Viktor van der Valk wordt sinds zijn recente langspeeldebuut Nocturne de enfant terrible van de Nederlandse cinema genoemd, Jeroen Scholten van Aschat is de gevoelige denker met wie Viktor zijn films schrijft – komt het verlangen om te maken voort uit het niet begrijpen? Vandaag spreken we niet over de waarheid, maar over het niet weten.
Interview met Viktor van der Valk en Jeroen Scholten van Aschat: ‘Ik hoop dat ik nog lang op de verbeelding durf vertrouwen’
Kate Voet, zelf filmregisseur, spreekt filmmaker Viktor van der Valk en co-scenarist Jeroen Scholten van Aschat na hun talk op Rotterdams Open Doek over hun samenwerkingen (Onno de Onwetende, Nocturne en de Fotocamera), maar ook over kwetsbaarheid, schrijven vanuit een vreemd gevoel en de lange zoektocht naar antwoorden, die je soms liever niet wilt vinden. Een ontmoeting over film, een gesprek over maken.
Door Exposed redactie06 juni 2019

Als onderzoekers van de vorm, verslingerd aan de dans tussen alle aspecten van de filmtaal, begonnen Viktor en Jeroen hun samenwerking met de korte film Onno de Onwetende, die langs vele festivals reisde en onderweg ook prijzen won. De wildcard van het Nederlands Film Fonds was één van die prijzen waarmee deze film over een jongeman, zijn zoektocht naar het vreemde gevoel, een meisje, en nog een meisje, bekroond werd. Met die wildcard maakten ze Nocturne – wat een film werd over het spanningsveld tussen de wereld voor en de wereld achter de ogen. Maar het werd ook een film over film maken – de koortsdroom van een jonge regisseur op de vooravond van zijn debuut, zijn angsten, zijn demonen en zijn dromen.
Cruciaal voor Van der Valk is de aanwezigheid, de betrokkenheid en eerlijkheid van zijn familie van makers, met wie hij trouw zijn zoektocht deelt; zijn broer Vincent van der Valk, maar ook co-scenarist Jeroen, producer Erik Glijnis, componist Eren Önsoy, editor Lot Rossmark en vele anderen reizen al even mee, en hen neemt hij ook weer mee verder in nieuwe projecten. We spreken over zoeken en samenwerken, hoe de inhoud zich met de vorm verbindt en het spel en de speelsheid van Viktor’s maakproces.
Nocturne creëert op een eigenzinnige manier zijn eigen referentiekader, met verwijzingen naar andere makers, andere films, en film als artistieke ambacht. Kan je me vertellen over het maakproces en hoe je de film hebt vormgegeven?
VIKTOR: Het winnen van enkele prijzen met onze vorige film, Onno de Onwetende, was geloof ik het begin. Eén van die prijzen was de wildcard van het Nederlands Film Fonds – waarmee je verondersteld werd een korte film te maken. Maar, nadat we die prijs wonnen dachten we – wat is onze droom? Onze droom was speelfilms maken. We sprongen in het diepe, maar zeiden: ‘laten we dan maar op ons bek gaan, we gaan een lange film maken.’ Vanuit veel enthousiasme, ambitie en lange brainstormsessies met Jeroen vonden we elkaar in de vraag…
JEROEN: …hoe verhoudt de wereld voor de ogen zich tot de wereld achter de ogen?
VIKTOR: Mijn wereld bestond uit zoveel film, ik leefde echt film, ik keek alleen maar film, en daaruit ontstond de fascinatie voor die vraag. Verlangens, dromen, verbeelding…dat wilden we onderzoeken.


Jullie zijn dus samen tot een idee gekomen? Jij hebt als regisseur Jeroen niet benaderd met een concept?
