Het verdrietige meisje spookt al jaren door mijn hoofd. Door mijn hoofd spoken het verdrietige meisje dat ik zelf was/ben; de verdrietige meisjes die ik op tv zag toen ik jong was; het concept “verdrietig meisje” waar ik mijn scriptie over schreef. Misschien is dit gothiek, een krakend landhuis beneveld met geesten. Daar zijn verdrietige meisjes voor gemaakt: om rond te waren door lange gangen, zich in bed te verschuilen, te verdwijnen.
Verdrietige meisjes als verzetsstrijders
In het kader van de Exposed revolutiemaand, een artikel van Maxime Garcia van As over meisjesverdriet als verzet. Verdrietige meisjes spoken door de wereld en daar moet iets aan gedaan worden. Of juist niet?
Door Maxime Garcia van As31 mei 2018
Verdwijnen. In augustus 2017 was het zelfmoord percentage onder Amerikaanse vrouwen tussen de 15 en 19 gestegen tot het hoogste in veertig jaar. De dodelijkste psychische stoornis is anorexia nervosa: toevallig ook een aandoening waarvan ongeveer negentig procent van de slachtoffers vrouwen zijn. Jaarlijks overlijden in Nederland ongeveer vijfduizend vrouwen aan deze stoornis. Negen procent van de vrouwen in Nederland geven aan depressie te hebben: anderhalf keer zoveel als mannen. Dit alles is persoonlijk. Is het ook politiek?
Op dit moment wordt de film Primal Scream van Liz Magic Laser vertoond bij BAK in Utrecht. In deze korte film stelt een actrice met rustgevende stem typisch therapeutische vragen als “hoe voelde je je daarbij?” Tussendoor zien we mensen reageren op haar vragen. Ze huilen, schreeuwen, draaien heen en weer op hun witte kussens. En ze praten. Over Trump, en Brexit. Eén man zegt dat het voelt alsof de pestkop op de speeltuin hem ineens moet vertegenwoordigen. De therapeutische vrouw vraagt hoe het fysiek voelt. “I can even feel it in my throat. I can’t even speak,” zegt een andere vrouw. “And there’s no point in speaking, because nobody’s listening.” Politiek was altijd al emotioneel.
Achter de Instagram van Audrey Wollen, inmiddels inactief, zat een radicaal project. In de captions van de outfit selfies en Sailor Moon (Japanse tekenfilmserie) screenshots ontvouwt zich een verfijnde feministische denkwijze, die over protest en verzet gaat, maar niet op de manier die je misschien gewend bent. Wollen zet zich af tegen het “hyper-positieve” hedendaagse feminisme, waarbij de nadruk gelegd wordt op hoe sterk en geweldig meisjes zijn en hoe leuk het is om een meisje te zijn. “The problem is,” zegt Wollen in een i-D Magazine interview, “it isn’t really cool and fun to be a girl. It is an experience of brutal alienation and constant fear of violence.” Wollen ontkent niet dat er fantastische dingen zijn aan meisjesheid, maar wil vooral benadrukken dat er achter het zonnige feest van boss bitches nog steeds een giftig, allesomvattend systeem van onderdrukking zit. Soms wordt dat systeem verbloemd door de nadruk op girl power. Who run the world? Girls! Maar eigenlijk: girls don’t really run the world. Patriarchy runs the world. Nog steeds.
Het concept van Wollen draagt de naam sad girl theory en stelt dat er subversieve mogelijkheden schuilen in het leed en verdriet van vrouwen. Door haar pijn te tonen, zichtbaar te maken, naar de voorgrond te halen, maakt de sad girl ook de onderdrukking die haar zo’n pijn doet zichtbaar. “I think that a sad girl’s self destruction, no matter how silent or commonplace, is a strategy for subverting those systems,” zegt Wollen, “for making the implicit violence visible and visceral, for implicating us all in her destruction.”
Het verdrietige meisje spookt door Wollens hoofd, en ook door vele mannenhoofden. In Tears (1932) van Man Ray worden de tranen van een vrouw met glinsterende glazen kralen uitgebeeld. In de jaren ‘60 dook er een parade aan huilende meisjes op in Lichtensteins werk. “Dora, for me, was always a weeping woman,” zei Picasso over een geliefde en muze. “And it’s important, because women are suffering machines.”
Is het subversief van een vrouw om verdriet te tonen, als de (pop)cultuur haar al zo vaak huilend afbeeldt? Als een lijdensmachine? Wat Wollen met haar sad girl theory suggereert is niet een omkering van het gender stereotype, zoals het girl power feminisme. Niet uit het hokje van “emotioneel” klimmen en in het hokje “sterk” gaan zitten. Maar in het hokje blijven zitten, spandoeken voor de ramen hangen: ik zit hier niet zomaar. Niet verdrietig omdat je een vrouw bent en dat nu eenmaal de intrinsieke aard van de vrouw is, maar omdat de situatie van de vrouw verdrietig maakt.
Mijn therapeut heeft een boekenplank vol met Freud. Als ik praat over hoe een eetstoornis voort kan komen uit maatschappelijke conditionering, kijkt ze bedenkelijk. Zolang we psychiatrische problemen als louter individueel zien, worden de onderliggende socio-politieke structuren verbloemd. Dan is de eetstoornis of de depressie gewoon jouw eigen probleem, misschien zelfs jouw persoonlijk falen, en niet het falen van de maatschappij.
