Skip to content

Jean Desmets droomfabriek

Het was de grote opkomst van de beweging: van brullende auto’s, elektrisch licht en vliegende machines. Maar ook in de kunsten: zo waren er “de Erwartung” van Schönberg en de flitsende werken van Kandinsky. Begin vorige eeuw was niks te gek. Zo ontstond er óók een nieuw medium: de cinema. De kinderjaren van het bewegende beeld vonden niet plaats in grote musea of concertgebouwen, maar in de bombastische krullerige kermiskarren van Jean Desmet: de kermis exploitant die uitgroeide tot dé verzamelaar van vroege, experimentele cinema.

Door Adriënne van der Werf28 november 2014

still uit Danses Algeriennes (1902)
still uit Danses Algeriennes (1902)

Pionieren

Want experimenteel, dat was het zeker. Makers waren op ontdekkingstocht, op zoek naar de grenzen en mogelijkheden van het nieuwe medium. De do’s and don’ts zoals we deze gewend zijn uit het daarop volgende Hollywood tijdperk, bestonden simpelweg nog niet. Pionieren was het devies. De filmcamera zelf was zelfs nog een bezienswaardigheid op zich, laat staan de bewegende beelden die ‘de gewone mens’ meenam naar onbekende plekken en droomwerelden.

Pittige kost

Als kind uit de Hollywood-generatie is het dan ook vrij moeilijk om te kijken naar een film van tien minuten, waarin een filmcamera op een boot letterlijk de rivierbedding van Egypte filmt. Prachtige beelden, maar zonder geluid of context best wel saai. Een film uit dezelfde periode toont gekleurde beelden van weelderige vrouwen in L’Orgie Romaine. Het verhaal over de losbandige keizer Heliogabalus die zich liet omringen door vrouwen en ze straften door ze voor de leeuwen te gooien. Uiteindelijk raak je in een trance: gefascineerd door het kleurgebruik, random tussenbeelden zonder functie of betekenis, ruisende kaders en tussentitels. De kenmerken van de vroege cinema laat de kijker nog steeds achter in bewondering, waarschijnlijk herkenbaar voor de kermisbezoekers van toen.

Kermisinnovatie

Hoewel de kermis tegenwoordig wordt gezien als ‘plat’ vermaak, was het toen een centrum voor innovatie. In 1907 verruilde Jean Desmet zijn superglijbaan voor de reisbioscoop: de Imperial Bio Grand Cinematograph. Desmet kocht zijn films in het buitenland, met als voornaamste doel hier keiharde guldens mee te verdienen. Hij kocht en distribueerde de films niet alleen voor de artistieke waarde, maar vooral om het volk te vermaken en zo zijn boterham te verdienen. En die boterham werd rijk belegd. Zeker toen hij de filmprogramma’s begon te verhuren aan andere bioscoopexploitanten. Hij wist films in te kopen die mensen echt wilden zien. 100 jaar na dato is zijn collectie een unieke kijk op het entertainment van toen. Zijn verzameling -onderdeel van de collectie van Eye- wordt tegenwoordig gezien als één van de belangrijkste filmverzamelingen ter wereld en staat vastgelegd in de UNESCO Memory of the World Register en de Werelderfgoedlijst.

Back to the future

Na zijn dood, in 1957, werden alle films geschonken aan Eye. Niet alleen de honderden filmblikken liggen in de depots, maar ook velen filmaffiches, publiciteitsmateriaal en mappen vol archiefmateriaal. In de tentoonstelling Jean Desmets droomfabriek – De avontuurlijke jaren van de film (1907-1916) ga je terug in de tijd en herbeleef je nieuwe technologieën, artistieke vindingrijkheid en creatief ondernemerschap. De jaren ’10 lijken verdomd veel op de huidige tijd; met de digitale revolutie worden we overspoeld met nieuwe mogelijkheden.

The Imperial Bio in Groningen
The Imperial Bio op de Grote Markt in Groningen

De tentoonstelling neemt je op een inhoudelijke manier mee in de wereld van Desmet, Op vrijdag 12 december geeft EXPOSED je een hedendaagse kijk op de kermis. Geen Turbo Polyp maar wel klein en Het Groot Vermeack.

Tags

Exposed