Lady Bird (2017) zou je kunnen omschrijven als een typisch Amerikaans highschooldrama. Het bevat alle ingrediënten: een puber die ruzie maakt met haar ouders, een eerste zoen, een “prom“, het aanmelden bij colleges. Maar regisseur Greta Gerwig lijkt er genoegen in te scheppen zoveel mogelijk clichés te nemen, om die vervolgens niet uit te werken op de gebruikelijke Hollywood-onzinmanier, maar eerder zoals ze zich waarschijnlijk in de echte wereld zouden ontvouwen. Gaandeweg begin je je af te vragen waarom al die andere films die clichématige plotontwikkelingen toch eigenlijk gebruiken, want vróúw, wat is het verfrissend om Lady Bird het allemaal anders te zien doen.
Lady Bird en de louteringsberg
Simon Boeke zag de coming-of-age film Lady Bird en werd verrast door de levensechtheid. Nu te zien in de bioscoop.
Door Exposed redactie02 mei 2018
‘Klinkt als een saaie film’, hoor ik u nu zeggen. En dat begrijp ik. Regels breken om het regels breken? Hoe voorspelbaar. Maar saai is de film gelukkig helemaal niet. Door dichtbij het titelpersonage Lady Bird te blijven (‘Is that your given name?’ ‘Yes, I gave it to myself’) komen we vrij snel terecht in een situatie waarin het ontwijken of breken van enkele vaste plotformules normaal voelt. En dat is logisch: het leven is nu eenmaal niet als een Hollywoodfilm. Alleen… Waarom ben ik dan toch de hele tijd verbaasd?! Als er één ding is dat de film bijzonder maakt, is het de confrontatie die hij aangaat met de verwachtingen van de kijker. Waarom wordt dat dikke meisje niet gepest? Waarom is dat knappe, rijke meisje niet onaardig? Waarom is Lady Bird niet bezig met haar acne (dat ze dus – oh wonder – gewoon heeft)?
Dat sommige van onze verwachtingen en ideeën over de wereld gebaseerd zijn op representaties uit populaire cultuur is begrijpelijk. Dat die representaties vaak incompleet of zelfs fout zijn, is ook duidelijk. Maar zelfs als ik dan weet dat dat zo is, hoe kan ik dan toch nog verrast zijn als een film die representaties zo op zijn kop zet? Het is (en ik zal even een subplot nemen vanwege spoilergevaar): weten dat knappe, rijke meisjes niet per se onaardig hoeven zijn, dat wel verwachten in zo’n film, die gedachte tijdens het kijken bijstellen (want het is nou eenmaal een film die dat soort clichés doorbreekt), en dan toch verbaasd zijn dat er niet ergens een grote ‘reveal’ komt waaruit blijkt dat ze eigenlijk al die tijd al onaardig was. Dubbeldenk in 1984 is er niks bij.
“Waarom wordt dat dikke meisje niet gepest? Waarom is dat knappe, rijke meisje niet onaardig?”
‘Felrealistisch drama’, zegt u nu. ‘Niks nieuws. Ik keek al films over “normale mensen” toen ik op de peuterspeelzaal zat. Misschien is deze auteur gewoon een beetje naïef.’ Maar dat is het dus niet (en die laatste opmerking was ook echt niet nodig). Het is wel degelijk een soort sprookje (en humoristisch bovendien), waarin een karakter door ontmoetingen met bepaalde sjablonen uit de Amerikaanse highschoolcultuur dingen leert over zichzelf, haar relatie met anderen, en de wereld. In dat opzicht is de film net zo moralistisch als Grease of the Breakfast Club (zie binnenkort ook mijn nieuwe vaste rubriek waarin ik film-‘klassiekers’ afkraak), alleen is de moraal een andere. Meer dan een verhaal waarin een protagonist en zijn omgeving uiteindelijk haar of zijn veronderstelde onvolkomenheden (homo, dik, buitenlander, dinosaurus, etc.) accepteren en omarmen, is Lady Bird een film waarin niemand echt wint, of gelouterd wordt, maar waarin de personages proberen zo goed en zo kwaad als het gaat om hun teleurstellingen en onzekerheden een plaats te geven, zonder dat die een hoger doel lijken te dienen. Net het echte leven.