Skip to content

Found Footage filmmaken & copyright: Een interview met Claudy Op den Kamp

Als onderdeel van de openbare lezingenreeks This is Film! Film Heritage in Practice, gewijd aan opmerkelijke projecten op het gebied van filmrestauratie en filmerfgoed, nodigde het Eye Filmmuseum Claudy Op den Kamp, universitair hoofddocent in Film aan de Bournemouth University (UK), uit om te komen praten over het onderwerp auteursrecht. De praktijk van het film-maken van found footage is enorm veranderd in het digitale tijdperk, waardoor auteursrecht, copyright, een belangrijk onderwerp is geworden. In haar lezing laat Claudy Op den Kamp zien hoe copyright op verschillende manieren wordt 'geactiveerd' in kunst- en filmcontexten, onder meer aan de hand van de Film ist. trilogie (1998-2009) van Gustav Deutsch. Als onderdeel van deze eerste lezing is een speciale online versie van Film ist. beschikbaar gemaakt op de Eye Film Player. Door copyrightbeperkingen bestaat deze versie uit geselecteerde hoofdstukken uit Film ist. (1-6) en Filmist. (7-12).

Door Greta Calaciura08 juni 2021

still uit Film ist. a girl & a gun (Gustav Deutsch, 2009)
still uit Film ist. a girl & a gun (Gustav Deutsch, 2009)

Over Claudy Op den Kamp

Claudy Op den Kamp is gepromoveerd aan de Plymouth University op de relatie tussen copyright, toegang tot archieffilm en filmhistoriografie. Ze is afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam (Film- en Televisiestudies) en de University of East Anglia (Filmarchivering). Ze werkte onder andere als accountmanager van Haghefilm Digitaal, projectleider filmrestauratie bij het Nederlands Filmmuseum en als senior onderzoeksassistent bij de afdeling Filmstudies van de Universiteit van Zürich. Ze was te gast bij Eye voor de 2020-editie van This is Film! Film Heritage in Practice, en keerde in 2021 terug voor hetzelfde onderwerp.

Tijdens haar lezing tijdens de 2020 editie van This is Film! Film Heritage in Practice, introduceerde en definieerde Claudy op den Kamp de paraplutermen Intellectual Property (IP) en copyright (auteursrecht). Met deze begrippen dook zij in de controverses omtrent de distributie van Los Angeles Plays Itself (Thom Andersen, 2003). Voor de 2021 editie was ze oorspronkelijk van plan om die discussie verder uit te werken door Public Domain
(USA, Hollis Frampton, 16mm, 1972) en Film ist. a girl & a gun (AT, Gustav Deutsch, 35mm, 2009) te tonen. Beide films zijn echter niet gedigitaliseerd noch goedgekeurd voor online gebruik: een feit dat haar argument en idee, dat copyright op verschillende manieren wordt geactiveerd in verschillende distributiecontexten, daarmee ondersteunt. Meer dan tien jaar geleden vertelde Gustav Deutsch haar zelfs persoonlijk dat hij voorzag dat Film ist. a girl & a gun nooit op commerciële wijze vertoond zou worden en dat het moeilijk zou blijken om de film te beschikbaar te maken voor enig ander gebruik dan theatrale vertoningen. En hier zijn we dan, tien jaar later, nog steeds niet in staat om het laatste deel van deze trilogie online te laten zien.

still uit Film ist. (Gustav Deutsch, AT 2009)
still uit Film ist. (Gustav Deutsch, AT 2009)
Je moet cookies accepteren om dit te kunnen kijken.
slide This is Film! 2021 #1: Copyright
This is Film! 2021, #1: Copyright
still uit Film ist. (Gustav Deutsch, AT 2009)
still uit Film ist. (Gustav Deutsch, AT 2009)
still uit Film ist. (Gustav Deutsch, AT 2009)
still uit Film ist. (Gustav Deutsch, AT 2009)

Copyright: niet alleen een lijst van dingen die je niet kunt doen

In uw eerste lezing bij This is Film! 2020 benadrukte u hoe jammer het is dat copyright vaak gezien wordt als een lijst van dingen die je niet mag doen, in plaats van dingen die je wél kan doen. U daagt uw studenten uit om actief materieel eigendom van anderen te gebruiken, de UK Channel 4 richtlijnen in acht nemend. Zou u kunnen uitleggen wat voor activiteiten en oefeningen uw studenten uitvoeren? En wat is hun reactie op dergelijke activiteiten?

