Nieuw formaat slaat aan
Kodak was niet de enige of eerste maatschappij die zocht naar een (onbrandbare) smallere film voor de amateurfilmer, als alternatief voor de zeer brandbare 35mm-nitraatfilm. Meerdere bedrijven brachten alternatieve formaten op de markt, waaronder 17,5mm en 22mm, maar die sloegen niet echt aan. Pathé Frères had in Europa enige jaren succes met een 9,5mm-film (Pathé baby), maar die moest het uiteindelijk afleggen tegen het 16mm-formaat.
Kodaks systeem had vele pluspunten: de Cinekodak-camera was compact en robuust, de film kon eenvoudig worden ingelegd, de ontwikkelkosten waren laag en de film was onbrandbaar. Ook de moderne en peperdure reclamecampagne waarmee Kodak 16mm op de markt bracht zal hebben meegeholpen aan het succes.
Met de Cinekodak-camera begonnen wereldwijd miljoenen amateurfilmers aan een nieuwe hobby. Ook in Nederland werd 16mm populair. Schrijver en filmmaker Dick Laan was één van de eersten die het formaat gebruikte. De smalfilm was bijzonder populair bij reizigers naar Nederlands Indië. H.J.A. Sanders en J.T. Sandberg waren enkele van de velen die hun leven in Nederlands-Indië op 16mm vastlegden.
In 1932 verscheen een vaktijdschrift voor de smalfilmer, 'Veerwerk', met bijdragen van Dick Laan en Johan Hunningher.