Luke Shirock (Manilla, 1987) is een Amerikaanse filmmaker en componist. Hij studeerde Music Composition aan The Chicago School of Performing Arts en behaalde zijn research MA Cultural Analysis aan de UvA in Amsterdam. Bij de vele projecten waar hij zowel tijdens als na zijn studie aan heeft gewerkt, gaat Lukes voornaamste interesse uit naar het aftasten van de grenzen van en tussen de media waarmee hij werkt: film en muziek. Op dit moment legt Luke de laatste hand aan Tommy Battles the Silver Sea Dragon, zijn eerste speelfilm. Een musical.
Het karakter van geluid
Cinema Concert is een doorlopende serie van Eye waarin stille films begeleid worden door live muziek. Zondag 15 november is de eerstvolgende voorstelling: Der Golem: wie er in die Welt kam (1920) en zal begeleid worden door de Russische pianiste Olga Pashenko. Met deze bijzondere programmering zet Eye een historische traditie voort, die helaas nog maar weinig voorkomt. Zonde. Muziek dient namelijk niet alleen ter invulling van een gebrek aan geluid, maar functioneert zelf ook als belangrijke stem in het geheel.
Door muziek uit een film te extraheren en ter plekke uit te voeren, breek je de filmbeleving open voor de toeschouwer. Dit is de grote aantrekkingskracht van het gebruik van live muziek voor de jonge filmmaker Luke Shirock. Tot voor kort vaste bezoeker van Cinema Concert, nu veelbelovend regisseur in New York.
Door Julien Staartjes10 november 2015

“Idealiter voer ik muziek live uit. Het is iets waar ik naar streef in al mijn projecten. Als ik componeer voor een film, houd ik het live aspect in gedachte.” Voor Luke is filmmaken verder kijken dan het schieten van mooie beelden en het visualiseren van een verhaal. Hij is altijd bezig met de symbiose tussen beeld en geluid. Juist in de dialoog tussen die twee kunstvormen zit het experiment besloten.
Geïnspireerd door theorieën van avantgardistische toneelschrijvers als Bertolt Brecht en Antonin Artaud, ziet Luke het combineren van live muziek en film als een manier om zowel een afstand te creëren met het publiek, als het een onderdompelende ervaring te bieden. Muziek wordt vaak gebruikt om een scène dik aan te zetten, zoals bij de welbekende Hollywood-violen. Door de muziek uit de film te halen en het op een podium te plaatsen wordt het proces zichtbaar en daarmee valt het manipulatieve effect weg. Tegelijkertijd wordt het publiek onderdeel van het geheel, als bij een concertervaring.


“Cinema had vroeger een performative element dat helaas verloren is gegaan toen men film met gesynchroniseerd geluid begon te vertonen. Ik vind het zonde, want juist in de prille dagen van de cinema werd er veel geëxperimenteerd met geluid. Tegenwoordig zitten we in een donkere kamer. We kijken naar een scherm en we absorberen het materiaal. De ervaring is anoniem en individueel. Zelfs als je met vrienden gaat, praat en beweeg je niet. Hardop lachen is ongeveer de enige toegestane reactie van het publiek.” Het is een streven van Luke om de cinema te theatraliseren. Filmbezoek moet niet langer enkel gezien worden als een passieve en op consumptie gerichte activiteit, maar als een performative event. “Bij theater is er meer interactie en uitnodiging tot activiteit. Het effect van de zwarte, hypnotiserende doos ontbreekt. Je bent je meer bewust van waar je naar kijkt en je bent hopelijk ook kritischer”.
Met zijn films won hij eerder al prijzen op onder andere het Amsterdamse Studentenfestival en zijn korte film Sponge (2013) vond zijn weg naar internationale festivals. Opzichzelfstaande projecten. Toch lijken ze tot zekere hoogte blauwdrukken voor Luke’s meest ambitieuze project tot nu toe: Tommy Battles the Silver Sea Dragon, een grootschalig en onafhankelijke filmproductie dat volgend jaar op de Amerikaanse filmfestivals in premiere zal gaan.
“De hoofdpersoon Tommy draagt een schuldgevoel met zich mee voor het overlijden van zijn moeder tijdens zijn geboorte. Het is een surrealistisch muzikaal drama dat zich voor een groot deel afspeelt in Tommy’s onderbewuste. Hij klaagt zichzelf aan voor de moord op zijn moeder. Door middel van flashbacks ontvouwt het verhaal zich. We zien beelden uit zijn jeugd, maar ook een romance die zich ontvouwt en nogal tragisch eindigt. Het is een vrij donker verhaal over het leren om jezelf te vergeven. Er wordt veel in gezongen. Ongeveer een derde van de dialoog is gesproken, de rest is muziek. Het zijn geen losse nummers. De muziek functioneert als in een opera.”

Voor het maken van de film verruilde Luke Amsterdam voor New York. “Ik ben naar New York verhuisd, omdat ik wist dat ik hier kon doen wat ik wilde doen. Het is hier makkelijker om de juiste mensen te vinden om mee te werken. Ook heb ik hier geen last van een taalbarrière. Toch denk ik dat er in Europa meer publiek is voor dit soort films. In Amerika is filmmaken commercieel en productgericht. De enige plek voor avant garde zijn de festivals. Het artistieke proces is ondergeschikt en aan het eind van de rit moet je iets hebben dat je kunt verkopen. In die zin heb ik het mijzelf zeker niet makkelijk gemaakt.”