Ze is stuntvrouw (voor speelfilms, series en commercials) maar startte haar carrière tien jaar geleden als freerunner. Saskia koos Lara Croft: Tomb Raider (Simon West, 2001) met stuntwerk van Angelina Jolie als leidraad voor ons interview.
Saskia groeide op in Voorschoten. Daar hing ze geregeld ondersteboven in het klimrek of in een boom. “Mijn moeder zette het autostoeltje ooit bovenin de winkelkar van het tuincentrum. Ik klom direct uit de vijfpuntsgordel. Hetzelfde gebeurde in de auto.” Mede door haar vader – hij was turner – werd ze gestimuleerd om te sporten. Vanaf haar zesde volgde ze turnlessen, behaalde ze klim- en zeilbrevetten en zat ze op vechtsport. “Beweeglijk ben ik altijd geweest.”
In het jaar nadat ze werd uitgeloot voor de studie geneeskunde ging ze regelmatig surfen in Scheveningen. “Ze hadden de boulevard vernieuwd en op een dag was ik daar fanatiek bezig.” Een instructeur ontdekte haar en adviseerde Saskia om zich aan te melden bij de club Jump Freerun in Den Haag. “Voor mij was dit een levensveranderende opmerking.”
Female Gaze: Saskia Neville
De blonde bombshell, de femme fatale, sirens of the silver screen. Al 125 jaar zien we vrouwen op het filmdoek, maar zelden hadden ze achter de schermen de touwtjes in handen. Gelukkig is er een verandering gaande. In een reeks interviews met inspirerende vrouwelijke makers vertellen zij over hun eigen werk aan de hand van een filmfragment van een andere vrouwelijke maker. In dit derde interview vertelt stuntvrouw Saskia Neville over de film Lara Croft: Tomb Raider met stuntwerk van niemand minder dan hoofdrolspeler Angelina Jolie zelf.
Door Gina Miroula06 december 2021

Saskia Neville (superhelden t-shirt, groene beenwarmers, haren opgestoken) arriveert een half uur te vroeg voor het interview. Zittend aan de waterkant voor Eye Filmmuseum – daar waar sporters geregeld skaten, dansen en boksen – zegt ze: “De eerste vraag die ik meestal krijg is: heb je ooit iets gebroken? Een stereotyperend beeld over stuntperformers dat ik graag zie verdwijnen.”

Je hebt gekozen voor Lara Croft: Tomb Raider. Wat triggert jou in deze film?
"De openingsscène toont een gevecht in een tombe. Als kijker denk je dat de scène ‘echt’ is. Croft schiet, doet salto’s en vliegt door de lucht. Tot slot rukt ze de bedrading uit haar tegenstander en plant een cassette in de computer ter hoogte van diens buik: Lara’s Party Mix schalt door de ruimte. Het blijkt een trainingsrobot.” Saskia grijnst: “Deze vrouw is zo hardcore. Nog voor het ontbijt richt ze ultimate carnage aan, en de mannen mogen de troep opruimen.”

In het jaar dat de film uitkwam, 2001, was Saskia tien. “Thuis millimeterde ik mijn Barbies. Ze kregen de harpoen van Action Man, en ik verknipte vuilniszakken tot parachutes. Samen gingen we op de coolste missies. Als kind kende ik het concept van een stuntdubbel niet, maar wat Croft deed wilde ik ook.”
In een andere scène zweeft Jolie tijdens een soort bungee-ballet door de hal van haar immense woning. Ter ontspanning deint haar lijf aan oprekkend elastiek. Buiten bliksemt het, op de achtergrond speelt klassieke pianomuziek. Ineens belagen indringers Jolie door het glazen dak. Het is een stunt die Saskia altijd is bijgebleven. “Ik dacht destijds: oh, wat fijn. Sierlijk vrouwelijk balletten met een automatisch geweer; dat kan gewoon. Het was de eerste keer dat ik besefte niet in een hokje te hoeven passen.”

