Shamira groeide op aan de andere kant van de oceaan. Rond haar vijftiende volgde ze lessen aan het Arubaanse Instituto di Cultura. “Daar was veel mogelijk: acteren, regisseren, set-design en meer.” Ze kreeg subsidie toegewezen en deed toelating aan de Nederlandse Theater Academie. “Bij de eerste ronde dacht ik: ‘Wajo, wat is dit?’ Het ging er daar heel anders aan toe.”
Ze koos de kunstacademie en studeerde af in de richting film met haar documentaire Met zout in mijn ogen. “Een coming of age over drie jonge vrouwen op Aruba die, ondanks allerlei tegenslagen, positief het leven tegemoet strijden.” Shamira glimlacht: “Gek eigenlijk, daarna heb ik altijd mannelijke hoofdpersonen gekozen.”
Via een Rotterdamse omroep werd ze on the spot aangenomen voor het idealistische reisprogramma Aanpakken en wegwezen. “Ik werd totaal in het diepe gegooid, kreeg een camera- en geluidsman mee. We filmden een recyclingproject met Braziliaanse straatkinderen, en gingen naar Ethiopië om een ecologische camping te realiseren.”
“Het idee om documentaires te maken bleef knagen. Met het geld dat ik gedurende zeven jaar verdiende bij realityshows (De Spaanse droom, Expeditie Robinson) draaide ik Deal with it.” Een documentaire over de band met haar drugsverslaafde/dealende vader en broer. Hierna nam Shamira’s carrière een vlucht: van de documentaire Ons moederland tot De waarheid over mijn vader waarmee ze een Gouden Kalf won en haar recente summer-feelgood Shabu, die bekroond werd met een IDFA Award voor Best Youth Film, alsmede een Special Mention op de Berlinale.
Female Gaze: Shamira Raphaëla
De blonde bombshell, de femme fatale, sirens of the silver screen. Al 125 jaar zien we vrouwen op het filmdoek, maar zelden hadden ze achter de schermen de touwtjes in handen. Gelukkig is er een verandering gaande. In een reeks interviews met inspirerende vrouwelijke makers vertellen zij over hun eigen werk aan de hand van een filmfragment van een andere vrouwelijke maker. In dit tiende interview vertelt Shamira Raphaëla over haar vakgebied regie, aan de hand van Titane (2021) door regisseur Julia Ducournau.
Door Gina Miroula26 september 2022

“Ik zie mezelf als verhalenverteller, niet per se als filmmaker”, zegt Shamira Raphaëla zittend in de zon aan de IJpromenade. Om haar hals schittert een gouden hanger in de vorm van Aruba. “Dat ik mij tot nu toe vaak heb toegelegd op documentaire, is echt toeval.”



Je hebt gekozen voor Titane. Wat raakt jou in deze film?
“Titane is genadeloos gewelddadig, zowel vanuit de regiekant als vanuit de hoofdpersoon. Dat is voor mij ook de female gaze: het voorbijgaan aan dat wat een female gaze zou moeten zijn, namelijk: psychologisch geanalyseerd worden. Wij vrouwen moeten altijd onze zachte kant tonen, de peacekeepers uithangen. We worden opgevoed om ons gedeisd te houden. In die lieve vrede kun je je emoties op een bepaalde manier niet uiten. Huilen mag, je kwetsbaar opstellen ook, maar de andere kant: woede, wraak en kracht, dat niet. Regisseur Julia Ducournau breekt met deze conventies. Haar hoofdpersoon is absoluut niet lovable.”

