Ze noemt zichzelf een multidiciplinaire maker, werkte onder andere aan videoclip Rumble (Mikey Burns en Ilias), een installatie voor festival Cinedans en werkte mee aan de One Night Stand Chimère (Kaweh Modiri, 2017). Veel van haar projecten kenmerken zich door licht absurdisme, droge humor en experiment.
Op jonge leeftijd ging Maaike naar Jeugdtheater Hofplein in Rotterdam. Ook keek ze veel naar Nederlandse televisieproducties. “Ik was een echt VPRO-kind, wilde niets liever dan bij Villa Achterwerk aan de slag. Je weet wel: Roos en haar mannen, én Maaike.”
In 2021 studeerde ze af aan de HKU in de richting Image and Media Technology. Naast klassieke film richt de opleiding zich op alternatief beeldgebruik. “Omdat ik kiezen lastig vind, heb ik lang gestudeerd. Het liefst doe ik alles zelf. Mijn docenten zeiden eens: ‘Maaike, jij bent geen specialist, maar een generalist.’”
Female Gaze: Maaike Carree
De blonde bombshell, de femme fatale, sirens of the silver screen. Al 125 jaar zien we vrouwen op het filmdoek, maar zelden hadden ze achter de schermen de touwtjes in handen. Gelukkig is er een verandering gaande. In een reeks interviews met inspirerende vrouwelijke makers vertellen zij over hun eigen werk aan de hand van een filmfragment van een andere vrouwelijke maker. In dit zevende interview vertelt Maaike Carree over haar vakgebied production design, aan de hand van seizoen vier van Killing Eve, waaraan gewerkt werd door setdecorateur Casey Williams en production designer Lucienne Suren.
Door Gina Miroula25 april 2022
“Je bent een soort bouwvakker, maar dan in het klein”, vertelt Maaike Carree nippend van haar cappuccino, mijmerend over haar werk. “Ik heb een grote obsessie voor miniatuursets.”
Voor haar afstudeerfilm Een hond die huilt bouwde Maaike de volledige set in miniatuur. De film werd uitgezonden bij 3LAB op NPO3.
Je hebt gekozen voor seizoen vier van Killing Eve. Wat maakt deze serie voor jou zo bijzonder?
“Het verhaal is een fascinerend kat- en muisspel tussen hoofdpersonage Villanelle, een psychopathische huurmoordenares (Jodie Comer) en de Britse inlichtingenonderzoeker Eve (Sandra Oh), die op het randje balanceert. Je zou het liefde kunnen noemen. Voor mij is het een emotionele rollercoaster. Het laat je lachen en maakt verdrietig, soms ook opgewonden.”
Het verhaal is gebaseerd op drie boeken (Codename Villanelle) van de Britse auteur Luke Jennings. Ieder seizoen wordt geschreven door een andere vrouwelijke schrijver. Ook de rest van de crew bestaat bijna uitsluitend uit vrouwen. “De kostuums in seizoen twee en vier zijn ontworpen door Charlotte Mitchell. Haar outfits matchen iedere scène; het zijn net kleine schilderijtjes. In seizoen twee loopt Villanelle door het Rijksmuseum, bekijkt er De lijken van de gebroeders De Witt. Later, op de Wallen, moet ze iemand vermoorden. Staand in een bordeel sleurt ze een vent naar binnen, hangt hem op en ritst hem open. Ze recreëert op geheel eigen wijze het schilderij. Dit alles doet ze in een sexy varkensoutfit van roze pluche. Kleding zegt zoveel over iemand, ook in mijn eigen films. Het is net zoals de ruimte waarin iemand woont.”
Tijdens de opnameperiode van seizoen vier kampte Killing Eve met allerlei coronarestricties, reizen bleek onmogelijk. Een kustplaats nabij Londen werd omgebouwd tot Havana. “In een specifieke scène zie je Jodie Comer (Villanelle) en tegenspeler Fiona Shaw (Carolyn) samen op het strand. De muur vol graffiti achter hen lijkt haast Cubaans, met allerlei tekens en vlaggetjes.”
