Onverminderd dendert de globalisering door. Het aantal buitenlandse studenten groeit, nieuwe vliegvelden worden geopend, de meest desolate plekken zijn te bekijken via Google Earth – de voorbeelden zijn eindeloos. Dat grote delen van de wereld steeds hechtere banden hebben, is voor velen een enorme vooruitgang. Tegelijkertijd zijn de negatieve gevolgen evident. De vernietiging van de natuur is hiervan een zichtbaar voorbeeld. Maar er zijn ook subtielere veranderingen, zoals de manier waarop mensen zich tot hun omgeving verhouden. Het is een thema dat geregeld opduikt in het oeuvre van de Britse kunstenaar en filmmaker Ben Rivers. Rivers filmt vaak samen met mensen – het idee dat zijn films over mensen gaan verwerpt hij als een reducering van hun complexiteit – die zich onttrekken aan de economische systemen. Doordat ze toevallig op een afgelegen eiland zijn geboren, leven in een min of meer fictionele wereld of zich bewust hebben afgezonderd van de westerse maatschappij.
Filmkunstenaar Ben Rivers: filmmagie in een onttoverde wereld
Het werk van Ben Rivers (1972, GB) bevindt zich op het snijvlak tussen documentaire en fictie. Hij filmt vaak mensen die zich op een of andere manier aan de samenleving hebben onttrokken. Jorik Galama schreef over zijn poëtische werk dat tussen 24 maart en 27 mei te zien zal zijn in het Eye Filmmuseum.
Door Jorik Amit Galama22 maart 2018


Een voorbeeld hiervan is Jake Williams, een oudere man met een kluizenaarsbaard die in een Schots bos woont en de hoofdrol vertolkt in Rivers films This Is My Land (2006) en Two Years at Sea (2011). In deze laatste film, geschoten op sferische zwart-wit 16mm film, zien we Williams voornamelijk in en rond zijn huis keuvelen. Hij zaagt hout in de tuin, wast zich onder een primitieve douche in de keuken en maakt wandelingen door de natuur. Bijna achteloos voltrekt zich vervolgens een wonder. Nadat Williams in slaap is gevallen in een caravan in de tuin, zweeft de caravan een boom in. Hierna zien we Williams vertwijfeld in de deuropening van de caravan naar beneden kijken, in het volgende shot staat hij juist beneden en kijkt naar boven.
Het is een gebeurtenis die de demarcatie tussen fictie en documentaire uitwist en Rivers’ radicale breuk met de traditionele filmkunst toont. De gebeurtenis wordt met dezelfde traagheid als alle andere scènes gefilmd en heeft geen zichtbaar effect op het personage of het verhaal, Williams gaat gewoon door met keuvelen. Het maakt dat ogenschijnlijk normale taferelen, zoals een kat die voor het raam zijn pootjes likt of Williams die in een fauteuil die hij in de tuin heeft neergezet een boek leest, potentiële momenten van magie worden. Wanneer we Williams minutenlang op een zelfgebouwd vlot op een meer zien drijven, eerst zittend, daarna liggend, met slechts een rimpeling in het water die ons eraan herinnert dat we naar bewegend beeld kijken, twijfel je als kijker of er een wonder zal plaatsvinden of dat dit het wonder zelf is.

Rivers meest recente film Urth (2016) vangt aan met een citaat uit The Last Man (1826) van Mary Shelley, waarin de vraag wordt gesteld hoe de wereld eruit zal zien zonder de mens. De vrouwelijke vertelster blijkt zich te bevinden in Biosfeer 2, een constructie in Arizona die een gesloten ecosysteem moet nabootsen. We zien grote plantenkassen, vijvers, verlaten kantoorruimtes en een enkele keer een vrouw die werkt achter een bureau of onder water een glazen raam schoonmaakt. Via de dagboekaantekeningen die de vertelster voorleest komen we er achter dat ze denkt de enige nog levende persoon op aarde te zijn. Ze spreekt over de wisselingen van het zuurstofniveau, onenigheid met de artificiële intelligentie over het belang van wind voor een levend systeem en ze probeert te achterhalen hoe ze in deze toestand terecht is gekomen.
Net als in Rivers films I Know Where I’m Going (2009), waarin een geoloog speculeert over de toestand van de aarde na het verdwijnen van de mens, en Slow Action (2010) waarin eilanden worden gefilmd die door klimaatverandering in de toekomst alternatieve gemeenschappen zouden kunnen worden, gebruikt Urth de tijd van de post-apocalypse als een staat waarin de menselijke verlatenheid wordt uitgedrukt. Het brengt ons daarmee terug naar een premoderne tijd waarin de aarde nog een mysterieuze entiteit was waarop mensen zich slechts met moeite wisten te handhaven. Dat de vertelster uiteindelijk slechts een verzinsels blijkt te vertellen – de wereld is zoals hij nu is en ze besluit naar een winkelcentrum te gaan – maakt dat haar isolatie gezien kan worden als een poging zich een nieuw bestaan in te beelden. Waarna een bezoek aan het winkelcentrum verandert in een terugkeer naar de status quo.

De korte film There Is A Happy Land Further Awaay (2015) speelt zich af in Republiek Vanuatu, een afgelegen vulkanische archipel in de Stille Oceaan. Wat we zien zijn landschappen en kleine scènes met dieren en mensen, vlak voor Cycloon Pam die in 2015 grote delen van de eilanden vernietigde. Een vrouw leest met een vertwijfelde stem het beroemde prozagedicht I Am Writing to You from a Far-off Country van de Belgische dichter Henri Michaux. In het gedicht schrijft een vrouw vanuit een land aan het einde van de wereld naar een persoon in een land dat zij zelf niet kent. Soms vraagt de vrouw die het gedicht voorleest aan Rivers om haar uitspraak van het Engels te corrigeren, en legt daarmee op subtiele wijze de spanning tussen de oorspronkelijke vertelster en de internationale filmmaker bloot.
De inhoud van het gedicht kan samengevat worden als een staat van zijn waarin het onverklaarbare constant op de loer ligt. Er is slechts een zon per maand en in het donker worden dwergen geboren, leeuwen lopen door de straat en vallen je enkel aan wanneer je vlucht, bladeren hebben belachelijk veel nerven en er is onenigheid met de zee. Ze lijken afkomstig uit een wereld waarin de onttovering nog niet heeft toegeslagen, waarin er wel vragen gesteld kunnen worden maar de antwoorden slechts uit jezelf of uit het giswerk van de mensen om je heen kan komen. Dat de taferelen die we zien afkomstig zijn van eilanden die gedeeltelijk vernietigd zijn, maakt van de film een soort zwanenzang. Deze man die met een zwaard over de rand van een vulkaankrater kijkt, deze vrouwenhanden die gele bloemen aan elkaar vlechten, leven ze nog, en, waarom doen ze dit? Met zijn films roept Rivers een gevoel op dat we nog maar zelden ervaren: onverklaarbaarheid.
De tentoonstelling Hito Steyerl, Ben Rivers, Wang Bing is opgezet rond de eerste drie winnaars van de Eye Art & Film Prize. Deze prijs, een initiatief van Eye en het Paddy & Joan Leigh Fermor Arts Fund, heeft als doel jaarlijks een kunstenaar of filmmaker wiens werk op een buitengewone wijze heeft bijgedragen aan nieuwe ontwikkelingen op het grensvlak tussen kunst en film te stimuleren tot nieuw werk.