Toen ik mij verdiepte in het onderwerp film en copyright, besefte ik mij, vooral door mijn archiefachtergrond, dat ik een manier nodig had om dit onderwerp belangrijk te maken voor mijn studenten. Ik begreep al snel dat het gebruik van copyrightuitzonderingen erg krachtig en belangrijk voor hen was als filmmakers: het ontdekken van situaties waarin het is toegestaan om andermans werk te hergebruiken. Hierdoor vond er, ook voor mij, een grote verandering plaats. Vooral in een creatieve context wordt copyright gezien als een lijst van dingen die niet zijn toegestaan. De focus op copyrightuitzonderingen bleek bekrachtigend voor ons allemaal, omdat het een genot was om copyright in een constructief licht te kunnen onderwijzen.

In het laatste semester hebben we geweldig werk gemaakt zien worden. Ik doceer dit specifieke onderdeel met mijn collegae James [Fair], een film maker, en Melanie [Brown], een advocaat. We geven de studenten twee opties voor hun project. De eerste optie is om een adaptatie te maken van een boek wat ze interesseert. Dan bouwen ze een reeks documenten op, zoals een “audience positioning” instructiebrief, een treatment en een optieovereenkomst – ze stellen eigenlijk een contract op. Ook schrijven ze een kritische analyse over hoe hun IP beslissingen in relatie staan tot hun creatieve ingrepen.

De tweede optie is wat wij een ‘collagementary’ noemen: hierbij maken de studenten iets tussen de 5-7 minuten dat is ofwel deels ofwel volledig opgebouwd uit materiaal van anderen. Ook bij deze opdracht worden de door omroep Channel 4 geformuleerde Fair Dealing Guidelines als richtlijn gebruikt. Bij deze optie schrijven de studenten eveneens een kritische analyse.

Het beste werk
wat we hebben gezien dit semester gebruikte Eric Fadden’s A Fair(y) Use Tale als inspiratie. Professor Fadden van Bucknell University maakte deze educatieve video over copyright samen met zijn studenten, waarbij hij animatiefragmenten van Disney samenvoegde om uit te leggen wat fair use is. Dit deed hij door de personages uit de Disney-films de woorden van het script te laten uitspreken. Wat deze video erg sterk maakte is het feit dat Disney juist bekend staat om elke artiest aan te klagen die ook maar een blik durft te werpen in de richting van hun werk. Onze student nam deze video als inspiratiebron om een soortgelijk iets te gaan doen met het werk van JK Rowling. Hij schreef een kritische reactie op het essay van JK Rowling, wat ze publiceerde in juni 2020, dat veelvuldig is bekritiseerd om de transfobie die het bevat. De student liet elk woord uitspreken door de personages van de Harry Potter en Fantastic Beasts films.

Je moet cookies accepteren om dit te kunnen kijken.
placeholder A Fair(y) Use Tale
A Fair(y) Use Tale by Eric Faden

Zoals je in je tekst Art of Defiance: Found Footage, Legal Provenance, and the "Aesthetics of Access" bespreekt, "kunnen archieven fungeren als een belemmering of katalysator voor found footage-filmmakers om hen toegang te geven tot uniek materiaal" en "zeer verstrekkende toegang tot video-inhoud buiten die context heeft de behoefte van found footage-filmmakers veranderd om via audiovisuele archieven te werken”. Welke bronnen hebben uw leerlingen gebruikt voor dit project?

Geen van de studenten is naar een fysiek archief gegaan, dat is zeker. Ik denk dat mijn studenten erg van de generatie “als het niet online staat, bestaat het niet” is. Voor mijn persoonlijk was het nodig om binnen een archief te werken om er mijn weg te leren vinden, maar van buiten kunnen deze instituten als een dichtgemetseld fort ogen.

