Samenvallend met 100 jaar 16mm-film heeft Eye tien films uit het oeuvre van fotograaf en filmmaker Ed van der Elsken (1925-1990) geremasterd. Van der Elsken maakte graag gebruik van deze handzame filmsoort, die het door het compacte formaat voor veel mensen mogelijk maakte zélf te gaan filmen. Filmmaker Wytse Koetse (1979) laat zich in zijn werk graag inspireren door Ed van der Elsken en andere straatfotografen, zoals de Amsterdamse Jimmy on the Run, waarover Koetse eerder al een documentaire maakte die is opgenomen in de Korte Film Poule van Eye. Koetse neemt ons in gedachten mee de straat op.
Documentairemaker Wytse Koetse over Ed van der Elsken en straatfotografie
Ed van der Elsken legde Amsterdam vast op 16mm-film. Maar wat is er nou zo bijzonder aan straatfotografie en -film, en hoe speelt de drager zelf een rol? Filmmaker Wytse Koetse deelt zijn blik.
Door Michael Oudman21 december 2023

Filmmaker Wytse Koetse
“Schieten op straat is verslavend, je wacht op dat ene moment dat alleen jij gezien hebt”
Wytse Koetse
“Schieten op straat is verslavend, je wacht op dat ene moment dat alleen jij gezien hebt – zo mooi dat je het wilt delen met anderen, als een heel mooi en uniek sneeuwvlokje dat je gevangen hebt in een doosje en invriest voordat het smelt en is vergaan, zodat je het aan iedereen kunt laten zien. Van der Elskens werk is als een tijdscapsule; je ziet het aan hoe mensen reageren op zijn camera. Om destijds zoiets op straat te zien was nog nieuw, onbekend. Hij neemt je mee naar andere tijden, vangt de tijdgeest met zijn kleding, winkels en auto’s. Je kijkt mee met Van der Elskens ogen, en ziet zo ineens het perfecte beeld van iemand in een rode jas met op de achtergrond een rode brandweerauto; ogenschijnlijke toevalligheden die dagen kosten om te vangen. Waarschijnlijk zijn er ook stapels waardeloze foto’s die technisch misschien goed zijn, maar waarop niets gebeurt. Als straatfotografie makkelijk zou zijn, dan zou het niet zo magisch zijn."

'Beethovenstraat 1967' © Ed van der Elsken
"Het is echt bijzonder om een iconische foto te kunnen maken die in het collectieve geheugen belandt, zoals die foto van drie overstekende vrouwen, die Van der Elsken in 1967 maakte.”
Volgens Koetse zijn het de mensen, de karakters die je tegenkomt op straat, die het tijdsbeeld zo mooi grijpen. In de omgang met die mensen schuilt het volgende belangrijke talent van straatfotografen, vertelt hij. “Je ziet in de reacties van geportretteerden dat Van der Elsken wel een hele coole snuiter moet zijn geweest. Datzelfde geldt voor Jimmy on the Run, die ik volgde voor mijn documentaire. Dat is een hele ontwapenende gast, die fysiek heel dichtbij komt, en bijvoorbeeld de kin van een hele brute vent beetpakt om hem net wat bij te stellen voor het perfecte plaatje. Heel bijzonder dat mensen dat toelaten. Als straatfotograaf kun je niet bang zijn, je moet charmant en brutaal zijn. Ook daarin moet je een kunstenaar zijn.”

Still Jimmy on the Run (Wytse Koetse, NL 2016)

Still Jimmy on the Run (Wytse Koetse, NL 2016)

