Wat was de insteek toen de Dolly voor het eerst haar deuren opende?
Marlon: De vroegere Dansen bij Jansen liep al een tijd niet meer goed. Het was getransformeerd van een gezellige Amsterdamse kroeg naar een verlopen corpsballencafé. In Amsterdam had je op cafégebied toentertijd, en eigenlijk nog steeds, grofweg twee opties: een praatcafé of een feestcafé. In die eerste zit iedereen keurig aan tafels een nachtlang te kletsen en is muziek niet of nauwelijks aanwezig. In die tweede wordt ontzettend veel gedronken en sta je lam te housen op foute muziek, zoiets als café Bubbels. Een tussenvorm, dus een café waar je kunt drinken én dansen op een ongedwongen manier, is waar de Dolly voor moet staan. Dat laagdrempelige is ook terug te zien in de kosten voor de entree, die is standaard rond de vijf euro.
Juri: Uitgaan is een sociale bezigheid, dat wordt nog wel eens vergeten. Ik vind het belangrijk dat mensen elkaar in ieder geval kunnen zien. Dat van die lampen is dus letterlijk; ik zorg altijd dat de verlichting precies goed is voor zowel gesprek als gedans. Ik heb niks met clubs waar het de hele avond superdonker is en je bijna verdwijnt in de muziek. Bij Dolly heb je wel de gezelligheid van een kroeg, maar niet de hoogdrempeligheid van een club. Qua programmering zoeken we ook eenzelfde balans. Aan de ene kant willen we dat de ‘kenner’ zich thuis voelt door een bepaalde kwaliteit de bewaken, aan de andere kant willen we ook dat de leek wordt meegetrokken en zijn er ook verassende concepten als de Belieber Night en een 6 uur set van FeestDJRuud.We programmeren veel disco en houden van ‘critjes’. Mensen moeten met een positief en warm gevoel het pand verlaten. Eigenlijk gaat dat best goed, de meeste DJs die hier draaien zijn jongens die we goed kennen en zorgen met hun achterban al voor een positieve sfeer.