Grote industriële complexen, gefilmd door camera’s die moeite hebben focus te vinden. Films zonder vast narratief die in een vrije loop van omstandigheden verhalen over de crisis van de moderne mens. Hoe Antonioni de moderne onrust verbeeldde – onder andere in zijn ‘trilogie van de vervreemding’ – beschreef Halbe Kuipers al eerder boeiend op deze website.
Een confrontatie met de angst
De films van de Italiaanse regisseur Michelangelo Antonioni werden in de jaren zestig door sommigen afgeschreven als saai, pretentieus en navelstaarderij. Nu lopen er weer regelmatig bioscoopzalen leeg tijdens vertoningen van Knight of Cups (2015) van Terrence Malick.
Wat schrikt de mensen toch af en wat verbindt deze filmmakers? Volgens Thomas van Huut is het waarschijnlijk de leegte die in de films wordt verbeeld.
Door Thomas van Huut08 oktober 2015
Meer recent geeft Terrence Malick met een vergelijkbare beeldtaal in zijn films opnieuw uitdrukking aan de onthechte mens. Hij raakt daarmee opnieuw een gevoelige snaar, getuige de leeglopende zalen.
‘Je wilde nooit helemaal in ons huwelijk zijn, maar ook niet erbuiten.’ Het is een van de zinnen die beklijft in de wolk van dromerige beelden, poëtische oneliners en snapshots die Malick zijn toeschouwers voorschotelt in Knight of Cups. Rick (Christian Bale) is het personage dat deze ijle wolk bij elkaar moet houden. Hij is een succesvolle screenwriter in Hollywood voor wie het succes, de mooie vrouwen en de feestjes op prachtige locaties voor het oprapen liggen. Dit zou jaloersmakend kunnen zijn, maar we zien vooral een man die er niet meer in slaagt verbinding te maken met zijn eigen leven.
Aan de bar van het filmtheater waar ik werk verschijnen regelmatig gedesillusioneerde bezoekers die maar liever bier gaan halen, dan nog langer toezien hoe fragmenten uit Ricks leven aan hen voorbij trekken. Wat stoort mensen zo aan deze film, dat ze weigeren zelfs maar tot de aftiteling uit te kijken? Waarschijnlijk de botsing met de leegte.
Het is misschien niet altijd geoorloofd om een film te duiden aan de hand van een filosoof, maar in het geval van Malick kan het niet minder toepasselijk. De filmmaker studeerde summa cum laude af in de filosofie en vertaalde werk van de Duitse filosoof Martin Heidegger. Het zou eerder gewaagd zijn te stellen dat Malicks films níet door Heidegger beïnvloed zijn, dan om te zeggen dat ze dit wel zijn.
Heidegger schrijft, in zijn meest invloedrijke boek Zijn en Tijd (1927), dat het leven alleen in de concrete situaties een betekenis heeft. We hebben op één of andere manier altijd al een idee waar we mee bezig zijn, zonder het daadwerkelijk te weten. Wanneer we de tram nemen weten we altijd waarom we dat doen, wanneer we schaken weten we waarom we willen winnen en ook het huwelijk geeft een bepaalde onbewuste oriëntatie op onze beweegredenen. Al deze concrete waartoe’s slaan terug op een ‘primair waartoe’ vol oningevulde levensmogelijkheden. Dat primaire waartoe is oningevuld, en juist daarom zijn we tot op zekere hoogte vrij om zelf invulling te geven aan ons leven.
In het alledaagse leven, tussen de andere mensen, zijn we ons niet bewust van het primaire waartoe. We zijn zo in beslag genomen door de ‘orde van de dag’ dat we deze niet bevragen. Wanneer we om onduidelijke redenen – een groot persoonlijk verlies zou een aannemelijke oorzaak kunnen zijn – ons bewust worden van het open karakter van het primaire waartoe, waar onze alledaagse waartoe’s op terugslaan, worden we overvallen door angst. Angst dat het betekenisvolle alledaagse leven dreigt in te storten vanwege de confrontatie met de openheid van het primaire waartoe. Meestal vluchten we dan weer terug naar onze alledaagse bezigheden, maar een confrontatie met de angst zou ons bewust kunnen maken van de vrijheid. Dan zouden we ons op een vrije manier kunnen verhouden tot onze keuzes in het alledaagse, zonder ze als altijd al vanzelfsprekend te ervaren.
Bloedmooie vrouwen, prachtige locaties, opdrachtgevers die hem smeken een opdracht aan te nemen: Rick heeft alle reden om intens gelukkig te zijn. Al zijn alledaagse behoeftes zijn vervuld en het leven lijkt nog meer voor hem in petto te hebben. Toch lukt het hem niet om verbinding te maken. Rick is compleet vervreemd van het narratief van zijn eigen leven. Door zijn succes is hij zijn verbinding met het concrete bestaan ontstegen, ongelukkig zweeft hij in de oningevuldheid van het primaire waartoe.
Rick’s onthechting wordt bijvoorbeeld duidelijk op het moment wanneer hij in zijn appartement twee inbrekers tegen het lijf loopt. Hij verzet zich niet, zegt niet eens iets. Want waarom zou je voorkomen dat je dure televisie gestolen wordt wanneer je niet eens het idee hebt er voor te hebben gewerkt? Wanneer je in staat bent de volgende dag zonder het te voelen een nieuwe te kopen?
De zoekende camera die altijd in beweging is, het bijna verdwenen narratief, de oneliners waarvan onduidelijk is wie ze uitspreekt: alle technieken worden door Malick ingezet om de onthechting voelbaar te maken. Het is voor de kijker soms bijna net zo onmogelijk verbinding te maken met de film als dat het voor Rick is die te maken met zijn eigen leven. We vóelen de angst die zich van Rick meester maakt.
In de techniek van Malick echoot een uitspraak van Antonioni. Tegen een criticus zou hij eens gezegd hebben: ‘Mensen zeggen vaak: schrijf een film. Maar waarom niet: schilder een film?’ Dat is precies wat Malick ook doet, met beelden vorm geven aan de geestelijke ervaring van het hoofdpersonage. Dat de film onsamenhangend is kan geen kritiek zijn, het toont juist de kunst van de regisseur om het medium in te zetten voor zijn onderwerp.
‘Dreams are nice, but you can’t live in them.’, fluistert een schaars geklede danseres in Ricks oor. Oneindigheid en succes zijn een mooi streven, maar een onleefbaar ideaal. Ook veertig jaar na Antonioni’s ‘trilogie over vervreemding’ leidt de confrontatie met de leegte helaas nog steeds geregeld tot leeglopende bioscoopzalen.
De tentoonstelling Michelangelo Antonioni: il maestro del cinema moderno is tot half januari te zien in Eye. Knight of Cups draait nu in de bioscoop.