Over het algemeen zou ik zeggen dat, om studenten te enthousiasmeren voor iets wat erg ver van hun bed staat, je het in haplklare stukjes aan hen moet aanbieden, terwijl je het liefst ook nog wat passie voor het onderwerp kan uitstralen. Silent Cinema bijvoorbeeld. We besloten om de studenten mee te nemen naar een vertoning van een Buster Keaton film in het BFI, met live pianomuziek. Het was een ongelooflijke ervaring: ze waren totaal verrast. Ik was blij dat we in staat waren om op deze manier zo een film aan hen te tonen, omdat ze uit zichzelf misschien nooit ergens zouden komen om een stomme film te gaan zien.

En op die manier is het dus is het altijd leuk om te zien dat een of twee studenten uit een dergelijke ervaring komen met een nieuwgevonden passie voor archief! Bovendien weerspiegelt het mijn eigen ervaring: ik zag Peter Delpeut’s Lyrical Nitrate in de filmklas tijdens mijn studententijd en het blies me destijds omver. Uiteindelijk ging ik bij het Nederlands Filmmuseum werken, waar de film origineel vandaan kwam. NFM, wat nu Eye Filmmuseum is, is heel goed in het zichtbaar en aantrekkelijk maken van hun materiaal, op onconventionele wijze. Vooral in deze setting, in dit geweldig nieuwe gebouw waar zo veel andere dingen gebeuren, kan het niet anders dat eens in de zoveel tijd iemand naar binnen zal wandelen en volledig verrast en gefascineerd zal zijn door wat er te zien is.

Echter, als ik naar mijn studenten kijk kan je zien dat hun wereld en filmervaring, wat ver van de archiefwereld ligt, zo snel verandert dat het archief als concept onder druk staat. Als je wilt werken met een archief betekent dat over het algemeen dat je moet kunnen werken met beperkingen en onderhandelingen, en volgens hun regels: niet iedereen is bereid om zo vastberaden te zijn!

Lyrisch Nitraat / Lyrical Nitrate (Peter Delpeut, 1991)
beeld uit Lyrisch Nitraat / Lyrical Nitrate (Peter Delpeut, 1991)

Zou je kunnen stellen dat de praktijk omtrent het gebruik van andermans materiaal soms prominenter is geweest dan in andere tijden? Of is het iets wat altijd belangrijk en veelgebruikt is? Is er ooit een “gouden eeuw” geweest?

De vroegste voorbeelden die we kennen van mensen die andermans materiaal gebruikten zijn zo oud als film zelf: de twee gaan haast hand in hand, wat op zichzelf al een interessant feit is. Je kan zien dat de praktijk in sommige tijden veel meer een “underground” kunstpraktijk was maar er zijn ook zeker pieken. In de jaren 90 bijvoorbeeld, was er een enorme stijging in found footage films waarin zeer herkenbaar en beroemd materiaal werd hergebruikt. Ook op literair gebied kan je dit onderwerp zien opkomen tijdens die periode. Op dit moment zien we supercuts, fan video’s, en “collagementaries”. Het is zo ongelooflijk simpel geworden om dit soort werk te maken, dat we beland zijn op een plek waar het haast de norm is geworden om andermans materiaal te hergebruiken. Een van de grote vragen die ik over dit onderwerp in mijn nieuwe boek wil stellen is: kunnen we überhaupt wel deze praktijken vergelijken? Is de één een verlengstuk van de ander? Zijn deze schuivende definities belangrijk? En misschien is, als ik zo naar mijn studenten kijk, de definitie van een archief ook wel aan het veranderen. Ik ben geïnteresseerd in de onderhandelingen tussen al deze elementen, maar bovenal zou ik mijn studenten voor henzelf willen laten nadenken terwijl ze in deze vragen duiken, en aan het eind van de dag hun eigen stem zullen vinden als filmmaker.