VIKTOR: Klopt, samen in praatsessies hebben we alles ontdekt. Zo werken we altijd. In het geval van Nocturne maakten we de inhoud van de film ook letterlijk mee: het verhaal van een jonge regisseur in wiens leven allerlei crisissen samenkomen wanneer hij op het punt staat een film te maken. We waren net afgestudeerd en stonden voor al de grote uitdagingen van de volwassenwereld: je wil films maken, maar er moet ook geld verdiend worden, en veel geld hadden we niet voor Nocturne. Het verhaal waarmee we begonnen, viel op dat ogenblik vrijwel volledig samen met waar ons leven zich op dat moment bevond.
JEROEN: Otto e Mezzo van Federico Fellini was ook echt een duw voor ons: het besef dat een film over film maken mocht bestaan. Aanvankelijk zaten we met de angst en de vraag: hoe ver kunnen we gaan in het maken van een film over film maken? Die film gaf ons de moed om over onszelf en onze gedachten te schrijven, en over die arena.
VIKTOR: Het vinden van de juiste vorm die uitdrukking geeft aan de worsteling van het creëren heeft ons uiteindelijk de definitieve duw in de rug gegeven, geloof ik. Bij Onno de Onwetende omschreven we die worsteling als een zoektocht naar de oorsprong van het ‘vreemde’ gevoel, en bij Nocturne vonden we dit meer een wereld ‘voor’ en een wereld ‘achter’ de ogen.
Maar Nocturne gaat ook over een gevoel…een vreemd gevoel.
VIKTOR: Ja, absoluut. Misschien is Nocturne wat dat betreft verder gegaan waar Onno de Onwetende ophield. De reis van Onno concludeerde vrij grillig dat het vreemde gevoel misschien wel nooit begonnen was, omdat het er waarschijnlijk altijd al was geweest. Uiteindelijk vond Onno na deze ontnuchterende conclusie troost in de cinema. Het hoofdpersonage Alex in Nocturne is waarschijnlijk daarom iemand die het liefst in de wereld van zijn cinefiele helden zou leven, en dus ook in de wereld van de cinema. Maar, hoe dieper hij wenst dat het leven een film is, hoe heftiger wellicht datzelfde vreemde gevoel weer opduikt.
Hij beseft: film dient niet als een vluchtroute voor het leven; film heeft juist het leven nodig.
VIKTOR: Beide films zijn in die zin persoonlijk en verkennen arena’s die dicht bij ons staan. Maar, ik geloof dat niet-filmmakers met dezelfde vragen kunnen zitten als deze hoofdpersonages. De vragen waarmee ze zitten zijn of de uiting of de verbeelding van dat ‘vreemde’ gevoel.
De film nodigt uit om intuïtief te begrijpen en roept op tot verbeelden.
JEROEN: Op een bepaalde manier is het ook een zoektocht naar taal.
Het is inderdaad een hele talige film en jullie kozen ervoor om te werken met een verteller, wat tegenwoordig erg bijzonder is en niet altijd gewaardeerd wordt. Is het een bewuste keuze geweest om taal zo’n grote rol te laten spelen?
VIKTOR: Ja, een grappig verhaal: mijn IJslandse familie vertelde me na de première in EYE ook: de film is zo IJslands.
Waarom dan?
VIKTOR: Omwille van taal en de dood als thema – jonge mensen die een fascinatie hebben voor de dood en dat willen benadrukken. Maar ook dus: de taal. In de IJslandse taal heb je geen leenwoorden, en in mijn films gaan we altijd op zoek naar nieuwe manieren om onszelf uit te drukken.
JEROEN: De poëzie vinden in woorden is ook een kracht van jou. Op een virtuoze manier verhaspel je woorden en geef je ze een nieuwe vorm. Het lijkt aanvankelijk een schrijffout, maar eigenlijk is het poëzie. We hebben allebei een liefde voor dat spelen met taal, en het abstracter maken ervan.
VIKTOR: Taal hoort zo bij film – we spreken altijd over geluid en vooral over beeld. Maar, film is ook praten in citaten en met taal spelen.
“Film is ook praten in citaten en met taal spelen.”