“Leren luisteren naar zachte stemmen, in plaats van te eisen dat zachte stemmen luider worden”
Maxime Garcia van As
In Crying Women (2016) heeft Anne Collier afbeeldingen van huilende vrouwen, afkomstig van LP album covers van de jaren 50 tot 80, uitvergroot. “While the original imagery shows a feeble and romanticised staging of feminity (…) the cutouts encourage one to reflect this very staging,” zegt Art Viewer. “Through an act of appropriation, Anne creates a female reciprocal gaze on the subjectification of women and womanhood in the medium of photography.” De reproductie problematiseert de originele afbeelding. Het is misschien vergezocht om te stellen dat Colliers werk explicit suggereert dat deze huilende vrouwen huilen omdat ze onderdrukt worden. Maar het vrouwelijke verdriet dat Collier ten toon stelt heeft toch een politieke ondertoon, een aanklacht juist tegen datgene dat Picasso aan haalt, de vrouw als esthethische lijdensmachine.
Eén reactie op het essentialiseren van de vrouw als ‘emotioneel’, als lijdensmachine, zou zijn om, als vrouwen, ons af te keren van emotie, het ver weg te schoppen. Maar expres niet conformeren is nog steeds conformeren, is nog steeds onvrij. En ik ben het eens met Audrey Wollen: emotie kan een verzetsmiddel zijn. Zoals Audre Lorde zegt in Poetry Is Not a Luxury: “For within living structures defined by profit, by linear power, by institutional dehumanization, our feelings were not meant to survive. Kept around as unavoidable adjuncts or pleasant pastimes, feelings were expected to kneel to thought as women were expected to kneel to men.”
Het ding dat we systeem noemen – het kapitalisme, het patriarchaat, het institutionele racisme, de vele andere manieren van onderdrukking – heeft er baat bij wanneer we emotioneel vervreemd en sociaal geïsoleerd zijn. Wanneer we onze gevoelens diep wegstoppen, onze woede en verdriet, en ze zo onschadelijk maken als eventuele motivatie voor verzet. Wanneer we ons gedragen als rationele, efficiënte, puur productieve, winst-maximaliserende machines. Wanneer we onszelf en de ander ontmenselijken. Wanneer studenten denken dat hun burn-out door hun eigen incompetentie komt en niet door het neoliberale, prestatiegeile beleid aan hun universiteit. Wanneer depressieve mensen denken dat hun somberheid volledig te wijten is aan de stofjes in hun hoofd, en niet verergerd wordt door bijvoorbeeld een precaire woonsituatie. En wanneer vrouwen denken dat hun eetprobleem een kwestie van hun eigen falen is, en niet het falen van de maatschappij. Maar als je je emoties uit en dus deelt, kom je anderen tegen die hetzelfde voelen: voor je het weet begin je de structuren te zien die, naast chemische stofjes en genetische erfenissen, ons allemaal ongelukkig maken.
Zo kan een film als Liz Magic Laser’s Primal Scream ons iets laten zien dat ook protest zou kunnen zijn: niet een coherent, rationeel betoog over de logische consequenties van Trumps verkiezing. Maar huilen. Niet alleen geschreeuwde leuzen, gebalde vuisten, actie, daden, daadkracht. Verzet kan ook gefluisterd worden, twijfelend geuit, in een vraag, een stem die trilt en zachtjes klinkt, een stem die weigert harder te praten, weigert zich verstaanbaar te maken volgens jouw normen, weigert zichzelf te voegen naar jouw ideeën van macht en legitimiteit, die eist dat haar aanwezigheid erkend wordt hoe stil en zacht en twijfelend die ook is. Omdat er waarde is in stille, zachte, twijfelende stemmen. Maar vooral: omdat er waarde is in erkennen dat er meerdere manieren zijn om een mens, een volwaardig subject, te zijn.
Soms moet de steen door het raam. Soms moeten de vuisten gebald, moet er coherent gesproken worden om de ander te overtuigen. Maar de echte omwenteling moet ook nog dieper gaan. De echte omwenteling valt de wortels aan: de wortels die zeggen dat macht bestaat uit geweld, hard zijn, niet huilen, dat wat altijd ‘mannelijk’ is genoemd en altijd al giftig was voor zowel mannen als vrouwen. Audre Lorde zegt ook: the master’s tools will never dismantle the master’s house. Het reproduceren van de macht van de meester is een incomplete revolutie, dat is enkel dezelfde machtsstructuur met andere acteurs invullen. Het feminiene hoeft zichzelf niet te masculiniseren om machtig te kunnen zijn: wij moeten de definitie van “machtig” oprekken tot ook het feminiene erin opgenomen kan worden. Leren luisteren naar zachte stemmen, in plaats van te eisen dat zachte stemmen luider worden. Het feminiene, dat niet alleen aan vrouwen toebehoort, maar dat altijd het minderwaardige is geweest. Een feminien gereedschap om een patriarchaal huis af te breken. Het verdrietige meisje dat door een patriarchaal huis spookt, zich verstopt, verdwijnt, maar altijd ergens anders weer verschijnt. Het verdrietige meisje blijft spoken tot we de revolutie in haar zien: de twijfelende, incoherente, zachte, fluisterende revolutie.