Die visie belicht hij ook in zijn films, die qua genre soms ver uiteen liggen, maar uiteindelijk altijd op zeer expliciete wijze refereren aan de lichamelijkheid van ons, mensen. Of het nu gaat om een psychologische thriller (A Dangerous Method), sciencefiction body horror (The Fly, Scanners) of om een zwarte komedie zoals zijn nieuwste film Maps to the Stars: al zijn meester-werkjes staan bol van vervreemdende plots, gemutileerde lichaamsdelen en vleselijke driften.
Het Nieuwe Vlees
I think body is what we are. The body is the first fact of the human condition.
Dat zijn de woorden van de Canadese filmregisseur David Cronenberg (1943). Een existentialist noemt hij zichzelf: iemand die gelooft dat een mens éérst als lichaam – als ‘body’ – op de wereld verschijnt, en pas daarna betekenis aan zijn leven geeft door middel van zijn acties.
Door Meike Scholten03 juni 2014
Neem voor een kijkje in het bizarre brein van Cronenberg bijvoorbeeld Shivers, een inmiddels tot cultstatus verheven film uit 1975 waarover na de premiere in Canada zelfs kamervragen werden gesteld. Daarin is de hoofdrol weggelegd voor een bloederige, pezige soa die zich al kruipend voortbeweegt en zich langzaam in de huid van zijn slachtoffers wringt. Iedereen die besmet raakt, wordt bevangen door een onstilbare seksdrift. Uiteraard krijgen al die seksende mensen daardoor ook een soa, en zo is het einde zoek. De film eindigt met de wereld als één grote orgie, één ontzagwekkend vleesfestijn.
Of deze: In eXistenZ verfilmt Cronenberg het verhaal van computerspelontwerper Allegra Geller (Jennifer Jason Leigh) die haar nieuwste “virtual reality”-spel eXistenZ test op een groep vrijwilligers. Om het spel te spelen, moeten de spelers een “pod” (een organische variant van een spelcontroller) inpluggen in hun “bio-port”, een opening die chirurgisch is aangebracht onderaan hun ruggenwervel en waarvan de aansluiting nog het meest lijkt op een buttplug. In het avontuur dat volgt, lopen de virtuele gamewereld en de realiteit zodanig door elkaar dat het onmogelijk wordt die twee nog uit elkaar te houden.
Met de keuze voor die mix-up van realiteit en virtualiteit sloeg Cronenberg al vroeg de spijker op zijn kop: zijn filmklassiekers uit de afgelopen decennia blijken voorbodes voor onze huidige realiteit, die steeds meer lijkt te versmelten met ons digitale leven.
In hoeverre leven we tegenwoordig immers nog écht in ons vlees? Verdwijnen we niet steeds meer in een wereld vol technologie, die als verlengstuk van ons lichaam dient? En wordt onze lichamelijkheid, onze vleselijke drift, juist niet het meest tot uitdrukking gebracht door middel van technologie? Seks met apparaten, dates via computers, operaties door robots en kleine machines die onze levensfuncties in stand houden…
"In hoeverre zijn we nog? En zijn we nog ons lichaam?"
Cronenberg stelt het eenvoudig zo: ‘I see technology as being an extension of the human body’. Technologie als verlengstuk van je lichaam, als middel om de werkelijkheid vanuit nog meer verschillende perspectieven te ervaren. Vergroeid met ons lichaam, is techniek van invloed op ons lijf en op onze psyche. Technologie is daarmee, zo zou je kunnen zeggen, het zintuig van de eenentwintigste eeuw. Technologie is Het Nieuwe Vlees.
Die ontdekking vieren we. In Eye. Met 1) een overzichtstentoonstelling bij het oeuvre van David Cronenberg en 2) een knaller van een openingsfeest op 21 juni, genaamd Het Nieuwe Vlees. Daar stappen we, net als de hoofdpersonages uit de films van Cronenberg, in ons nieuwe vel. We verkennen onze nieuwe realiteit die zich uitbreidt tot ver buiten ons eigen lichaam, met muziek, techniek en performance.