Wat fascineert jou aan het vak van stuntvrouw?
“Een tijdje geleden kreeg ik de vraag om voor een film van een trap te vallen. De telefoon die ik vasthield diende over mijn linkerschouder het beeld uitgegooid te worden. Kort daarop deed ik dezelfde val met een hoed op, en zag niks. Het is niet alleen: ‘Jij gaat nu vallen’, soms heb ik zware kisten aan, dan weer loop ik op pantoffels door een dakgoot. Als ik twee keer hetzelfde doe raak ik verveeld. Bij filmopnames moet ik mijn lichaamstaal echt verkopen. Met meer swag lopen, of juist heel ingetogen. Ik kan en leer steeds meer.”
Saskia’s stuntwerk (ze werkt als stuntdubbel en -coördinator bij Stuntteam De Beukelaer) begon als een lichamelijke uitdaging. “Ik mocht in de fik staan of van grote hoogte vallen. Gaandeweg ben ik een liefde voor film gaan ontwikkelen. Via mijn freerunning deed ik al commercials. Toch zijn speelfilms anders. Je moet aan heel veel denken: hoe vecht ik op een manier dat het echt lijkt? Hoe val ik beter zodat mijn silhouet goed uitkomt op camera? Steeds weer nieuwe puzzels, die je zelf moet oplossen.”
Heeft het werk invloed op je psychische gesteldheid?
“In het begin van mijn stuntopdrachten voor film had ik last van het impostor syndrome. Ik dacht: iedereen kan toch een salto over een hekje of een backflip? Bij freerunnen werd ik omringd door sporters, maar tijdens speelfilms besefte ik ineens dat vlot over een hekje springen niet voor iedereen is weggelegd.”
Ook op persoonlijk vlak doet het werk veel voor haar. “Vroeger wilde ik ieder mogelijk scenario bij voorbaat in detail uitwerken en doorvoeren. In de filmwereld is dit niet mogelijk: je moet je constant aanpassen op de dag zelf. Tegenwoordig heb ik vertrouwen in mijn capaciteiten, kan ik on the spot een oplossing bedenken. Hierdoor ben ik in het dagelijks leven ook meer ontspannen. Waar ik vroeger voor iedereen klaar wilde staan, en vooral rekening hield met gevoelens en behoeften van anderen – een irritant vrouwelijk trekje, we cijferen onszelf veel te snel weg – doe ik dat nu anders. Door ouder te worden én door mijn stuntklussen heb ik geleerd om beter mijn grenzen aan te geven.”
Sinds een aantal jaar werk je voor Stuntteam de Beukelaer. Zij koppelen jou aan nieuwe filmklussen. Hoe gaan jullie vervolgens te werk?
“Allereerst komt er een filmscript binnen, waaruit we de stunts plukken. Vervolgens hebben we een breakdown meeting met de regisseur en het productieteam. Wanneer er in een script ‘groot gevecht op slagveld’ staat, kan dat zomaar drie dagen filmen met dertig man in beslag nemen. Ook wordt er gekeken naar het budget. Hoeveel mensen en wat voor materialen zijn er nodig? Blijven we in Nederland of gaan we over de grens? Wat kan kleinschaliger uitgezet worden of lossen we op met een slimme camerahoek?”
De Beukelaer werkt met circa tien coördinatoren, daarbuiten beschikken ze over een bestand van specialisten. “Zo is er een man die motor rijdt en daarmee onderuit gaat op precies het juiste moment en de juiste plek.” Het vak kent veel niches. Team de Beukelaer beschikt over mensen met tal van posturen en huidskleuren. “Wanneer je een acteur dubbelt, moet je wel op iemand lijken. Bij bijzondere aanvragen, zoals iemand van 1,90 meter met een gewicht van 130 kilo, gaan we zelf op zoek. Best lastig: iemand vinden van hulk-formaat.”
Hoe werk je het liefst samen met een stuntcoördinator op de set?
“De Beukelaer heeft een fluïde managementstijl. Bij ons is iedereen gelijk aan elkaar, er geldt wederzijds respect. Ons team ziet elkaar wekelijks en we kennen elkaars krachten. Tijdens mijn stunts word ik gecoördineerd door mijn baas Marco Maas, of iemand anders. Ik voel me nooit gepusht om iets te doen waar ik mij niet comfortabel bij voel.”
Stunts met water trekt Saskia slecht. “Gelukkig is er altijd een safety diver aanwezig op de filmset, die zorgt dat er niks scherps in de gracht ligt. Ook ben ik een keer verdronken in mijn eigen aquarium voor een misdaadserie, spartelend tussen de visjes. Voor de serie Meisjes van plezier moest ik van een jacht het water in springen. Ik ben vaak bang voor donker stilstaand water; dat iets ineens mijn enkels vastgrijpt. Ook de fliebertjes om mijn blote voeten vind ik naar.”
In welke stunts excelleer jij?
“Ik ben goed in vallen door mijn turn-, freerun-, en klimgeschiedenis. Door de lucht vliegen en goed terechtkomen voelt voor mij als een tweede natuur. Je moet stunts zo goed beheersen dat je de helft van je capaciteit gebruikt om de stunt uit te voeren, en de andere helft voor het acteren. Met vallen heb ik tijd en energie over, ben ik ontspannen, kan ik bijsturen en tegelijk op mijn lichaamstaal letten.”

Voor de Nederlandse thriller VALS (Dennis Bots, 2019) deed Saskia stuntwerk in de Ardennen. “Tijdens een gevecht beukt een van de meisjes een ander uit het raam. Hiervoor moest ik ‘s avonds door suikerglas duiken, en via een afdakje rollend in de sneeuw belanden. Als kind wilde ik ook al uit mijn raam klimmen, maar dat mocht niet. Nu wel.” Saskia vertelt over de knop die ze hierbij in zichzelf kan omzetten. “Bij countdown krijg ik superfocus. Er komt een speciale rust over mij heen. Het moet in één keer goed gaan, want je kunt niet oefenen: het glas kan maar één keer stuk.”