Titane vertelt het verhaal van Alexia, een jonge vrouw die, na een auto-ongeluk in haar jeugd, een stuk titanium in haar hoofd krijgt geïmplanteerd. Hierdoor ontwikkelt ze een seksuele voorkeur voor gemotoriseerde voertuigen, en raakt er zelfs zwanger van. “Tijdens een specifiek gevecht drukt Alexia een stoelpoot in het oog van haar tegenstander en gaat er bovenop zitten. Ik vond dat geweldig, voelde het écht binnenkomen. Je ziet zoiets niet vaak in films, zeker niet bij vrouwelijke regisseurs. In Ducournaus horrorfilm Raw (2016) ging ze ook over allerlei grenzen. Dat aspect spreekt me enorm aan.”
Wat fascineert jou aan het beroep van (documentaire)regisseur?
“Het nieuwsgierige aspect van zo min mogelijk oordelen. Een goede regisseur is zich bewust van zijn (machts)positie in het verhaal dat hij vertelt. Integriteit is daarbij het allerbelangrijkste. De verhouding tussen degene voor de lens en jezelf is altijd oneerlijk. Ik vergelijk het wel eens met een arena waarin de elite kijkt naar mensen die vechten voor en met het leven. Documentaires gaan over levens van echte mensen, die je tentoonstelt. Dat kan grote impact hebben.”
Daarnaast benadrukt Shamira dat ze als mens emotioneel en spiritueel wil groeien met elke film die ze maakt. “Ik wil mezelf uitdagen om oordeelloos te zijn en mijn hoofdpersonen met een zo open mogelijke blik te bezien. In mijn werk geef ik de kijker geen moreel kompas mee, want wanneer je je moet verhouden tot een ander, leer je ook veel over jezelf.”
In 2014 maakte je de documentaire Deal with it over de band met jouw drugsverslaafde/dealende vader. Hoe heb je hem zover gekregen om alles te mogen draaien, jullie leven zo intiem in beeld te brengen?
“Het proces heeft vier jaar geduurd, maar verliep vrij organisch. Ik begon thuis met een camera. Mijn vader voelde zich sterk, waardoor ik hem niet heb hoeven overhalen. Hij realiseerde zich dat ons leven bijzonder is, en dat hij buiten de marges van de maatschappij valt. De documentaire is niet per se een protestfilm, maar gaat echt over zijn leven. Hij is zich ervan bewust geweest hoe hij de ogen van anderen kon openen, en dat je elkaar lief kunt hebben ondanks het feit dat we als gezin niet perfect waren.”


Na zijn overlijden in 2019 aan longkanker ging Shamira door met een tweede documentaire, die (nog) niet werd uitgebracht. “Het beste cadeau dat je iemand als regisseur kunt geven is dat de hoofdpersoon zichzelf herkent in het verhaal. Voor mijn vader was de film zijn grootste achievement.”
Hoe krijg jij het als documentaireregisseur voor elkaar om (emotioneel) zoveel toenadering tot je hoofdpersonen te krijgen, toegelaten te worden in hun levens?
“Door mezelf heel kwetsbaar op te stellen. Ik laat vaak de trailer van Deal with it zien. Daarmee toon ik wat voor impact het maken van een film op jezelf kan hebben. Ik heb het zelf ervaren: ik heb al mijn pijn, mijn naaktheid gedeeld. Vanuit dat punt investeer ik veel tijd in het opbouwen van een relatie, diep ik de band uit. Ik zoek altijd een aanknopingspunt bij mezelf, waarin ik mij kan identificeren met de ander.”

Kun je een voorbeeld schetsen aan de hand van jouw documentaire Ons Moederland over NVU-leider Constant Kusters?
“Beiden deelden we de opvatting dat Nederland enorm aan het veranderen is; de mainstream politieke denkbeelden verschuiven steeds meer naar rechts en zijn diep geworteld in onze geschiedenis. Het verschil is dat Kusters het als iets positiefs ziet, waar het voor mij een negatieve ontwikkeling betreft.”
Vier jaar hebben ze met elkaar opgescheept gezeten, herinnert Shamira glimlachend. “Ik ben zijn grootste nachtmerrie, want heb de bloedlijn vertroebeld, ben bi-racial. Kusters zei eens: ‘Ik moet er niet aan denken: de hele wereld vol met die gemixte karamelkleurige mensen.’ Ik keek hem dan aan, en hij antwoordde: ‘Maar jij bent anders, kom... Ik heb een lekker kopje soep voor je gemaakt.’ Dat is het interessante aan de mens: gelaagdheid.”
Sinds het afronden van Ons Moederland hangt Shamira op een canvasdoek in zijn woonkamer, waar ze gemengde gevoelens over heeft. “Je kunt het ook zo bekijken: het is mij gelukt een liefdevolle band aan te gaan met iemand die ik als vijand zie.” Hierbij benadrukt Shamira dat wat iemand doet niet zijn hele zijn definieert. “In mijn jeugd heb ik dat door mijn eigen familieleden jong geleerd. Ik probeer altijd vanuit liefde te communiceren en mijn persoonlijke emoties op afstand te houden; ik kom binnen als filmmaker, een soort chirurg. Je schakelt in dat proces een bepaald deel van jezelf uit, maar na sommige filmdagen met Kusters zat ik huilend in de auto, of was geraakt: boos.”
Als (documentaire)regisseur dien je je volkomen bewust te zijn van je eigen positie als filmmaker. Hoe heb jij dit ervaren in het maakproces van Shabu?
“Ik laat mijn hoofdpersonen heel vrij in mijn documentaires. Zij maken bijna de film.” Shabu gaat over een veertienjarige jongen uit Rotterdam-Zuid. Tijdens een zomervakantie rijdt hij de auto van zijn oma total loss, die op dat moment in Suriname verblijft. Hij krijgt ruzie met zijn familie en moet een plan bedenken om het goed te maken.