In een andere scène zie je het safe house waar het personage van Shaw verblijft. “Het is een grote hoge ruimte op een prachtige locatie, maar vanbinnen is alles quasi-vervallen: de structuur van de muren, de kleuren, de texturen. Er is zogenaamd dertig jaar niets aan de ruimte gedaan. Ik vind het ontzettend knap: bewust een eclectisch zootje creëren waarin de personages naadloos passen.” De scène werd gefilmd in 360 graden. “Er zijn meerdere spiegels aan te pas gekomen. Doorkijkjes in verschillende richtingen vind ik fascinerend. In mijn eigen film Een hond die huilt deed ik hetzelfde met ramen. Bij theater is er maar één kijkrichting, in film kun je ruimtes zo bouwen dat alle kanten en props kloppen.”
Hoe bereid jij je als production designer voor op een nieuw project?
“Het begint bij het script: wat lees je? Waar speelt het zich af? Welke personages zijn er? Ik maak persoonlijke associaties, kijk vervolgens naar het kleurgebruik en welke ruimtes bij de personages passen. Dit doe ik altijd in overleg met de regisseur. Vervolgens stort ik mij op de research. Wat gebruikte men in een bepaalde periode? Wat was destijds hip? Op Pinterest en Instagram kan je goed mappen aanmaken om kleurschema’s en materialen te verzamelen.”
“Ik hou ervan om kringloopwinkels af te struinen voor projecten.” Het liefst zou ze een loods vol kasten, stoelen en banken tot haar beschikking hebben. “Ik ben echt een Marktplaats warrior, houd alles in de gaten. Deens design is helemaal in: mid century meubels. Twee jaar geleden vond ik een absurd dure kast. Het origineel was onbetaalbaar, maar ik tikte hem voor 130 euro op de kop. En dan met een gehuurde bus dat ding ophalen. Dat gaf echt een kick.”
Voor jouw afstudeerfilm Een hond die huilt bouwde je een betonnen woonwijk op miniatuurformaat. Wat bracht je op dit idee?
“Het verhaal gaat over een leven dat stil lijkt gezet. Over de geïsoleerde mens. Niet door corona, wel door een storm.” Voor de film werkte Maaike samen met medestudenten Stijn van Gorkum (regie) en Anna Reerts (production design).
Tijdens de lockdown huurden ze een studio in Utrecht. Ze werkten er vijf dagen per week non-stop. De set werd 2,5 bij 5 meter met daarin 6,5 flatblok van 1,10 meter hoog. “Een hele straat strippen is kostentechnisch onmogelijk voor een studentenproductie. Op onze manier kreeg elk straatsteentje, ieder belastingbriefje een eigen plek.” De look van het geheel noemt Maaike beton-bruut. “We plaatsten negen huishouden tegenover elkaar. Je kunt de modulaire woningen er als het ware in- en uitschuiven.” Veel werd gefilmd vanuit de achterkant van de flats, door de woningen heen.
Inspiratie deden ze op via nieuwsitems, sociaal realisme en makers als Roy Anderson. “We wilden een Edward Hopper-achtige stijl creëren, de treurigheid van de mens tonen in het setdesign: grijs, grauw, uitzichtloos. We hebben veel aspecten zelf uitgevonden. Want hoe maak je een betonstructuur in miniatuur?” Zo kwam Maaike terecht in een wereld van hobbymodeltreinbouwers. “Heren van boven de tachtig die het geweldig vonden: een jonge meid op visite. ‘Oh schat, ik zal het je even uitleggen’, glunderden ze, uitweidend over stroompuntjes en miniatuurlicht op 12 volt.” En de visgraatvloeren? “Die zijn allemaal gesponsord door de Coffee Company. Op Utrecht Centraal liet ik hele ritsen roerstaafjes in mijn zakken glijden.”
Geert en Anja zijn Maaikes favoriete personages. “Een stel op leeftijd, vrij ordinair. Ze hebben een huis vol knakworsten, kattengrind, flessen ketchup en mayonaise, dragen verlepte pyjama’s en krullers in het haar. Anja heeft de broek aan. Het duo heeft geen kinderen, maar wel veel katten – waarvan er vermoedelijk een aantal opgezet om het hoekje staan.” De leukste reactie die Maaike kreeg was tijdens een expositie. “Twee kindjes keken door de ramen, ze waren op zoek naar de minimensen. Ik zei: ‘Ze zijn allemaal niet thuis.’”
