De openingsscène van Michael Manns Thief is iconisch. Een grootse stad is gehuld in duisternis terwijl het onafgebroken regent. Het is de setting voor een bankkraak die vakkundig wordt uitgevoerd door James Caan. In detail volgt Mann hem terwijl hij een fikse kluis openbreekt. Een gevaarlijke spoedklus die goed eindigt. Met zijn buit vlucht hij ongemerkt de stad uit in een lang shot van een rijdende auto in een verlichte straat.
Synthesizers en soundtracks: Tangerine Dream, grootvaders van de vaporwave
In de jaren ’70 verrasten de Duitse electronica-pioniers van Tangerine Dream de muziekwereld met hun bedwelmende en hypnotische composities. Al snel zagen filmmakers ook de cinematografische potentie van de muziek. Op donderdag 2 augustus is in Eye, in het kader van het Dekmantel Festival, gratis een documentaire over de vermaarde band te zien.
Door George Vermij31 juli 2018
Wat al die visuele elementen nog eens versterkt is de muziek. De beelden worden begeleid door een pompend synthesizerritme en serene elektronische klanken. Ze geven de stad een weidse grootsheid mee. Het is die sound die de film een ontegenzeggelijke jaren-80-gevoel geeft en de muziek heeft niets aan kracht ingeleverd. Nicolas Windig Refn probeerde in de openingsscène van Drive voor hetzelfde tempo te gaan als Thief. Het is ook weer de muziek die de film extra kracht geeft met zijn dreunende synths van Kavinsky. Tangerine Dream presenteerde met de soundtrack van Thief al in 1981 een staalkaart van elektronische filmmuziek. Een filmische muziekstijl die je ook terug hoort in vaporwave en in de de soundtracks van Beyond the Black Rainbow van Sinoia Caves en Good Time van Oneothrix Point Never.
Het verhaal van Tangerine Dream is groter dan de muzikale bijdrages die zij leverden voor het witte doek. In Margarete Kreuzers documentaire Tangerine Dream: Revolution of Sound wordt een chronologisch overzicht gegeven van de highs en lows van de band. De creatieve spil is daarbij frontman Edgar Froese die in 2015 overleed.
Door een voice-over, die op basis van zijn eigen woorden na zijn dood werd ingesproken, krijgen we een idee van Froese’s drijfveren en het artistieke pad dat hij afging. Een opleiding tot beeldhouwer voldeed niet aan zijn verregaande creatieve wensen. Daarom ging hij maar de muziek in. In 1965 richtte hij in West-Berlijn de band The Ones op. Die lifte nog mee op beat music die de wereld aan het veroveren was. Eind jaren ‘60 was het psychedelische tij niet meer te keren en dat betekende het einde van The Ones en het begin van Froese’s nieuwe band, Tangerine Dream.
Kreuzers docu bevat wat leuke beelden uit die tijd: Een nette reportage van de Duitse televisie over deze vreemde en luidruchtige muziek. Froese die het heeft over de geestverruimende ideeën achter zijn sound en natuurlijk wat hippies die uit hun dak gaan bij al dat psychedelische geluidsgeweld. Tangerine Dream was in deze turbulente beginperiode nog niet succesvol en na wat omzwervingen door Europa keerde Froese teleurgesteld terug naar West-Berlijn.
De jaren ‘70 zouden Froese en zijn band beter gezind zijn. Een deal met een Duits label resulteerde in het album Atem, dat werd opgepikt door de toonaangevende Britse radio-dj John Peel. Toen hij de plaat in zijn lijst zette van beste albums van 1974, kreeg de band een cultstatus in Engeland. Platen zoals Phaedra en Rubycon zetten de lijn voort. De sound was groots, instrumentaal en in toenemende mate voortgedreven door elektronica. In die tijd experimenteerde de band ook met het geven van ongewone live shows. Filmbeelden die Froese zelf maakte, komen voorbij. En zo zien we de gotische kathedraal van Reims dat in 1974 het bijzondere podium is voor een groot optreden met de legendarische zangeres Nico.
