Escape from New York

Het naargeestige toekomstvisioen dat in Escape from New York van de Amerikaanse metropool anno 1997 (!) wordt geschetst, is geen werkelijkheid geworden. Maar in het scenario van regisseur John Carpenter is het er zo gevaarlijk dat de autoriteiten er een muur omheen hebben laten bouwen. Wanneer de president er in zijn Airforce One een noodlanding maakt is er maar één man die een bevrijdingsactie tot een goed einde kan brengen: Snake Plissken.

bandiet met ooglapje

Kurt Russell, met wie Carpenter eerder had samengewerkt voor de tv-film Elvis (1979), is Snake, een bandiet met een ooglapje die schijt heeft aan alles, vooral aan de autoriteiten die hem nu juist keihard nodighebben. Russell is übercool, in zijn oneliners en in de flegmatieke achteloosheid waarmee hij de klus te lijf gaat.

Escape zou uitgroeien tot een van de meest gekopieerde films van de jaren tachtig en kreeg een eigen vervolg in het satirische, wat minder geslaagde Escape from L.A. uit 1996, ook met Russell in de hoofdrol.

oude filmscores

Carpenter, die de laatste jaren volle zalen trekt met live-uitvoeringen van zijn oude filmscores en nieuwer autonoom werk, schreef voor vrijwel al zijn films zelf de muziek. Het repeterende thema van Halloween is misschien wel het meest iconisch gebleken, maar de score van Escape from New York doet er nauwelijks voor onder.

Carpenter schreef de muzikale thema's, die door geluidsontwerper Alan Howarth met synthesizers, keyboards, drumcomputer en gitaren in de verf werden gezet. De samenwerking beviel beide mannen zo goed, dat die nog zeven films lang zou worden voortgezet.