Los Angeles, 2017. Honderd auto’s staan opgesteld op het dak van een grote parkeergarage. Elke bestuurder heeft een kleine synthesizer in de ene hand en bladmuziek in de ander. Dit is A [for 100 cars] één van de vele voorbeelden waarbij Ryoji Ikeda met zijn audiovisuele werk buiten de museumzalen treedt.
Ikeda: in dialoog met de wereld
Dit is de laatste week dat de tentoonstelling van Ryoji Ikeda te bezichtigen is in Eye (tot en met 2 december). Adriënne van der Werf kijkt daarom nog één keer naar wat zijn werk zo interessant maakt. Ze onderzoekt de relatie tussen wereld en kunst in het werk van Ikeda.
Door Adriënne van der Werf27 november 2018
De Japanse kunstenaar Ryoji Ikeda maakt audiovisuele installaties waarbij hij teruggaat op de meest elementaire deeltjes van ons universum. Via de grondelementen van beeld, geluid en tekst, biedt Ikeda ons een blik op de essentie van ons bestaan, vaak in zwart en wit. Hij werkt rond de fundamentele elementen die onze natuur en beeldcultuur vormen, zoals moleculaire structuren en de binaire codes waaruit beelden, teksten en video’s zijn opgebouwd. Opvallend is dat de kunstenaar werkt in series. Zo werd de installatie A aangepast vertoond als A [for 100 cars] op het dak van een parkeergarage in LA en afgelopen zomer als A [continuum] in het Centre Pompidou in Parijs. De vraag rest in hoeverre verandert het werk A van betekenis in [Continuum] en [for 100 cars]. Wat voor invloed heeft de ruimte op de betekenisgeving van dit werk?
De serie werken A neemt de standaardisatie van het toon A op 440 Hertz als uitgangspunt. Van 1750 tot 1970 veranderde deze frequentie, oftewel de trillingen van geluidsgolven, constant. De verschillende toonwaarden van de toon A zijn te horen via vijf geluidsboxen in de ruimte. Er ontstaat een resonerende soundscape waarbij je als bezoeker, al lopend door de zaal de veranderingen voelt en hoort. We bevinden ons “in a situation in which everyone perceives this musical experience in their own way, a composition in movement, in perpetual change”, aldus Ikeda zelf over A (continuum) in het Centre Pompidou.
Hoewel A [continuum] in een white cube wordt getoond, breekt Ikeda met deze ruimte door één muur volledig van glas te maken. De bezoeker kijkt uit over de verschillende cafés rondom het museum terwijl de witte rechthoekige ruimte waarin het werk A hoorbaar is, duidelijk een echte museale ruimte is. Er staan vijf zwarte geluidsboxen op wit tapijt waarvan de installatiewereld naadloos overgaat in het leven op de stoeptegels buiten. Het geluidswerk lijkt haast te reageren op de visuele ruis buiten het museum. De verschillende tonen A, die je al lopend door de witte ruimte hoort veranderen, staan in contrast met hetgeen zich buiten afspeelt. En toch is het beide ruis. De één visueel, de ander auditief.
Het vermoeden ontstaat dat binnen het werk van Ikeda de twee werelden, die van de semi-private tentoonstellingsruimte en de publieke ruimte, gelijk zijn. De kunstenaar is constant op zoek naar een code, een onderliggend patroon uit de buitenwereld dat hij op een verfijnde manier in de tentoonstellingsruimte kan trekken. Door dit grondpatroon te isoleren van de buitenwereld kan men de kunst ervan zien, maar als deze sterk geabstraheerde manier van het kijken in de wereld wordt gezet ontstaat er poëzie: een direct dialoog tussen werk en wereld.
“De kunstenaar is constant op zoek naar een code, een onderliggend patroon uit de buitenwereld dat hij op een verfijnde manier in de tentoonstellingsruimte kan trekken”
Dit dialoog tussen werk en wereld wordt in A [for 100 cars] verder versterkt. Bepalend is dat de zwarte minimalistische speakers worden ingeruild voor handgeselecteerde soundsystems van de verschillende auto’s. Het medium is geen museaal object meer, maar een getunede auto. Alle auto’s verschillen in stijl, terwijl de zwarte boxen in de tentoonstellingsruimte haast identiek zijn. Alle auto’s hebben een andere kwaliteit speaker en spelen een andere versie van de toon A af. Het idee van verschil en gelijkheid lijkt zo inherent aanwezig te zijn in het medium zelf. Een ander aspect van A, wat in dit werk beter naar voren komt dan in het Pompidou, is de betekenis van standaardisatie. Een manier waarop we als groep een afspraak maken om een de toon A vast te leggen om 440 hertz. Dat idee, uitgevoerd door een groep van honderd bestuurders, lijkt zichtbaar te zijn gemaakt via deze groep van verschillende auto’s.
Ikeda toont vaker werk op verschillende plaatsen. Zo is het werk Test pattern uitgevoerd in een grote zwarte hal tijdens de Ruhrtrienale in Duitsland, maar hetzelfde concept, waarbij Ikeda ons toont hoe elke vorm van data (in een geluid, tekst, foto of video) is opgebouwd uit binaire codes (0 en 1, zwart en wit), zag ook het licht tussen de verschillende reclameborden aan Times Square in New York City. Weer verkiest hij om een medium uit de wereld van de visuele cultuur te verbinden met zijn minimalistische gedachtegoed. De kunstenaar breekt in beide werken los van de white cube of black box: de ruimte die het kunstwerk isoleert van de buitenwereld om ervoor te zorgen dat als autonoom wordt aanschouwt.
In het werk van Ikeda bestaat er geen hiërarchie tussen traditionele tentoonstellingsruimte en publieke ruimte. In A [continuum] betrekt hij de publieke ruimte binnen de museale context van het Pompidou, terwijl in A [for 100 cars] het werk wordt versterkt door het medium en de symboliek van 100 verschillende participanten. Het sterke aan het werk van Ikeda is echter dat het zijn autonomie behoudt als kunstobject, ook in de publieke ruimte. Dit komt mede door de sterke eenduidige stijl die de kunstenaar gedurende zijn carrière heeft weten te ontwikkelen, dat vooral voortkomt uit het grondbeginsel van zijn werk. Ryoji Ikeda toont ons de structuur binnen de chaos van de wereld. In de tentoonstellingsruimte oogt ze steriel, omdat het zich begeeft in een ruimte zonder referentie. Het werk krijgt echter een extra impuls als de publieke ruimte erbij wordt betrokken. Ze gaat een dialoog aan met de chaos waarover zij spreekt en het werk wordt zo de wereld, en de wereld het werk.