Kijk, ik zie het zo: de Nederlandse taal is een boerenjongen. Een jongen met kaplaarzen aan die trekker rijdt, die van praktisch houdt. Zo’n jongen die maar moeilijk zonder te stampen de trap op komt. Je moet er van houden. Je moet het lief vinden dat zijn laarzen te groot zijn en de trekker gromt en bromt. Je moet er geduld voor hebben om te zien dat er onder dat harde, pokdalige en onhandige een zachte kant zit. Dan ontdek je dat daar woorden liggen als grasduinen, lillen of fnuiken en dat er geen woord is dat zo lekker scheldt als godverdomme.
De vijf mooiste Nederlandstalige filmdialogen
‘Nederlandse films… Dat is niks. Het Nederlands is geen goede taal voor film. Engels. In het Engels klinkt alles gewoon beter.’ Dat hoor ik vaak als ik vertel dat ik studeer om scenarist te worden, van Nederlandse films. Dan wordt er gezegd dat het Nederlands niet mooi is of te lomp. Men maakt liever gebruik van het Engels, waar alles klinkt zoals in de film en de dingen zachter klinken, minder direct. ‘I love you’ lijkt moderner dan een plechtig ‘ik hou van je’. Sowieso hebben we vaak een minderwaardigheidscomplex in Nederland als het gaat om taal en popcultuur.
Door Randa Peters24 april 2017
Want heus, tussen al wat er in Nederland aan films wordt gemaakt zitten prachtige voorbeelden van de Nederlandse taal. De kwaliteit van de Nederlandse film in het algemeen is weer een ander verhaal. Maar van de films die ons kikkerland te bieden heeft, zijn er genoeg waar het Nederlands zijn werk geweldig doet. Waar schrijvers, regisseurs en acteurs precies weten hoe de boerenjongen te bespelen en te gebruiken, zodat we er door moeten lachen, huilen of vrezen. Ik hou van de boerenjongen.
Alles is liefde (2007, scenario: Kim van Kooten, regie: Joram Lürsen)
Van Alles is Liefde kun je vinden wat je wil: te zoet, te wit, te Sinterklaas of te Valerio Zeno. Maar zelfs als je niet zo’n romantische inborst hebt valt er één ding niet te ontkennen. Kim van Kooten, die het scenario schreef, heeft een briljant gevoel voor dialoog en taal. Het is moeilijk kiezen wat het beste stukje dialoog is in Alles is Liefde. Misschien Thomas Acda die als Ted uitlegt aan zijn dochtertje dat hij toch echt moet werken op een uitslaapdag: ‘Papa heeft een paar keer uitgeslapen op dagen die eigenlijk geen uitslaapdag waren en nou moet ‘ie voor straf werken op een echte uitslaapdag.’ Of een Sinterklaas die als een boos kind op zijn mijter stampt en ‘Godvergodverkút’ schreeuwt, vind ik heel fijn. Toch ga ik voor bovenstaande. Hier weet Kim van Kooten haarfijn het zware, zoals het oprechte geloof in romantiek en de ware, te combineren met iets banaals als lekkende melktieten en iets extreem lulligs als toedeledokie. Dan weet je het Nederlands, de nuchterheid, de hardheid, het lullige in te zetten om een personage én bigger than life én heel herkenbaar te maken.
Dames4 (2015, scenario: Lotte Tabbers, regie: Maurice Trouwborst)
In deze ongemakkelijke scène had het hoofdpersonage zichzelf enig ongemak bespaard wanneer ze gewoon maar niets had gezegd. Ze heeft net de nieuwe tien jaar jongere trainer van haar voetbalteam oraal bevredigd en de jongen is daarna onmiddellijk met zijn huisgenoot gaan playstationen. Dat ze wel iets zegt siert haar overigens enorm. Oké, misschien ben je niet tot tranen toe geroerd door bovenstaand dialoog, of lijkt het wat alledaags of gewoontjes, maar dat is dus juist de kracht. Er is niets moeilijker dan perfect kunnen schrijven hoe mensen écht spreken. Lotte Tabbers doet dat in Dames4. Het was moeilijk één dialoog uit deze film te kiezen, de film is eigenlijk één grote dialoog. De personages lullen zich een slag in de rondte. Dialogen vindt ik vaak juist mooi als ze niet per se nuttig zijn voor het overbrengen van het verhaal. Dat geeft ruimte aan de taal. Spreken om het spreken: mensen doen het de hele dag en het is grenzeloos ontroerend. De verbale rompslomp in Dames4 geeft de personages kleur en maakt ze herkenbaar en levensecht.
Hemel (2012, scenario: Helena van der Meulen, regie: Sacha Polak)
Deze dialoog uit de film Hemel blijf ik keer op keer hartverscheurend vinden. Hemel draagt haar hart op haar tong. Ze zegt wat iedereen voelt die razend verliefd is. Ze spreekt dat tergende verlangen uit om precies te weten wat die ander denkt en voelt. Het verlangen om te weten wat er in zijn hoofd omgaat, omdat het hare helemaal vol zit met hem. Ze doet het met branie, maar eigenlijk is het heel kwetsbaar. Ze zegt dat ze hem wil openscheuren, maar eigenlijk scheurt ze zichzelf daarmee open. Ze zegt exact wat ze voelt. Vervolgens wordt ze door haar geliefde met zachte hand afgewezen. Au.
Simon (2004, scenario en regie: Eddy Terstall)
Simon wordt door mijn vrienden altijd genoemd als de beste Nederlandse film die ze ooit zagen. Ik geef ze geen ongelijk. Simon steelt onmiddellijk je hart met zijn grove Amsterdamse humor. Hij heeft niet alleen een groot talent voor lompe grappen, hij heeft ook ontzettend kanker. De film weet in Simon weergaloos het allerzwaarste, de dood, te combineren met het allerfijnste, humor. Kwetsbare personages met een grote bek zijn wat mij betreft altijd ontroerend. In deze dialoog komt dat mooi naar voren. Simon weet in alles wat zwaar is nog steeds lucht te blazen. Bovendien is de uitspraak ‘met je lul je vreten van tafel slaan’ er eentje om voor altijd te onthouden.
Schneider vs. Bax (2015, scenario en regie: Alex van Warmerdam)
Alex van Warmerdam kan niet ontbreken in dit lijstje. Eigenlijk zijn alle dialogen in al zijn films briljant. De manier waarop zijn personages spreken is doorgevoerd tot stijlmiddel: plechtig, gespeeld, absurd. Hij weet het Nederlands te bespelen, voor zijn karretje te spannen en er precies mee te doen wat hij wil. Ik had dus in principe elke film van Van Warmerdam kunnen kiezen, maar bovenstaande scène staat me momenteel het beste bij. De statements over muesli zijn te gek. Ze gaan net iets te lang door over ‘een redacteur’, waardoor het woord plots heel gek klinkt, zoals met alle woorden die je te vaak achter elkaar zegt. Alex van Warmerdam weet exact hoe je met taal kunt spelen, het onnozele van belang kunt maken en gewicht kunt leggen in vreemde dingen.