Skip to content

Kees Brusse: underacting is het nieuwe acteren

Na De dijk is dicht speelde Kees Brusse in Ciske de Rat zijn tweede grote rol in een Nederlandse speelfilm. Brusse acteerde ‘klein’ en ingetogen. Hij praatte zachtjes, bijna binnensmonds en bewoog op natuurlijke wijze, zonder de toneelmatige, houterige maniertjes en stuntelig van buiten geleerde versjes die het Nederlandse acteren destijds kenmerkten. Het spel van Brusse stond haaks op deze bombastische acteertraditie, waarin acteurs groot en nadrukkelijk speelden en gedragen hun teksten declameerden. Met underacting liet Brusse aan Nederland zien dat ook een andere manier van acteren mogelijk was.

Kees Brusse en Rob de Vries in De overval (NL, Paul Rotha, 1962).

Verinnerlijkt spel

Kees Brusse was sterk beïnvloed door zijn leermeester Cor van der Lugt Meltsert. Deze toneelspeler en regisseur propageerde het verinnerlijkte spelen: de terughoudendheid van de acteur zou bij de toeschouwer als vanzelf een actieve emotionele betrokkenheid oproepen, waardoor er ruimte ontstond voor ontroering. Van der Lugt Meltsert vond de sfeer van een scène belangrijker dan het gesproken woord – voor hem was de manier waarop een acteur zijn tekst uitsprak belangrijker dan de inhoud van die tekst, of de verstaanbaarheid ervan.

Met de leerstellingen van Van der Lugt Meltsert in het achterhoofd ventileerde Brusse zijn kritiek op de Nederlandse film: ‘Men wil het in ons land altijd zo goed kunnen horen. Dat is ook zo’n nadeel van de Nederlandse film: het moet allemaal zo duidelijk zijn. Er wordt in die films niets aan de fantasie overgelaten – het gaat allemaal heel zindelijk en daardoor geestloos.’

In Kermis in de regen, de enige speelfilm die Brusse zou regisseren, kreeg hij de kans te laten zien hoe het volgens hem wél moest. Zelden liet een regisseur zijn spelers zo opzettelijk slordig en onverstaanbaar spreken als in Kermis in de regen. De acteurs praten met een sigaar, patat of een vinger in hun mond, precies zoals Brusse het graag wilde. Als inside joke vragen ze regelmatig ‘Wat zeg je?’ zonder op een antwoord te wachten, omdat ze ongeveer wel weten wat de ander heeft gezegd. Sfeer en realisme waren belangrijker voor Brusse dan de letterlijke tekst.

Niet gek doen

De filmpers reageerde enthousiast op het ‘nieuwe’ acteren van Brusse. Critici hoopten dat dit spel de Nederlandse film nieuw elan zou geven. Tegelijkertijd keerden ze zich massaal af van de ‘oude’ manier van acteren. Zo reageerden ze voor Nederlandse begrippen ongekend heftig op Brusses collega’s. ‘Over het algemeen zijn de acteerprestaties (…) aan de matige tot mistroostige kant’, werd gezegd. Ook noemden ze het acteren ‘dom en kinderlijk’ en vonden ze dat de acteurs zich beperkten tot ‘gek doen’. ‘Als de grote acteurs hun entree maken, slaat het natuurlijke op de vlucht’, schreef een van hen.
Brusse had het acteren in Nederland definitief veranderd.