Hoe schrijven jullie samen?
JEROEN: Samen schrijven verloopt vrij organisch. We beginnen altijd bij gesprekken en het uitwisselen van ideeën. Van zodra er iets gekristalliseerd is – zoals een thema – gaan we nog meer in die richting verzamelen. Vaak doen we dit individueel, en komen we bij elkaar terug met scènes, monologen, voice-overteksten, beelden, en beginnen we van daaruit weer met bouwen. Vanaf dat moment gaan we samen de structuur en verhaallijn zoeken…en weer heel veel praten.
VIKTOR: Heel leuk is dat. Soms zitten we dan in een kamertje naast elkaar, en af en toe hoor ik Jeroen lachen. Dan ren ik naar hem toe: ‘Wat heb je geschreven?’ ‘Wat heb je geschreven? Oh vet,’ en dan ga ik er weer even mee verder. Maar voor je dat punt bereikt, breng je vooral je tijd door met praten over je onderwerp. Mensen zeggen steeds: het ergste wat een schrijver kan doen, is toch niet-schrijven? Maar het is ook heel fijn om een film te schrijven door er heel veel over te spreken.
Op de vertoning van Nocturne tijdens IFFR vond ik het heel ontroerend dat je met zoveel warmte en liefde sprak over de mensen met wie je de film hebt gemaakt. Je wilde echt benadrukken dat het niet jouw film was, maar die van jullie.
JEROEN: Wat ik heel bijzonder vind aan Viktor is de manier waarop hij zijn crew bij elkaar brengt. Het zijn allemaal personen die goed zijn in hun vak, maar ook kritische denkers en makers op zichzelf. Hierdoor mag ik ook een beetje regisseren wanneer we schrijven. Viktor verlangt veel meer van me dan alleen het aanleveren van een verhaal, scènes en dialogen. Ik kan ook met hem nadenken over cameravoering of mise-en-scène, en zo is de cinematograaf Emo Weemhoff vaak ook al in het schrijfproces betrokken. Viktor haalt bij iedereen het makerschap naar boven, waardoor je een familie van makers creëert – een gevoel dat wij heel fijn vinden.
VIKTOR: Dat vind ik ook heel fijn hoor, maar ook altijd wel wat eng. Om samen films te kunnen maken moet ik open blijven staan voor de input van anderen, waardoor ik automatisch de controle deels weggeef. Dat is eng, want je zit met vragen: deelt die ander wel hetzelfde verantwoordelijkheidsgevoel? Vinden zij deze film nu ook het allerbelangrijkste ter wereld, en willen ze ook zoveel tijd investeren in het project? Zitten we op dezelfde lijn? En vooral: denk je beter op dezelfde manier na over de film, of heeft het proces juist nodig dat we er heel anders naar kijken? Het is een gevecht waarin je los moet durven laten om vooruit te komen.
Daarin slagen, daar streef je naar. Ik zou me namelijk pas echt angstig voelen als ik er bijvoorbeeld op de set achter zou komen dat we het met z’n allen zonder bezieling aan het uitvoeren zijn. Dan verlies je niet alleen het plezier van het maken maar zou ik me wellicht ook heel eenzaam voelen. Zoveel van wat Nocturne geworden is, is niet per se wat ik op voorhand dacht dat de film zou zijn. Het is de invloed van anderen. Het is mijn taak om hen genoeg mee te nemen in dat verlangen om te maken, want zij zijn ook echt aanwezig in dat werk.


Denken jullie dat het iets generationeel is? Zijn wij meer op zoek naar verbinding dan vorige generaties?
JEROEN: Misschien zijn wij een generatie die zich langzaam verzet tegen het hiërarchische model en verlangen we meer naar collectiviteit, de gemeenschappelijkheid – geen leider maar allemaal samen verantwoordelijk.
