Wat mode betreft, ben ik niet erg onderlegd. Wat ik wel weet is dat zwart altijd goed is en korte broeken in bijna alle gevallen faux pas zijn. Ook als Raf Simons, de vers aangestelde creatief leider van het deftige Franse modehuis Dior een knielang wit exemplaar draagt, verdient het enige uitleg aan zijn omgeving. Het is warm, antwoordt hij. Onverstoorbaar gaat de Belg verder met zijn werk, want de deadline voor zijn allereerste collectie voor Dior nadert.
Onder de oppervlakte
Gastschrijver Julien besloot voor zijn eerste artikel voor EXPOSED zich onder te dompelen in een wereld waar hij niets vanaf wist: de mode-industrie. Hij bekeek voor ons de documentaire Dior and I (2014) van regisseur Frédéric Tcheng en werd vooral getroffen door het einde.
Door Julien Staartjes07 augustus 2015

De presentatie van deze collectie vormt het zwaartepunt voor de bijzondere documentaire Dior and I. De verwachtingen zijn hooggespannen, de deadline is kort. Aan het begin van de film leert de kijker dat de aanstelling van Raf Simons op veel opgetrokken wenkbrauwen heeft kunnen rekenen. Voorheen ontwierp hij prêt-à-porter voor het minimalistische modehuis Jil Sander, nu moet hij de haute couture-schoenen van de excentrieke John Galliano vullen die met veel kabaal werd ontslagen.
Noem hem Raf, dat vindt hij prettig. In de haute couture zeggen wij meneer, protesteert het atelier. Raf’s Frans is slecht, zijn bewegingen zijn houterig en hij oogt afstandelijk. Het atelier is een hechte groep: warm, toegewijd en op elkaar ingespeeld. De samenwerking met de ijzige vreemdeling dreigt al vrij snel één groot fiasco te worden. Gelukkig is daar Pieter Mulier, Rafs onwrikbare assistent. Charmant als hij is, probeert hij met bloemen en zoete praatjes het atelier om zijn vinger te winden.
“Noem hem Raf, dat vindt hij prettig”
Dior and I
Als Raf het brein is, is het atelier het lichaam van het modehuis. Een lichaam dat zich voedt met Coca Cola Zero en de gedachte dat de geest van Christian Dior nog altijd in het pand rondspookt. Ze cijferen zichzelf volledig weg en draaien overuren: alles staat in dienst van de collectie. Als Dior and I je iets leert, is het wel hoe ontiegelijk veel werk er zit in het maken van een collectie. Het is niet alleen een uitputtend gevecht tegen de klok, ook moet er rekening worden gehouden met vrijwel alles waar je eigenlijk geen rekening mee kunt of wilt houden. Een locatie waar onder de dikke laag stof een verflaag schuil gaat die nog van voor de Verlichting lijkt te komen. Een model dat na de casting bekent dat dit haar eerste modeshow ooit zal worden. Het over het algemeen vrij uitdrukkingloze gezicht van Raf plooit zich naarmate de deadline dichterbij komt steeds zorgelijker.


De kijker heeft hier minder last van. Raf en zijn atelier gaan misschien gebukt onder zenuwslopende stress; de gemiddelde kijker weet anno 2015 al lang dat Rafs debuut een groot succes was. Het is moeilijk de obstakels niet in dit licht te zien en de montage laat ook niet veel spanning toe. De problemen die zich aandienen, worden een paar scènes later met een schijnbaar speels gemak opgelost. De locatie wordt opgevuld met bloemen. Het model valt niet. Het zou een kritiekpunt kunnen zijn op regisseur Frédéric Tcheng dat hij geen echte spanningsboog weet vast te houden, maar dan doe je Dior and I te kort. Het venijn zit in de staart.
Tijdens de prachtige (slow-motion) registratie van de show, wordt pas duidelijk naar wat voor tour de force je hebt gekeken. Maar wat erna gebeurt, is misschien nog wel veel prikkelender. In een zee van flitsende camera’s verdringen de prominenten zich om met Raf op de foto te gaan. Het is allemaal even fabulous en sublime. Plotseling had niemand er ooit aan getwijfeld dat de Grote Raf Simons dit niet zou kunnen doen. Het is het enige moment in de hele documentaire waarop de modewereld zich toont zoals deze voor buitenstaanders bekend staat: grillig en oppervlakkig. Een groter contrast met de rest van de documentaire kun je je haast niet voorstellen.
De documentaire Dior and I draait nu in Eye.