Hoe kom je als beginnend production designer aan budget?
“Het ondernemerschap is vrij onderbelicht op de HKU. Je krijgt vooral ingestampt: jij bent een kunstenaar. Wat je niet leert is hoe je op eigen benen moet staan en belastingaangifte doet als zzp'er. Voor onze afstudeerfilm kregen we niets. We moesten zelf geld bij elkaar sprokkelen. Wat dat betreft leer je vrij snel hoe je fondsen aan moet schrijven en hoe je een crowdfunding opzet.”
CineCrowd, een crowdfundplatform voor films waar veel afstuderende filmacademiestudenten gebruik van maken, selecteerde de film als veelbelovend project. Het leverde het drietal een mooi startbedrag op, naast steun van 3LAB en KRO-NCRV. Onlangs hoorde Maaike van een oud HKU-docent dat er sinds kort een vak ondernemerschap wordt gegeven. “Een hele belangrijke vooruitgang.”
Zie je binnen jouw vakgebied veel mogelijkheden op speelfilm- en seriegebied?
“Ik vind het best tricky om mijn weg hierin te vinden. Ik heb nog niet veel films op mijn naam staan. Wel zie ik veel onbetaalde stages, die ik graag als werk zou willen doen. Zoiets is alleen niet reëel voor tweehonderd euro per maand. Toch moet het, want je laatste productie is je visitekaartje.”
“Als beginnend maker zijn er een aantal opties”, vertelt Maaike. “Je kunt een bijbaan nemen, en met het daarmee gespaarde geld vervolgens een paar maanden werken aan een onbetaalde productie. Of je biedt jezelf aan als setdresser, werkt tegen betaling, maar wel in een meer ingekaderde rol dan als production designer.”
“Binnen de film- en televisiewereld gaat het vaak over ons-kent-ons, mensen blijven ook vaak plakken na stages. Je moet echt de kans krijgen om je persoonlijkheid en enthousiasme te delen. Via een e-mail kom je heel anders over dan wanneer je de mogelijkheid krijgt om iemand live te leren kennen.”
Welke producties inspireren jou en waarom?
“Verhalen uit een ander tijdsbeeld spreken mij erg aan. Neem De verschrikkelijke jaren tachtig. Alles in die serie klopt. Van de ruimtes binnen de woongroep tot aan de onderbroeken.” Ook Dirty Lines spreekt Maaike aan. “Daarvoor hebben ze de nachtclub RoXY als het ware teruggezet aan de gracht. Op AT5 zag ik een item waarin de oude eigenaar kwam kijken. Hij werd ineens teruggeslingerd in zijn eigen geschiedenis.”
Daarnaast houdt Maaike van projecten met een sociaal realistische inslag. Ze noemt Dunya en Desie. “Desies huis in Amsterdam Noord is echt een plek waar Swarovski dolfijntjes in de kast staan. Of zo’n plakkerige wit leren bank, waar in de zomer je blote benen aan vast zweten.”
Aan wat voor opdrachten hoop je in de (nabije) toekomst te werken?
“Periodefilms lijken me heel tof. Er komt veel denkwerk en research bij kijken. Het gaat niet alleen over bestaande ruimtes aankleden, maar echt over een wereld creëren. Mensen worden er ook snel op aangekeken als er iets verkeerd is gedaan, zoals een horloge dat niet matcht met het tijdsbeeld.”
Voor een serie als Killing Eve zou Maaike haar huis in Nederland opgeven. Maar naar Hollywood hoeft ze niet. “Die Hollandse nuchterheid zit er diep in. Liever werk ik aan een Spaanse of Aziatische film. Ik had graag meegewerkt aan De Oost, wat dan weer een Nederlandse productie is. Dus ja, iedereen mag het weten: bel me vooral voor een buitenlandse klus. Fantastisch, lijkt me dat: een paar maanden weg.”