Still Jimmy on the Run (Wytse Koetse, NL 2016)
Koetse is zelf op jonge leeftijd al begonnen met het editen van eigen films, simpelweg door met een filmrecorder stukjes tv-films op te nemen, dan een andere zender te kiezen, en daarna een stuk uit een andere film op te nemen, om zo een eigen mozaïek te creëren. Zijn vader bleek in die tijd al jaren een ongebruikte Minolta VHS filmrecorder in de kast te hebben liggen, die het startsein gaf voor volledig zelfgemaakte filmpjes, die hij tussen zijn achtste en dertiende filmde, regisseerde en monteerde.
“Eigenlijk begint het maken van een documentaire voor mij altijd hetzelfde. Ik kom een figuur tegen die ik wil vastleggen, vanwege diens humor, absurditeiten – iemand die me inspireert. In Barcelona ontmoette ik een Chinees die van alles regelde voor verhuurders van vakantieappartementen. Ik ontmoette hem op een feestje waar hij de hele tijd aan het bellen was. Dat bleken dus toeristen die klaagden over de buren of omdat ze geen warm water hadden. Zijn zachtaardige karakter werd overduidelijk uitgebuit door de eigenaren van die krakkemikkige appartementen. Ik heb ‘m daarom gevraagd of ik hem mocht filmen. Dat werd mijn eerste documentaire, Cola Chicken (uitgezonden bij AvroTros). Filmmaken draait in the end toch altijd om dingen die jou als maker fascineren, die je graag wilt delen met anderen. Zoals het moment waarop Chen Chen een Franse vrouw knuffelt die iets daarvoor nog volledig over de rooie was omdat ze niet kon slapen door geluidsoverlast van de bar onder het appartement.”
Na Cola Chicken volgden de documentaires De Benen van Amsterdam (2015) over de meest ambachtelijke fietsenmaker van De Jordaan en Tante Iki (2021) over zijn tante, toneelactrice Sigrid Koetse, die in première ging op het Nederlands Filmfestival in 2021.

Still De Benen van Amsterdam (Wytse Koetse, NL 2015)

Still Tante Iki (Wytse Koetse, NL 2021)

Still Tante Iki (Wytse Koetse, NL 2021)
Op de vraag of Koetse zichzelf een hedendaagse versie van Een fotograaf filmt Amsterdam ziet maken, antwoordt hij ontkennend. Ook 16mm als drager zou nooit het pure uitgangspunt van één van zijn films zijn. “Ik vertel verhalen het liefste vanuit de ogen van één hoofdpersoon. Daar draait alles om, niet direct om de esthetiek. Je gaat daarna filmen op een manier die bij het onderwerp past. Als je onderwerp een kapper met oog voor detail is, die elk haartje ziet, dan film je dat niet vanuit de losse hand. En in een Netflix-documentaire over een seriemoordenaar kunnen homevideo-beelden het juist weer heel spannend maken. Ik kan ook echt genieten van Buren van Frans Bromet, waarin hij camerman, interviewer en journalist tegelijk is. Zijn stijl maakt het allemaal net wat kneuteriger en hilarischer, wat perfect past omdat die mensen allemaal ruzie om niets maken. Als dit strak in beeld gebracht zou zijn, zou dat het verhaal afzwakken.”
Op dit moment is Koetse bezig met een nieuw project, waarvan het verhaal zich nog moet ontvouwen. Hij volgt de oude Fransman Xavier, die al jaren in z’n eentje in Amsterdam woont. Ook hier was een fascinatie voor een ‘personage’ de start van zijn film. “Xavier is een wandelend schouwspel. Als hij bij wijze van spreken alleen maar een kop thee zet, heb ik al een scène. Hij gooit iets om, begint te vloeken. Hij is al jaren op zoek naar een vrouw, en heeft de liefde nooit gevonden. Hij lijkt misschien eenzaam, maar is het niet. De stad is denk ik zijn grote liefde. Toen ik hem vroeg wat voor vrouw Amsterdam zou zijn, zei hij dat het een vurige minares zou zijn.”
Wat Wytse Koetse, Ed van der Elsken en Jimmy on the Run gemeen hebben is dat de straat hun schatkist vol met onvertelde verhalen is. “Je moet je blijven verwonderen over normale dingen, en dat delen met anderen. Het leven is één groot theater, met doelen die behaald worden, intriges, tegenslagen. Er is zoveel te zien. Kijk eens wat mooi! Je loopt er elke dag voorbij. Ik denk dat Ed van der Elsken dat ook vaak dacht: hé stomkop, je loopt maar met je hoofd naar beneden te denken aan morgen, kijk eens naar de parels die voor het oprapen liggen. Ik zal er één voor je pakken en oppoetsen.”