“Voor de scène waarin Shabu met zijn vriendinnetje in het zwembad ligt, wilde hij bepaalde zwembanden in hartjesvorm aanschaffen en matchende zonnebrillen. Ik kan als regisseur zeggen: ‘Ja, oké, maar het plan was dit, of dat.’ Toch ben ik iemand die erg meegaat in andermans wensen. De creatieve input van de ander op waarde schatten, en daarin de flexibiliteit vanuit mijzelf aanspreken, vind ik erg belangrijk. Het gaat tenslotte om het leven van een ander.”

Wat zie jij graag veranderen in het huidige Nederlandse documentairelandschap?
“Experiment. Veel makers spelen op veilig. Ik begrijp dat, want zo krijg je makkelijker subsidie, en win je prijzen." Met ‘veilig’ bedoelt Shamira niet alleen artistiek uitdagend. “Neem een verhaal over een vluchteling die goed terechtkomt, dat is altijd bingo. De meeste documentaires gaan over slachtofferverhalen. Dat vind ik een grote armoede. De mensen die die films kijken denken dat de werkelijkheid zo is, en de geportretteerden internaliseren de verhalen die over hen verteld worden. Doodzonde, want het is geen palet dat recht doet aan wie we zijn.”
Ze noemt het “pas echt interessant” wanneer makers uit hokjes durven te breken. “Tegenwoordig is dat zelden zo. Het heeft te maken met het subsidiestelsel waarbinnen we creëren, de omroepen waar we voor werken en de streamingplatforms. Ze willen voorgeschoteld krijgen wat ze al kennen, hetzelfde narratief. Een verhaal waarvan ze weten dat het verkoopt. Weet je wat ik écht zou willen? Dat iedereen durft om finaal zijn tanden uit zijn bek te vallen, en dat daar een subsidie voor komt: de grote op-je-plaat-gaan-subsidie.”
Wat is jouw belangrijkste advies aan regisseurs in spe met het oog op verandering van dit systeem?
“Denk erover na welke films er nog missen om een evenwichtig palet aan verhalen te tonen in Nederland en zoek daar een vernieuwde vorm bij; probeer eens wat anders. Interviewtje, iemand loopt door een bos, voice-over en vogels, dat kennen we al. Het probleem is echter niet dat regisseurs creativiteit missen, wel dat je product soms kapot wordt gemaakt doordat een omroep in de eerste vijf minuten wil weten waarover de film gaat.”
Mede daardoor heeft Shamira voor zichzelf bepaald dat ze het liefst niet meer met omroepen wil samenwerken. “Laat me dit nu heel hard zeggen en er daarna op terugkomen omdat ik geen werk meer krijg”, grinnikt Shamira. “Gelukkig heeft het Filmfonds een nieuwe regeling waardoor er voor het eerst geen omroep naast je hoeft te staan. Natuurlijk kun je er ook voor kiezen om je film in eigen beheer uit te brengen, maar dan bereik je wel een kleiner publiek. Makers verkeren daardoor vaak in een constante struggle. Je wil een groot bereik en succes op festivals, maar niet afhankelijk zijn van een omroep.”
Welk project kunnen we binnenkort van je verwachten?
“Ik maakte onlangs de fictieserie Sihame, samen met regisseur Lisette Donkersloot.” Het gaat over een meisje dat online wordt exposed, en vervolgens op een zeer gewelddadige manier wraak neemt. “Ze pakt echt de macht terug. Inclusief spijkerpistool plus balzak.” In Sihame staat expliciet geweld naast de flashbacks waarin je Sihame kwetsbaar ziet: verliefd, maar ook de band met haar moeder en zusje. “Met de serie willen we echt iets aankaarten. Voel maar allerlei emoties, van daaruit gaan we in gesprek. We willen geen handboek maken hoe vrouwen mannen moeten slashen, maar de ondertoon is wel dat we voor onszelf opkomen, en dat op dezelfde manier doen als mannelijke personages.”


Daarnaast is Shamira bezig met de afrondende fase van Shabu. “We zijn veel op pad in het buitenland. Inmiddels voelt hij echt als familie. Hij vraagt mij van alles, maar geeft mij tegelijkertijd geweldige levensadviezen. We hebben tegenwoordig ook matching outfits, allebei hetzelfde trainingspak. Shabu in het groen, ik in het paars. Wanneer we ergens heen gaan moet ik het van hem aantrekken. Ik zeg dan: ‘Ik zie eruit als een zestienjarige jongen, geen volwassen vrouw!’ Maar eerlijk: daarvan geniet ik enorm.”