Presser is waarschijnlijk de grootste ‘cinecrowdfunder’ van Nederland. Sinds 2011 gaf hij geld aan meer dan honderd films. Soms vijftig euro, soms duizend. Terwijl ‘ie absoluut niet rijk is. ‘De een koopt een groot huis of een dure auto, of gaat zes keer per jaar op vakantie. Films steunen is mijn passie.’ Collega’s snappen geen bal van zijn bijzondere hobby. ‘Bij de bank is iedereen vooral met zichzelf bezig, of met het gezin.’ Voor de ongehuwde Presser zijn de films zijn ware kindjes.
Harro Presser gaat niet op vakantie, maar sponsorde wel al meer dan honderd films
Vorige week kon ik Harro Presser helaas niet spreken. Hij had een ‘hectische week’, vertelde hij via mail. De vijftiger werkt in het dagelijks leven voor een bank, maar het was – tegen mijn verwachtingen in – niet zijn werk dat een interview onmogelijk maakte. Presser was op het afstudeerfestival van de Filmacademie. ‘Maandag de pers- en relatiedag, dinsdag de premières, woensdag een workshop en nog meer premières…’ en zo ging het nog even door. Eigenlijk niet gek, als je nagaat dat hij elf van de twaalf afstudeerfilms heeft gesponsord.
Door Maarten van Gestel11 juli 2017
Kansen geven
Zijn passie voor film ontstond pas op late leeftijd. ‘Ik groeide op in een dorp in Oost-Nederland. Zoiets als de Filmacademie bestond voor mij niet. Bij ons thuis waren dat ‘kunstfratsen’.’ Toen hij later toch cinefiel werd, vond hij zichzelf te oud om alsnog een film te maken. Dus besloot hij jonge makers te helpen. ‘Als ik nu bij een première zit, voelt het voor een heel klein beetje toch als mijn film.’
Op Cinecrowd hoeft Presser tegenwoordig geen urenlang meer te zoeken – de projecten vinden hem inmiddels wel. ‘Als ik dan vraag hoe ze aan mijn nummer komen, blijkt er altijd wel iemand ‘Harro Presser!’ te roepen wanneer je om financiertips vraagt.’ Zo streng als fondsen en omroepen is hij bij lange na niet, maar hij leest altijd eerst het script voordat hij beslist of een film zijn investering waard is.
Aan de beste film van Nederland hoeft hij niet bij te dragen. Zolang hij jonge makers een kans kan geven, is Presser een gelukkig mens. Aan die scripts maakt hij geen aanpassingen (‘zij kunnen dat veel beter dan ik’) en slechts heel soms geeft hij een suggestie: ‘Dat zie ik uiteindelijk eigenlijk nooit in de film terug. Geeft niks; ik vind het allang mooi dat de producent mijn mening aan de scenarist doorgeeft.’
Aan de wieg
Tijdens het draaien houdt hij dagelijks de callsheets in de gaten. Zo vult hij zijn vrije tijd met het bijhouden van ‘zijn’ verschillende producties. Soms wordt ‘ie uitgenodigd op de set, en zijn woning ligt inmiddels vol met posters en andere bedankjes van filmmakers. ‘Het meeste houd ik goed verpakt. Als zo’n regisseur later doorbreekt, heb ik een mooi aandenken om te laten zien dat ik daarvan aan de wieg heb gestaan.’
Zijn giften maken Presser hoe dan ook de beste vriend van deze lichting van de Filmacademie. Op de première van Bloed Kruipt, een van de afstudeerfilms waaraan Presser heeft bijgedragen, hoor je de studenten grappen: ‘Ze zouden een standbeeld van Harro op het dak van de academie moeten neerzetten.’ En: ‘Volgend jaar moeten ze een Harro Presser-prijs uitreiken.’ Daar zit ‘ie zelf niet echt op te wachten. ‘Mijn naam in de aftiteling is voldoende. Bij meer dan dat wordt ’t ongemakkelijk. Ik doe dit voor hun, niet voor mezelf.’
Maar toch: heel diep in Pressers hart ligt een filmmaker verscholen. Bang om zijn huidige baan kwijt te raken – zoals sommige van zijn collega’s – is hij in ieder geval niet. ‘Als ze van me af willen, mogen ze me een mooie som geld meegeven. Dan koop ik een oud busje en word ik alsnog runner.’