VIKTOR: Leiderschap is in zekere zin wel noodzakelijk denk ik, maar leiderschap is volgens mij niet zeggen: dit is helemaal van mij. Als regisseur is het jouw verantwoordelijkheid om mensen in hun ‘moment’ te laten komen, net zoals ik verwacht dat zij dat ook bij mij doen. Alleen dan kan ik de beste beslissingen nemen. Je bent als maker wel op zoek naar een familie.
Die zoektocht naar familie wijst misschien op hoe we onze identiteit aan film maken ontlenen. Als dat wegvalt, wordt het moeilijker om verbinding te vinden met anderen, want…
JEROEN:…Het zijn je vrienden, familie, het is alles wat je doet.
Je hebt ook die familie nodig om een kritische blik op je eigen werk te richten, geloof ik. Als het ooit ‘op’ is, als je ooit klaar bent, ben je zelf de laatste persoon die dat weet.
VIKTOR: Ik bewonder hoe Bela Tarr dierf zeggen: ik ben uitverteld. Het zou iedereen sieren als we wat vaker zouden zeggen: dit onderwerp raak ik niet aan, hier heb ik niet veel over te vertellen. We zouden vaker onze mond moeten houden.
Stilte.
JEROEN: Heb je nog een vraag?
We glimlachen.
…toch nog een vraag, het valt me op dat jullie jezelf erg kwetsbaar durven op te stellen en te zeggen: ik weet het niet, ik ben onzeker. Dat is heel moedig, maar ook heel belangrijk. Film maken is niet precies weten wat je wil doen, dat dan uitvoeren en er al dan niet ‘succesvol’ mee zijn. Maar we hangen wel vaak dat beeld op over onszelf naar de buitenwereld toe.
JEROEN: Volgens mij heeft dat ook te maken met op je knieën kunnen vallen voor iets wat goed is. Als je met passie films maakt, en je tot het uiterste gaat in het analyseren van wie je bewondert, kan je niet anders dan zo bescheiden worden en denken: sorry, ik weet het niet, ik doe maar wat. Ik wil heel graag, maar hier sta ik dan. Het enige wat je kan doen is eerlijk zijn tegenover jezelf en je liefde voor film.
VIKTOR: Helemaal mee eens. Wanneer je spreekt over je filmgoden, of de buitenwereld, of iemand waarin je geïnteresseerd bent – hoe beter je hen leert kennen, hoe minder je lijkt te begrijpen.
JEROEN: En hoe minder je inziet wat je zelf kan.
VIKTOR: Hoe meer kennis je opdoet over film maken, hoe minder je begrijpt. Ik ben erachter gekomen dat door meer films te kijken, het maken van films complexer wordt.
Dat is ook die kwetsbaarheid in jezelf durven zien. Uit het niet weten komt ook het verlangen voort om te maken.
VIKTOR: Als je dat terugbrengt naar onze films, denk ik dat we bovenal daarover eerlijk willen zijn.
JEROEN: Eerlijkheid duurt het langst. En kwetsbaarheid.
Hoe ben je van één van je vroegere films, Steen – die visueel erg verschilt van je latere werk – naar Onno de Onwetende geraakt. Wat is er gebeurd tussen die films?
VIKTOR: Door meer te gaan zien, denk ik. Door een grotere verscheidenheid aan films tot me te nemen. Vroeger begon ik als kind met films maken – samen met m’n broer en vriendjes – na het zien van Apollo 13 en James Bond. Tot mijn Franstalige buurvrouw op een dag zei: nu is het tijd dat jullie zonder pistolen films leren maken. Toen dacht ik: zonder pistolen? Hoe kan dat?
Sindsdien groeide ik erg op in een neo-realistische en naturalistische filmcultuur, met films van onder meer de gebroeders Dardenne. Steen maakte ik in een periode waarin ik dit ook probeerde te doen, na die film heb ik voorgoed afscheid genomen van die stijl: ik verlangde naar iets anders, iets wat voor mij minder veilig werd, ondanks dat deze filmstijl op de filmschool een tendens en graadmeter voor kwaliteit was.
