Skip to content

Amateurfilm

De eerste jaren van de film waren het vooral beroepsfilmers die opnames maakten. Filmcamera’s en filmstock waren simpelweg niet te krijgen voor de particuliere markt. De apparatuur was bovendien prijzig en log. Al snel experimenteerden fabrikanten echter met kleinere filmformaten, de zogeheten smalfilms, die in kleinere camera’s konden.

De doorbraak van 16mm

Met name 16mm-film ontpopte zich in de jaren twintig tot een ideaal formaat voor amateurs: al vrij snel kon je voor 16mm-film en de bijbehorende apparatuur terecht bij de reguliere fotohandel. Vanaf die tijd grepen ook vrijetijdsfilmers steeds vaker naar de camera.

Bloedserieus

Deze amateurs nemen hun filmliefde heel serieus. Rond 1930 gaan zij zich verenigen in eigen clubs zoals de Nederlandse Smalfilmliga - naar analogie met de Filmliga - en komt er een eigen maandblad (‘Het Veerwerk’) met nieuws over technische innovaties en inhoudelijke adviezen. De smalfilm bloeit in de jaren dertig.

Still uit een amateurfilm
Still uit een amateurfilm

Vakantie en kerst op super8

Na de Tweede Wereldoorlog zet deze filmclubcultuur zich voort, maar daarnaast komt er in de jaren zestig een nieuw soort filmamateur, met de introductie van de super8-film. Film wordt hiermee een consumptiegoed, en de super8-camera wordt net als het fototoestel een medium om het familieleven vast te leggen. Veel van deze huis-tuin-en-keukenfilmers hechten vooral aan gebruiksgemak en wisselen hun super8-camera in zodra video en digitale apparatuur op de markt komen.

Amateurfilm bij Eye

In de collectie van Eye is vooral de vooroorlogse amateurfilm sterk vertegenwoordigd - met name amateurfilms uit Nederlands-Indië en van filmmakers als Theo Regout en Alphons Hustinx die lange reisverslagen maakten van hun expedities door Afrika en Azië.