Skip to content

Theo Frenkel, de eerste Nederlandse regisseur in het buitenland

Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog kwam regisseur Theo Frenkel terug uit Berlijn om zich in Nederland te vestigen. Hij had in Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland een reputatie opgebouwd als filmregisseur. In Nederland echter zou hij pas tijdens de oorlog doorbreken als filmregisseur, met een productie van acht lange speelfilms in drie jaar tijd.

Theo Frenkel Sr.
Theo Frenkel Sr.

Bloei in Nederland

Theo Frenkel sr. is bij zijn terugkeer naar Nederland in 1914 volledig gevormd. Hij maakt dus een vliegende start als regisseur; eerst voor Rembrandt Film Co. van Johan Gildemeijer en daarna voor zijn eigen maatschappij Amsterdam Film Cie.

Vooral met Het wrak in de Noordzee (1915) toont Frenkel zijn vakmanschap als regisseur. De mise-en-scène staat ver boven het merendeel van andere in Nederland geproduceerde films. Door in hetzelfde shot meerdere handelingen te tonen, ontstaat er een voor de Nederlandse stille film ongekende dynamiek. Zijn toneelervaring zal hem hierbij zeker van dienst zijn geweest. Daarnaast zijn de ‘onderwaterscènes’ voor die tijd spectaculair. In zijn andere films toont Frenkel zich bovenal een bedreven, doch weinig geïnspireerde regisseur – met uitzondering van het speelse en verrassende De dood van Pierrot. Het wrak in de Noordzee stijgt echter ver boven zijn andere werk uit.

Het wrak in de Noordzee (1915), Theo Frenkel sr.

Onderbelichte periode

Over de jaren die aan deze bloei vooraf gingen, is nooit uitvoerig geschreven. Toch is Frenkels buitenlandse staat van dienst indrukwekkend – hij was niet alleen de eerste Nederlandse regisseur in het buitenland, maar ook nog een heel productieve. Bijna nog interessanter zijn zijn sterke verhalen over die periode, waarover later meer.

Afkomst

Theo Frenkel kwam uit een beroemd Nederlands toneelgeslacht. Zijn vader was de Rotterdamse kapelmeester Maurits Frenkel, zijn moeder Theo Bouwmeester. Zij zou later, onder de naam Theo Mann – Bouwmeester, de geschiedenis ingaan als een van Nederlands beroemdste actrices. Ze was bovendien de zus van de toen al gelauwerde acteur Louis Bouwmeester. De toneelprijzen Louis d’Or en Theo d’Or zijn naar hen genoemd.

Frenkel maakte in 1897 zijn acteerdebuut onder de naam Theo Bouwmeester – een verwijzing naar zijn beroemde moeder en oom. In 1904 maakte hij furore in het door Herman Heijermans geschreven 'In de Jonge Jan', een zogeheten transformatiespel waarin Frenkel verschillende rollen vertolkte. Met dit stuk trad hij ook op in het buitenland – Londen, Parijs, Brussel, Madrid. Gedurende deze tournee kwam hij in contact met Charles Pathé die hem tussen de bedrijven door engageerde voor een filmrol.

Theo Frenkel Sr. as a centurion.
Theo Frenkel Sr. als centurion.

Regie: Groot-Brittannië

Frenkel had de smaak te pakken en na afloop van de toernee kon hij gaan werken voor de Britse producent Cecil Hepworth. Vanaf 1908 werkt hij als regisseur en acteur voor Hepworth in diens studio in Walton-on-Thames. In anderhalf jaar regisseerde Frenkel er meer dan 50 korte eenakters.
In de zomer van 1910 maakte Frenkel de overstap van Hepworth naar Urban. Frenkel werkte voor Urban in zowel de studio’s van Hove (bij Brighton) als in de studio’s die Urban bezat in het Zuid-Franse Nice. In twee jaar maakte hij meer dan 120 films voor Urban.
Twee korte eenakters uit Frenkels Britse periode zijn An Attempt to Smash a Bank en A Woman´s Treachery.

An Attempt to Smash a Bank (1909), Theo Frenkel sr.
A Woman's treachery (1910), Theo Frenkel sr.

