Skip to content

Cinéma Magique: alle mensen die je in zwart-wit films ziet zijn nu dood

Tot en met 2 september staat Eye Filmmuseum op de Parade Amsterdam. En wel met Cinéma Magique, een eerbetoon aan de plek waar de filmgeschiedenis begon: een reizende tent. Feeërieke sprookjes van filmpionier Georges Méliès, exotische reisfilms, komedies en nog veel meer – Helena Hoogenkamp brengt verslag uit van haar bezoek aan de reisbioscoop.

Door Helena Hoogenkamp24 augustus 2018

Still uit L'écrin du Radjah (1906, Gaston Velle).
Still uit L'écrin du Radjah (1906, Gaston Velle).

De Amerikaanse schoonheid Hope Hampton draagt toiletten van Poiret, Lanvin en lacht bescheiden in de camera. Haar wangen zijn met de hand rood ingekleurd. Op een ander scherm in de tent loopt Ulla Spiro over een koord boven een leeuwenkooi. Haar echtgenoot is, eerder in het filmverhaal, door een gat in het vangnet gevallen en buiten beeld gestorven. De directeur van het circus heeft gedreigd met haar ontslag: ‘Vrouw Spiro moet over de leeuwenkooi op het draad gaan, anders is hier geen plaats meer voor haar.’ Dus legt Ulla haar zwarte rouwkostuum af, kust haar kind en balanceert boven een kooi vol echte leeuwen. Was de actrice die Ulla Spiro speelde bang om te vallen? Wat schoot er door de hoofden van de figuranten in ‘L’Orgie Romaine (1915) die uit een Romeinse paleiszaal werden verdreven door een horde losgelaten leeuwen? Was hun geluidloze geschreeuw knap acteerwerk?

De filmische installatie Cinéma Magique, die op acht schermen op de Parade wordt vertoond, laat zien hoe filmmakers rond 1910 enthousiast experimenteerden met het nog jonge medium. Gele ontploffende rook, een dame die uit een doosje kruipt, ontsnapte slangen en leeuwen in overvloed. Deze ‘feeërieken,’ met de hand ingekleurde, sprookjesachtige stille films werden honderd jaar geleden in kermistenten getoond en lieten het publiek kennismaken met bewegende beelden van zowel het alledaagse als het bizarre: Amerikaanse schoonheden, boksende zwaargewichten, uitvergrote insecten genaamd ‘vleeschvretende waterdieren.’ In ‘Monsieur Tack is de enige persoon ter wereld die op zijn hoofd kan lopen,’ springt een man op zijn hoofd van rechts naar links door het beeld, waarbij zijn nekwervels in stilte neerdreunen op een houten podium.

“We zien op de schermen Amerikaanse schoonheden, boksende zwaargewichten, uitvergrote insecten genaamd ‘vleeschvretende waterdieren’”

Rond 1900 werd bij stille films vaak (live-)muziek gespeeld en stond een explicateur naast het scherm om het verhaal uit te leggen. De verwikkelingen tussen acrobate Ulla Spiro en de vijandige dierentemmer Marengo zijn ook zonder explicateur goed te volgen door hun gezichtstuitdrukkingen, grote gebaren en door logisch oorzaak-gevolg redeneren. Als er leeuwen in beeld komen trekken ze hun wenkbrauwen hoog op, openen hun mond in een geluidloze O en rennen hard weg. Hoe moet het voor de acteurs zijn geweest om in deze fantasieën mee te spelen? Waren ze zich bewust van de impact van film en dat ze zouden gaan tijdsreizen, vanuit hun levens in 1910 naar de Parade in 2018?

© Studio Hans Wilschut
© Studio Hans Wilschut

In de loop van mijn leven heb ik wekelijks een paar films gezien, bij twee bioscopen gewerkt als operateur en sinds 2016 heb ik een smartphone waarop ik elke dag naar bewegende beelden kijk. De films in Cinéma Magique, sfeerbeelden van Volendam in de winter, wetenschappelijk opnamen van röntgenstralen die door een hand gaan en de fantastische, slapstickachtige clips van acrobaten die door de sterren rollen en een lachende maan, werden honderd jaar geleden bekeken in rondreizende kermissen door bezoekers die soms voor het eerst in hun leven bewegend beeld zagen. Die magie van het nieuwe werkt besmettelijk: ook ik bekijk deze toverfilms alsof alles nog kan gebeuren. Alle mensen die je in zwart-wit films ziet zijn nu dood, maar toen ze leefden acteerden ze met leeuwen.

Tags

Exposed