Skip to content

Deze animatietechnieken zijn 100 jaar oud (en worden nog steeds gebruikt)

Van Pokémon GO tot virtual reality: sinds de komst van computeranimatie wordt animatie op steeds meer manieren toegepast. Het leuke is dat in film de traditionele technieken nog bestaan, die verschillende animators een eeuw geleden uitvonden. Hier zeven pioniers die voorgoed hun stempel hebben gedrukt op de animatiewereld.

Door Grietje Hoogland26 augustus 2016

1. Georges Méliès (1902)

Film bestond pas zeven jaar, en toch wist Fransman Georges Méliès al precies hoe hij dit medium naar zijn hand kon zetten. Hij putte inspiratie uit het Vaudevilletheater met veel decors en kostuums, en bedacht de stop-substitutietechniek, wat wel gezien wordt als de eerste trucage. Door een stuk uit de filmstrip te knippen lijkt het net of iemand ineens verdwijnt, bijvoorbeeld in Voyage dans la Lune. De film duurt een kwartier, dus ‘sit back’ en laat je onderdompelen in Vaudevilletheater. In kleur, want de filmstrip werd ingekleurd! Liever direct de stop-substitutietechniek zien? Vanaf 10:30 zie je wezentjes ‘in rook opgaan’…

2. Émile Cohl (1908)

Tja, en als je je filmstrip in stukken blijkt te kunnen knippen, dan kan je ook één frame per keer opnemen en steeds tussendoor iets veranderen. Méliès’ landgenoot Émile Cohl tekende een poppetje op een vel papier en nam één frame op. Toen tekende hij een nieuwe en nam weer een beeldje op, etc. De eerste animatiefilm was een feit. Hij is op negatieve film opgenomen waardoor het een schoolbordeffect krijgt.

3. Winsor McCay (1910)

De Amerikaanse striptekenaar Winsor McCay werkte de techniek van de getekende animatiefilm verder uit. Zijn Little Nemo is een mooie vormoefening waarin hij fantasiefiguren oprekt en induwt, dingen die in live action niet kunnen, maar wel in animatie. Dat biedt eindeloze mogelijkheden. Honderden tekeningen waren ervoor nodig om deze film te maken:

4. Ladislas Starewich (1911)

Tegelijk met McCay was er in Rusland een directeur van een natuurhistorisch museum die een educatieve film wilde maken over insecten. Hij kreeg ze niet goed in beeld, dus gebruikte hij dode insecten uit het museum die hij frame voor frame modelleerde om ze te laten doen wat hij wilde. De eerste poppenanimatie was geboren. Hij ging verder met het maken van fictieve dierenverhalen, zoals dit verhaaltje over een mier en een sprinkhaan.

5. Walt Disney (1929-1939)

Na McCay nam een andere Amerikaan het stokje over en maakte vele getekende animaties: Walt Disney. Zijn Silly Symphonies waren oefeningen om karakters te ontwerpen en humor en timing te ontwikkelen in animatiefilm. Toen hij daar zeker van was kwam zijn eerste feature film uit: Snow White and the Seven Dwarfs (1936). Zijn studio groeide en groeide, en de kwaliteit groeide mee, maar hier begon het mee:

6. Lotte Reiniger (1926)

Een andere, erg mooie techniek is silhouetanimatie. Hiebij maak je ‘cut outs’ van karton die je beweegt of steeds verandert om beweging te krijgen. In 1917 maakte de Italiaanse Argentijn Quirino Cristiani de eerste silhouetanimatie El Apóstol, die helaas niet bewaard is gebleven. Het vroegste voorbeeld dat nog wel bestaat is Die Abenteuer des Prinzen Achmed van Lotte Reiniger.

7. Oskar Fischinger (1938)

Hoewel de meeste animaties gaan over karakters die iets beleven, bestond er ook abstracte animatie. De in Duitsland geboren Oskar Fischinger maakte zulke animaties met doorzichtige vellen, cels, over ondertekeningen. Geometrische figuren bewegen op muziek en veranderen van vorm en kleur. Hij opende hiermee de laatste mogelijkheden van animatie: het hoeft niet over mensen of dieren te gaan, alles wat je kan bedenken is te maken met animatie.

sill uit An Optical Poem (Oskar Fischinger, US 1938)
sill uit An Optical Poem (Oskar Fischinger, US 1938)

Tags

Exposed