Frankrijk

Daarna vertrok Frenkel naar Parijs. Hij kon aan de slag als directeur-regisseur bij Brittannia Films, de Britse tak van Franse maatschappij Pathé Frères, in die tijd de grootste filmproducent ter wereld. Het zou een kort dienstverband worden; in een half jaar tijd (van november 1912 tot mei 1913) regisseerde hij slechts vier films voor Pathé: Light after Darkness, The Orphan, A Whiff of Onions en A Boatswain’s Daughter.

Duitsland

In het voorjaar van 1913 vertrok Frenkel naar Berlijn waar hij voor Oskar Messter en later voor Eiko Film ging werken. Hij nam er elf films op, waaronder de ook in Nederland populaire Der Fürst von Cervelat.

Herinneringen

Een paar jaar na zijn terugkeer naar Nederland schreef Frenkel in juni 1917 voor De Telegraaf een korte reeks bespiegelingen over zijn ervaringen in de filmindustrie, onder de titel ‘Film-Herinneringen’.
Hoewel hij het daarin niet altijd even nauw lijkt te nemen met de waarheid, geven deze stukken toch een aardig inzicht in de filmpraktijk van de jaren tien van de vorige eeuw.

Elk land wat wils

Zo vermeldt Frenkel dat hij bij het schrijven van scenario’s altijd rekening moet houden met de verschillende landen waar zijn films getoond worden: Duitsers willen realisme, Britten idealisme en Amerikanen gaan voor de sensatie.
Ook de filmkeuring werkt in elk land anders: de Duitse censuur verbiedt geweld, terwijl de Britten smullen van een goede moord - maar de Britten zijn hoeders van de goede zeden, terwijl het Duitse publiek juist geïnteresseerd is in moreel en maatschappelijk verval. Kortom, het is moeilijk aan ieders wensen tegemoet te komen.

Still from Alexandra (1922), Theo Frenkel sr.
Theo Frenkel Sr. (voor, derde van links) in Alexandra (1922), Theo Frenkel Sr.

Sterke verhalen

Maar de anekdotes zijn soms erg sterk. Hoogtepunt is Frenkels beschrijving van een scène voor één van zijn Duitse films. Hij schrijft hoe hij, op een baanvak in Königs Wusterhausen even ten zuiden van Berlijn, twee ‘express-treinen’ op elkaar heeft laten botsen. Het zou weliswaar gaan om afgekeurd materieel en de machinisten had hij opgedragen op het laatste moment uit de locomotieven te springen, maar het is totaal onduidelijk voor welke film deze opname zou zijn gemaakt. In geen van de contemporaine bronnen wordt melding gemaakt van het voorval.

Onopgemerkt spektakel?

Opnamen van frontaal op elkaar botsende treinen waren niet uniek voor die tijd. In 1913 werd tijdens de California State Fair een opname gemaakt van twee botsende locomotieven en ook in de collectie van Eye is een niet-geïdentificeerde opname van twee botsende locomotieven opgenomen. Zulke stunts trokken grote groepen mensen en het lijkt niet waarschijnlijk dat een gelijke filmopname in Duitsland in alle stilte is geschied.
Frenkels stukjes lezen als een avonturenroman, maar de oncontroleerbaarheid van zijn anekdotes doet vermoeden dat hij neigde naar wilde overdrijving of fabuleren. Bijna trots schrijft hij dat acteurs en cameramannen hun leven riskeerden bij dit soort opnames, en dat er vaak een grote ravage werd aangericht. Zeker is echter dat hij spectaculaire opnamen maakte in Duitsland.

Sterk staaltje

In een andere anekdote uit zijn 'Film-Herinneringen' beschrijft Frenkel hoe hij een actrice een scène laat spelen waarin ze tussen de rails ligt en een trein over haar heen rijdt. Aan het einde komt zij omhoog, grijpt de buffer van de laatste wagon en weet zich omhoog te werken op de rijdende trein.

Reality check

Het verhaal is wederom sterk, maar er is een vergelijkbare scene bewaard in een andere film van Frenkel: in Genie tegen geweld werpt Adelqui Migliar zich onder een rijdende trein, grijpt de laatste buffer, werkt zich omhoog de trein in en klautert buitenom van coupé naar coupé om uiteindelijk de voortvluchtige criminelen te arresteren.

Genie tegen geweld (1916), Theo Frenkel sr.
Theo Frenkel in Het wrak in de Noordzee (1915), Theo Frenkel sr.