Floreren met beperkte middelen
Het relatief kleine en armlastige clubje vrijwilligers waaruit de VNF bestond, slaagde erin binnen een paar jaar een bloeiende filmafdeling op te zetten op basis van de eigen filmcollectie. De verzameling bevatte oude bedrijfsfilms van Willy Mullens, aangevuld met nieuw geproduceerde films. Deze nieuwe films werden zonder uitzondering geproduceerd door Otto van Neijenhoffs maatschappij IWA. Tot groot ongenoegen van concurrerende maatschappijen en de Nederlandse Bioscoopbond (NBB) had hij het alleenrecht op de opdrachtfilms van de VNF.
De collectie groeide gestaag en bestond in 1927 al uit zeventig films. Om deze te vertonen organiseerde de VNF speciale voorstellingen door het hele land. In 1930 bevatte het archief een respectabel aantal van 241 films.