Sinds kort coördineer je ook zelf projecten. Kun je hierover uitweiden?
“In Finland werkte ik mee aan de kinderfilm Sihja the Rebel Fairy (Marja Pyykkö, 2021). De hoofdrolspeelster is een kleine fee. Dit rigging project (een rigger werkt met lijnen, katrollen en karabiners, maar ook takelsystemen om mensen/voorwerpen te laten zweven of bewegen) werd gecoördineerd door mijn baas Marco Maas in samenwerking met mijn collega Brian van de Vooren als key rigger (de leidende persoon bij de rigging klus). Zelf was ik er werkzaam als rigger en coach voor de acteurs. De rigs die we hiervoor als team bouwden waren heel gevarieerd. We deden stunts aan het plafond, buiten op de daken, en lieten kinderen onder een hijskraan vliegen.”
Voor de film Rookie (Lieven Van Baelen, 2021) ondersteunde Saskia tevens key rigger Brian van de Vooren. Hij liet een motor door de lucht tollen. “Het apparaat dat we hiervoor gebruiken heet een hammer jack en geeft veel kracht. Stel het je voor als een grote arm: een letter V, liggend op zijn kant. Deze wordt opengedrukt door een oliecilinder. Aan de kant die open gaat zijn lijnen op en neer geweven. Wanneer het apparaat zich één meter opent, trekt hij acht meter lijn in, bij twee meter zestien meter. In minder dan één seconde kun je een motor zestien meter de lucht in slingeren. Dit deden we te midden van een woonwijk.”
Saskia zegt dat men het vaak niet verwacht, dat een vrouw de heavy machinery bedient en schade aanricht op de set. “Op een bepaald punt heb ik aangegeven dat ik mij verder wil ontwikkelen in het riggen. Dit werd omarmd en geaccepteerd door mijn team.”
Hoe zie jij de huidige positie van vrouwen in de stuntwereld?
“Bij De Beukelaer ben ik de enige vrouw die coördineert. We hebben niet echt een opleiding, je moet zelf initiatief tonen. De helft van mijn collega’s is goed gespecialiseerd in het riggen. Ik moest mezelf echt bewijzen en laten zien dat ik een toevoeging kan zijn op dit gebied. Ik moest het stereotype doorprikken. Zo word ik bij aankomst op de filmset wel eens gevraagd: ‘Ben jij de productie-assistent of stagiaire?’ Mijn mannelijke collega’s worden daar niet op aangesproken. Wij hebben nooit eerder een vrouwelijke rigger gehad, dus als ‘blond vrouwtje’ pas ik niet in het plaatje.”
Om nog beter inzetbaar te zijn volgde Saskia een motorcursus. “Er was nog een ander meisje dat de lessen volgde. Ze droeg een bloemenrokje, en dacht ik automatisch: waarom wil jij motorrijden? De vooroordelen zitten in ons ingebakken. Dit was van mij een enorme denkfout.”
Wat voor stuntfilms ontbreken er voor jou nog in het Nederlandse filmlandschap?
“Een tijd geleden kwam er een aanvraag binnen voor Slag om de Schelde. Ik had nog even stille hoop, maar wist: in een historische film schieten vrouwen niet.” Toch heeft Saskia wel eens een wapen in handen gehad, namelijk bij haar allereerste stuntgevecht voor de televisieserie Smeris. “Hiervoor werd ik van de trap gegooid en ontwapend.” In de toekomst zou ze graag met een SWAT-team een huis binnenvallen. “En dan schieten met een AK-47. Dit genre komt niet vaak voor, althans: niet voor vrouwen op de Nederlandse filmbodem.”
In het buitenland ervaart ze de werkwijze anders. Zo was Saskia stuntdubbel in Wonder Woman 1984. “Engeland kent veel meer hiërarchie. Alles is hoger, groter en sneller. Je wordt ingehuurd om je kunstje te doen en bemoeit je verder nergens mee. Er is een groter budget, maar je legt je leven in handen van coördinatoren die je amper kent.” In Nederland mag Saskia een shot stoppen als het onveilig voelt. “Na een shoot bespreken we de dag met het team. We stellen elkaar kritische vragen en staan open voor feedback en suggesties. Iedereen is gelijk aan elkaar, ook de baas stelt zich open voor kritiek. Ik vind eerlijkheid, oprechtheid en verantwoordelijkheid erg belangrijk in mijn vak.”

Welk project kunnen we binnenkort van je verwachten?
“In de zomer heb ik Abbey Hoes gecoacht voor de nieuwe Costa!-film, die in het voorjaar van 2022 verschijnt.” Gevraagd naar specifieke wensen voor de toekomst, zegt ze: “Ik wil graag nog eens met een motor over het asfalt sliden, of brandend uit een raam vallen. Maar overmorgen ga ik op een risicoloze strandvakantie. Lekker rust nemen van mijn lange werkdagen met veel verantwoordelijkheid.”