Skip to content

Polaroid poëzie

EXPOSED X Robby Müller is alweer een tijdje geleden, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat we het zijn vergeten. Eén van de hoogtepunten van de avond waren toch wel de gedichten van Emma Stomp en Jannah Loontjens bij Robby Müllers prachtige polaroids. En omdat we er zo van weg van waren, vereeuwigen we deze gedichten met liefde hier op ons online magazine.

Door Exposed redactie10 juli 2016

Ergens ontvouwt zich iets

Krijgen wat je hebben wilt is soms een kwestie van iemands weerhaakjes loshalen zodat alles begint mee te geven en er ongeplande aanrakingen ontstaan. Ik verdwijn in de plooien van je jas zoals mensen de zee inlopen, aarzelend, omdat het lichaam eerst gewend moet raken aan de temperatuur voordat het zich kan laten gaan. Niet denken aan dat Great groots betekent nu, verwachtingen op elkaar gestapeld worden als Jenga blokken, dit op een bepaald punt begint te kantelen.

Iets moet aan scherven

Er zijn hier mensen die de liefde onder controle hebben zoals het eten met stokjes. Wij blijven overal in steken, kunnen de afstand tussen borden en monden nog altijd niet overbruggen. En ik zeg dat het tijd is om daadkrachtig te zijn nu, ergens een vinger op te leggen maar wat ik eigenlijk bedoel is dat je wel naar de zee kunt blijven schreeuwen dat je eb en vloed begrijpt, maar de zee hier niks mee doen zal, uiteindelijk alles een dreun zal geven.

Retraite

Het is donker en je weet niet waar, je weet niet hoe en welke kant je van het bed je nu uit moet rollen om op te staan. Ergens lees je dat je een paracetamol met coffeïne een opzwepend effect geeft, waardoor je hoopt alle stoelen aan de kant te kunnen schuiven maar je blijft maar liggen met een fles blue curaçao in je armen. Op de radio houdt iedereen zich aan de zendtijd, wordt je situatie telkens weer in drie minuten geschetst. Voor de zangers kun je je niet verstoppen achter het woord retraite, ze weten waar het pijnpunt zit en het breken begon.

De bedoeling

Hoe moet je doorgaan met leven als je telkens beren op de weg blijft zien, ook al is er op dit moment geen weg maar een waterbed waarop je op en neer ligt te deinen. Iemand zei dat dit goed was voor je rug, dat het opstaan beter zou gaan. Er waren tijden dat je onder deze lakens dook, jezelf in verre oceanen waande tot je op een gegeven moment natuurgetrouw wou zijn. Wanneer iemand je nu vraagt hoe het gaat laat je je stem op dezelfde manier dalen als de weerman doet wanneer hij de verwachte temperatuur noemt. Overal klinkt urgentie in door.

Dat dit het was

Als je ’s ochtends in de spiegel kijkt weet je dat er dingen zijn waarop je geen invloed meer uit kan oefenen. Oud worden gaat onopgemerkt totdat je niet langer voor bepaalde dingen hoeft te staan of juist kunt blijven zitten. Toch wil je nog altijd buiten het kader stappen om alles te overzien, zoals toeristen ook eerst naar het hoogste punt reizen voordat ze een stad trotseren. Je wacht tot er iemand uitstapt en een landkaart op de motorkap legt, je vertelt hoe lang dit nog duurt.

– Emma Stomp © 2016

Aan Robby Müller

Een tijd woonde ik in Amerika

ik zag een straat en dacht

ik zie de straat alsof ik erboven hang

alsof ik een bewakingscamera ben,

een vogel met vleugels als palmbladeren

aan mijn poten schoenen

die niet van mij zijn

Een tijd keek ik om me heen

meende dat ik door de kamer

van Müller liep

mijn stem klonk als Wenders

hij zei: doe alleen wat jij kunt doen

mijn benen bewogen als Jarmusch

mijn trui was van Kinski, natuurlijk,

rood, natuurlijk,

rood zoals Müller rood kon zien

zoals Müller groen in de schemerstraat

zoals Müller blauw geel

rood in de verdwenen zon

De rode trui herinnerde me ergens aan

en fietsen – dat kun je niet

met benen van Jarmusch

mijn trui leidde een eigen leven

lag, alsof ík haar met een achteloos

gebaar, had afgeworpen

de kamer een beetje opvullend

Een tijd bleef ik in een hotelkamer.

Op de gang was het behang roze.

Er is altijd iemand die je mist

elke kamer ademt verlangen

gevuld te worden

met spullen, stemmen, zuchten,

armbewegingen, seksuele lijven

herinneringen die blijven haken

aan lampenkappen, oude stukken

meubilair met hun

eenzame schaduwen

Een tijd staarde ik in de spiegel

sprak mezelf toe

met de stem van Wenders

die zei: doe alleen wat jij kunt

De trui lag er melancholiek bij

de tv zweeg

in de spiegel

zag ik een ruimte die er niet was

Müller zat in de ruimte die er niet was

hij lette niet op mij

Ik weet dat hij wist dat ik hem zag

Ook mijn trui, de Kinski-rode,

weet dat zij gezien werd, voelde

de gele geeuw van de lamp,

de koele blik van de spiegel,

de strenge hoed van de meester

Een tijd woonde ik in Amerika

ik zat er op een badrand

achteloos, zoals mijn trui,

de rode, over het bureau,

starend naar de tegels

en wist dat ik gezien werd

het was Müller die me zag

de wanden kleurden zalmroze

door het raam glipte helblauwe tocht

die me zei, met de stem van Wenders,

doe alleen wat jij

– Jannah Loontjens © 2016

Tags

Exposed