In februari 1972, na een voorbereiding van zes jaar, streek een achthonderdkoppig gezelschap onder zijn leiding – Stelling was producent, regisseur en scenarist – neer in het dorpje Buren voor de opnamen van Mariken van Nieumeghen, die bijna twee jaar zouden duren. Zowel onder de acteurs als de technici bevonden zich veel amateurs, die tot eind 1973 nagenoeg al hun weekenden en vrije dagen inleverden ten gunste van het project.
De meeste opnamen vonden plaats in de ijzige kou, te midden van modder en rotzooi. ‘Als het maar bruin en vies was, dan was het bijna altijd ook authentiek.’ Maar het harde werken wierp vruchten af: in 1975 werd Mariken van Nieumeghen geselecteerd voor de competitie van het filmfestival van Cannes.