JEROEN: Het idee dat het ontzettend geloofwaardig is als het ‘echt’ is.

Ja, dat is een tendens. Maar je kan de vraag opwerpen: wat is echt dan? Ik vind Nocturne ook heel echt.
JEROEN: Precies, een droom is net zo werkelijk en levend als het leven zelf.
Laten we bespreekbaar maken wat onderhuids beweegt – onze angsten, onze dromen, datgene waarover we niet praten?
VIKTOR: Dat is precies de kracht van film – het verbeelden en de verbeelding prikkelen, invullen wat we niet kunnen zien maar wat er wel is…en daarover spreken. Dat proberen we te doen via onze films.
“Dat is precies de kracht van film – het verbeelden en de verbeelding prikkelen, invullen wat we niet kunnen zien maar wat er wel is…en daarover spreken”
Hoe is dat voor jou dan, als scenarist? Wat is de kracht waaruit jij vertrekt?
JEROEN: Precies wat Viktor zegt, dat is ook de reden waarom wij elkaar gevonden hebben, denk ik. Ik ben ook geen scenarist geworden om heel goed verhalen te schrijven op de traditionele manier, maar omdat ik voelde dat er iets in me zat dat eruit moest. Voor mij was schrijven toevallig iets waarin ik plezier in had, en in combinatie met film was de keuze voor scenarioschrijven snel gemaakt. Om die reden werd ik ook heel gelukkig van Onno de Onwetende maken: je kan vanuit geen enkel scenariohandboek zeggen: dat is een goed verhaal. Het was een gevoel dat we gingen onderzoeken, en vervolgens gingen we dat verbeelden. En precies om die reden hou ik van film, om die reden is film maken anders dan een roman schrijven – je kan in een beeld iets steken dat groter is dan het verhaal zelf. Dat vind ik heel bijzonder en dat probeer ik ook in scenario’s te doen. Via een beeld trachten we het verhaal op te tillen naar iets wat het anders nooit geweest was. Dat is de kracht van film. Samen met Viktor schrijven vind ik om die reden heel fijn. Met hem kan ik dit samen doen: proberen die kracht al te vinden in het scenario.
Kunnen jullie al iets vertellen over de nieuwe film waaraan jullie nu werken, De Fotocamera (werktitel)? Is dat een grote sprong, zijn er dingen die terugkomen?
VIKTOR: We zijn volop aan het schrijven.
JEROEN: We zijn voor het eerst gestart met een idee dat in de realiteit geworteld is, en minder vertrekt uit onszelf. We zijn meer een verhaal gaan schrijven, en ondanks dat dit voor onze samenwerking in zekere zin nieuw was, verliep dat wel heel intuïtief.
VIKTOR: Ik denk toch dat we hoe dan ook nooit helemaal het verhaal gaan vertellen, daar ligt mijn interesse ook niet. Ik ben veel meer geïnteresseerd in die dans tussen al de mensen en elementen waarmee je een film maakt. Maar na Nocturne ontstond wel de drang om meer naar buiten te kijken, naar de wereld, en dan is het heel belangrijk dat je je verhaal heel serieus neemt en je je personages erg tot leven laat komen. Het is zeker zoeken, maar anderzijds denk ik ook: het wordt helemaal niet zo anders, het zal weer erg lijken op onze vorige films, en je zal de constructie weer erg voelen. Maar, we groeien wel als makers.
Filmmaker Shady El-Hamus en talkshow-host Vincent Boy Kars wachten Jeroen en Viktor buiten op het terras op. De nacht nadert en het voelt nog erg warm buiten, we kijken elkaar aan en knikken: ja, we zijn ‘uitverteld’.
VIKTOR: Stuur je ons jouw film ook nog even, of de nieuwe wanneer die klaar is? Ik wil ‘m zien.
KATE: Dat duurt nog wel even.
VIKTOR: Maar we leven ook nog wel even.