Voor een zwarte Afrikaan was het in de jaren ‘80 bijna onmogelijk om een kunstopleiding te volgen. In Zuid-Afrika was studeren in het algemeen voornamelijk een blanke aangelegenheid. De grote uitzondering hierop was de onafhankelijke printstudio. Kentridge was verbonden aan de Caversham Press, een studio die werd opgericht tijdens het hoogtepunt van de late apartheid in 1985. Het doel van de oprichters was vooruitstrevend: het opleiden van Zuid-Afrikaanse kunstenaars met verschillende achtergronden en niveaus van ervaring. Zo hebben printstudio’s zoals de Caversham Press bijgedragen aan het dichten van het gat dat is ontstaan tijdens de apartheid.
De vele gezichten van Kentridge’s Ubu
William Kentridge (1955) is groot geworden met zijn zwart-wit animaties, maar naast het maken van animaties, houtskooltekeningen, theaterstukken en opera’s, is hij een printmaker. Ik wil het graag hebben over zijn printserie Ubu Tells the Truth (1996-97) en waarom dit specifieke medium zo karakteristiek is voor de Zuid-Afrikaanse kunst.
Door Lih-Lan Wong14 april 2015


Op deze manier kregen veel zwarte Afrikanen de mogelijkheid een opleiding tot printmaker te volgen. Onder zwarte kunstenaars was de linosnede (een uitgesneden afbeelding uit een stuk linoleum) erg geliefd. Veel van hen gebruikten de linosnede om in het zwart-wit persoonlijke en sociaal-politieke thema’s uit te beelden. Omdat er geen drukpers nodig was, kon de linosnede vlot worden gemaakt. Daarnaast leent de print zich uitstekend voor massaproductie en snelle verspreiding. Naast artistiek medium werd de print ook ingezet als instrument tegen het apartheidssysteem.
De kracht van print was dat het mensen tot actie aanzette. Ook Kentridge was zich bewust van deze werking. Voor de Caversham Press maakte hij een aantal series van politieke aard, zoals Ubu Tells the Truth. De titel is geïnspireerd op het negentiende-eeuwse toneelstuk van Alfred Jarry dat het verhaal vertelt van Ubu, die door zijn vrouw werd aangezet tot het bruut vermoorden van de koning. Ubu besteeg zelf de troon en zorgde eerst voor populaire hervormingen, maar werd op den duur besmet met corruptie en despotisme. In de serie van Kentridge is Ubu in tweeën gesplitst: een naakte man en het dikke, logge figuur van krijt op de achtergrond. Ubu is in deze serie een metafoor voor het wrede apartheidssysteem in Zuid-Afrika, maar verbeeldt ook de tweestrijd binnen het individu.

Als je langer kijkt zie je dat de menselijke Ubu in zijn dagelijkse routine (zoals douchen, onder de teen krabben, dansen) gevangen zit in het figuur van krijt. Attributen zoals een luidspreker en het zwaard benadrukken het soevereine karakter van het figuur op de achtergrond. Wie bekend is met het werk van Kentridge, herkent de kunstenaar zelf in zijn studio. Ubu staat dus niet alleen symbool voor het kwade systeem en de kwade (en goede) mens, maar is ook een constructie van zijn maker. Dit wordt duidelijk gemaakt door de aangegeven kopjes (“act I, scene 2”) boven de afbeeldingen. Kort na deze printserie maakte Kentridge het theaterstuk Ubu and the Truth Commission, waarin hij de legende rondom Ubu verbindt met de getuigenissen van de Waarheids – en Verzoeningscommissie na de afschaffing van de apartheid.

Wat ik sterk vind in het werk van Kentridge, is zijn vermogen een wereld te verbeelden vol tegenstrijdigheden. Een wereld die complex is en niet gereduceerd kan worden naar goed of slecht. Alleen in sprookjes staan de held en de slechterik tegenover elkaar. Dat is wat je ziet in Ubu Tells the Truth. Daarbij krijgt de printserie nog een extra dimensie: het medium staat voor democratisering en gelijkheid in Zuid-Afrika. Ook vandaag de dag zijn printstudio’s de plek waar jongeren uit kansarme omgevingen geschoold worden tot professionele printmakers. William Kentridge doneert regelmatig een deel van de prints uit zijn oeuvre aan de Artist Proof Studio. De opbrengst hiervan biedt de huidige Afrikaanse jeugd net als hun voorgangers de kans om via de print hun stem te laten horen.