kunstvorm: de filmboekencollectie van kunstverzamelaar Pieter Sanders
In 2018 schonk de jurist en kunstverzamelaar Pieter Sanders (1938-2018) zijn collectie van filmhistorische boeken aan Eye Filmmuseum. De filmboekencollectie, die Pieter tijdens zijn buitenlandse reizen eigenhandig uit antiquariaten bijeen verzamelde, past bij het experimentele en multimediale karakter van de kunstcollectie van Sanders en zijn vrouw, de politicus en bestuurder Marieke Sanders-ten Holte (1941). De boekencollectie van Sanders is in meerdere opzichten bijzonder en zijn tijd vooruit.
Door Abel van Oosterwijk30 augustus 2022
Een nieuwe industrie
Opvallend is hoe evenwichtig de verhouding in Sanders’ boekencollectie is tussen boeken over film (scenario’s, filmjaarboeken, acteursbiografieën) en boeken over industrie en techniek (apparatuurgeschiedenissen, industriehandboeken, onderwijshandboeken). Dit getuigt van een brede interesse in de film als kunst, techniek en industrie. Hiermee liep Sanders voor op de meer complete benadering van collectievorming die in recente jaren in filmarchieven in trek is geraakt.
Even opvallend is het grote aandeel boeken over filmsterren, zoals fotoboeken en verzamelalbums met beeltenissen van inmiddels vrijwel vergeten filmsterren. De zelfhulpboeken Screen Acting: Its Requirements and Rewards (1922) van Inez en Helen Klumph en Breaking Into the Movies (1927, red. Charles Reed Jones) omschrijven zelfs wat ervoor nodig is om een beroemde acteur te worden in Hollywood of hoe je er anderszins aan werk kan komen. Handleidingen als The Art of the Photoplay (1913) van Eustace Hale Ball en Wie schreibt man einen Film? (1937) van Viktor Abel leren je hoe je een filmscenario moet schrijven.
Filmtechniek en amateurcinema
Over filmtechniek heeft Sanders ook heel wat internationale titels verzameld.
Technik und Film (1932) van Hermann Grau geeft een vroege stand van zaken van de techniek van filmapparatuur.
Il fonofilm (1932) van Giuseppe Lega doet dat in het kader van de destijds nieuwe geluidsfilm.
Le cinématographe scientifique et industriel (1911) van Jacques Ducom is nog zo’n hele vroege verhandeling.
In Le cinéma à la portée des amateurs (1923) schrijft Raoul Danot wat ervoor nodig is om een amateurfilm te maken en hoe je zelf effecten als slow motion kan toepassen.
Een bijzonder exemplaar in de collectie van Sanders is in dit opzicht ook een distributiecatalogus voor de thuisbioscoopprojector Pathé Baby. Op deze projector – die dit jaar 100 jaar bestaat – kon men thuis 9,5mm (amateur)films afspelen, een doorbraak voor de thuisbioscoop.
Bijzonder is dat Sanders hiervoor een uit de jaren 30 daterende distributiecatalogus (met 9,5mm films over thema’s als reizen, natuur, komedie en drama) in zijn collectie heeft opgenomen. Een dergelijke catalogus was immers bedoeld om na gebruik weg te gooien en heeft daardoor nu juist een behoorlijke cultuurhistorische waarde gekregen.
Het belang van de verzamelaar
De boekencollectie van Sanders is dus in meerdere opzichten bijzonder en zijn tijd vooruit: niet alleen verzamelde Sanders met een transnationale blik, hij deed ook meerdere facetten die de film rijk is recht aan. Aan dergelijke schenkingen heeft Eye heel veel, want voor de filmhistorische diepte van de boekencollectie is het filmmuseum grotendeels afhankelijk van fanatieke verzamelaars als Sanders. Zij leggen de bodem waarop onderzoekers en makers hun filmhistorische kennis baseren. Hun interesses en drijfveren leiden tot rijkdommen in de collecties van Eye.