Schijnbaar zomaar wat filmbeelden: Een kat. Een moeder die met haar dochter over de straten van New York loopt. Er zwemt iemand in zee. Bloemen. Zonlicht dat een kamer binnenvalt. Een vrouw neemt een foto van een oude grijze man, haar vader? Een gordijn wappert in de wind dat door een open raam heen blaast. Een meisje danst.
Jonas Mekas: Filosofie van het alledaagse
Hij werkte samen met Warhol en Dali, was bevriend met John en Yoko, gaf de kinderen van de Kennedy’s filmlessen en wordt veelal betiteld als de ‘godfather’ van de avant-garde film. Afgelopen januari op de 23ste dag van de maand, overleed filmtitaan Jonas Mekas. Maar achter al dit kunstgeweld schuilt een oprechte, integere en vooral tedere kijk op cinema: Jonas Mekas’ films zijn bij uitstek een ode aan het alledaagse.
Door Benjamin Schoonenberg04 april 2019
Deze beelden – al lijken ze op het eerste gezicht niets met elkaar te maken te hebben – vormen samen een scène uit Outtakes from the Life of a Happy Man, een dagboekfilm van Jonas Mekas gebaseerd op fragmenten gefilmd tussen 1960 en 2000. De scène is kenmerkend voor Mekas’ werk: willekeurig ogende beelden worden in een rap tempo achter elkaar en door elkaar heen vertoond, begeleid door een voice-over van Mekas zelf of door muziek.
Maar Mekas’ films zijn méér dan louter een combinatie tussen beeld, voice-over en muziek. Zo staat in de scène uit Outtakes from the Life of a Happy Man een constante wrijving centraal tussen het alledaagse en de herinnering, tussen het levendige nu van het celluloid, en de wetenschap dat deze beelden iets laten zien wat voorbij is, geweest is.
Mekas’ films, met andere woorden, zijn een reflectie op de werking van het geheugen, van herinneringen. Hoewel de beelden vaak lukraak aan elkaar geplakt zijn, voelen ze niet onsamenhangend. Beelden die dagen of jaren na elkaar gefilmd zijn, kunnen elkaar in Mekas’ films moeiteloos opvolgen: nog geen seconde na een optreden van Velvet Underground in Warhols Factory zien we een baby die over de vloer van een appartement kruipt en weer later schaatsen er mensen over een ijsbaan in Central Park. Maar wat al die verschillende beelden in Mekas’ films bij elkaar doet passen, is dat het lijkt alsof hij in zijn films op zoek is, alsof wat op het scherm te zien is een poging is om een herinnering te achterhalen – zoals je dringend op zoek kan zijn naar iets waarvan je weet waar het ligt, maar het niet kan vinden – associatief tastend door het immense, grillige bos dat het geheugen soms is.
Maar tegelijkertijd doet Mekas nog iets anders; zijn films zijn reflecties in de dubbele zin van het woord. Niet alleen weerspiegelen ze de werking van herinneringen, ze reflecteren er ook op kritische wijze op. Zoals Mekas’ stem in de voice-over van Outtakes from the Life of a Happy Man klinkt: “Memories, they say my images are my memories. No, these are not memories, this is all real what you see, every image, every detail, everything is real”.
“Memories, they say my images are my memories. No, these are not memories, this is all real what you see, every image, every detail, everything is real”
En wat dat betreft zijn Mekas’ films misschien wel filosofisch te noemen: er staat niet zozeer een narratief centraal, maar eerder een onderwerp dat bedachtzaam bevraagd en onderzocht wordt. “Als Descartes vandaag de dag zou leven,” schreef filmmaker Alexandre Astruc, “dan zou hij geen boeken schrijven, maar zou hij zichzelf met een 16mm camera opsluiten in zijn kamer en zijn filosofie op film vangen.” En het is precies in die geest dat het werk van Mekas weet te prikkelen: want hoewel hij zich misschien allesbehalve opsloot in zijn kamer maar juist de straat op ging met zijn camera, is de cinema van Mekas bij uitstek een filosofie van het alledaagse.
Of, zoals Mekas het zelf treffend in de voice-over van zijn eerste dagboekfilm, Walden, weet uit te drukken “I make home movies, therefore I live. I live, therefore I make home movies.”