Zijn jullie, in die vijf jaar dat jullie nu bestaan, anders gaan programmeren?
Lisa: ‘In het tweede jaar hadden we een openingsfilm die heel heftig was, dat mensen echt huilend weg gingen. Toen realiseerden we ons: daar moet je toch goed over nadenken.’
Charlotte: ‘Dat was Nothing Bad Can Happen. Een hele mooie film over een jongen die een soort Jezus is. Iemand die nooit boos is, die altijd de andere wang toekeert. Hij wordt heel erg getest op zijn goedheid, eigenlijk helemaal kapot gemaakt.’
L: ‘Hij moet zich opofferen, het is echt een lijdensweg. Die jongen is zo puur en goed, maar zijn familie is zo naar. Er worden dingen gevisualiseerd die een mens niet kan verdragen. Ik wil nog steeds wel dat soort films programmeren, maar op de opening? Het jaar daarna hadden we Magical Girl, dat is echt een ultieme openingsfilm. Heel spannend, vol humor en ook vertederend.’
C: ‘Je wilt dat mensen verwonderd zijn. Of overdonderd. Dat ze erover napraten. Maar na Nothing Bad Can Happen wilde iedereen gewoon het liefst naar bed.’