De filmconnectie begon ook in die jaren. Regisseur William Friedkin was bezig met een ambitieus monsterproject. Na het succes van The Exorcist waagde hij zich aan Sorcerer, een remake van Le Salaire de la Peur van Henri-Georges Clouzot. Hij wou voor de film, die zich afspeelt in een helse jungle, bombastische muziek. The Exorcist leunde al sterk op de elektronische soundtrack van Mike Oldfield. Tangerine Dream (die overigens net als Oldfield ook was overgestapt naar Virgin Records) was een logische keuze bij Friedkins epos; de muziek leende zich uitstekend voor de slopende tocht die de film toont. Sorcerer werd echter een grote flop, maar dat betekende niet het einde van Tangerine Dreams banden met Hollywood.
Toen Michael Mann voor zijn debuut een passende soundtrack zocht, kwam hij bij de Duitsers uit. Het klikte tussen hem en Froese, zegt Mann in Kreuzers documentaire. Ze werkten ook samen met de horrorfilm The Keep waarvoor Froese een bijzondere, dreigende score schreef. Mann zou met zijn strakke filmstijl de jaren ‘80 definiëren. Zie bijvoorbeeld zijn voor de TV geproduceerde serie Miami Vice. Tangerine Dream had net zo goed een grote impact op het geluid van dat decennium. Van psychedelische hippies en progressieve krautrockers transformeerde de Duitse muzikanten al snel tot de makers van de geluidsband voor de Amerikaanse overdaad en het materialistisch optimisme.
De gladde synths pasten perfect bij de nieuwe tijdsgeest in Hollywood. Neem het bekende beeld van de jonge Tom Cruise met zijn Wayfarer zonnebril in Risky Business. Tangerine Dream deed de soundtrack. In een droomscène waarin Cruise een verleidelijke vrouw ziet, contrasteert de muziek sterk met de alledaagse suburban setting om zo een onwerkelijke sfeer te creëren. Hetzelfde gebeurt in een sensuele metro-rit waar Cruise en Rebecca de Mornay de liefde bedrijven op de klanken van het hypnotische Love on a real train. Een nummer dat later overigens effectief gebruikt zou worden in de serie Mr. Robot.
Als er zoiets zou bestaan als vaporwave cinema dan zou Miracle Mile daar zeker toe gerekend worden. Een bizarre en originele film die zich afspeelt in een door neonlicht doordrenkt Los Angeles dat op elk moment getroffen kan worden door een atoombom. Tangerine Dream voorzag de film van memorabele muziek die in zijn sierlijke klanken de verleidelijke kunstmatigheid van LA uitstekend weet te treffen.
Toch was het succes in Hollywood geen garantie voor het bijeenhouden van de oorspronkelijke band. Froese traceert in de voice-over de verschillende breuklijnen, maar gaat er niet erg diep op in. Vervolgens kwamen er nieuwe samenwerkingen, en geslaagde en minder geslaagde albums en projecten.
“Tangerine Dream groeide uit tot de makers van de geluidsband voor de Amerikaanse overdaad en het materialistisch optimisme”
Kreuzers documentaire heeft zijn hagiografische kanten, maar is vooral informatief in zijn gebruik van archiefbeelden en uiteenlopende talking heads: Van Queengitarist Brian May tot pioniers binnen de elektronische muziek zoals Jean-Michel Jarre en Hans-Joachim Roedelius. Er zitten leuke momenten tussen zoals een fragment van de experimentele componist Pierre Schaeffer die op bijna wetenschappelijke wijze elektronische muziek uitlegt aan een oud en deftig publiek. Schaeffer was voor Froese een grote inspiratiebron. Het is alleen jammer dat er weinig verteld wordt over de tijd dat David Bowie bij Froese logeerde in Berlijn.
Gelukkig is er in Tangerine Dream: Revolution of Sound ook veel ruimte voor muziek. De film benadrukt terecht de invloedrijke positie die de band heeft en die nog steeds is terug te horen. Als passende afsluiting van Froese’s oeuvre is er de soundtrack die hij maakte voor de game Grand Theft Auto 5. Zijn muziek bleek na al die jaren nog steeds geschikt te zijn voor blitse zonnebrillen, strakke skylines, exotische palmbomen, gedurfde heists, hectische achtervolgingen en natuurlijk een oranje ondergaande zon die schijnt over verfrissende blauwe golven.
Tangerine Dream: Revolution of Sound is gratis te zien op 2 augustus in Eye Filmmuseum, in het kader van het Dekmantel Festival.