Rotterdam en elders
De Rotterdamse wethouder van onderwijs Arie de Zeeuw ijverde in eigen stad voor navolging van het Haagse voorbeeld. Met resultaat: de Gemeentelijke Schoolbioscoop vestigde zich in het Technisch Scheepvaartkundig Instituut en Museum aan het Haringvliet in Rotterdam. Oud-onderwijzer A.M. van der Wel werd directeur.
Namens de Rotterdamse schoolbioscoop trad Van der Wel op als filmproducent, maar hij regisseerde ook. De films van Van der Wel waren primair voor eigen bioscoop bedoeld, maar vanwege een aanzienlijk tekort aan onderwijsfilms vonden ze ook elders gretig aftrek.
In de meeste gemeenten werden speciale educatieve filmvoorstellingen georganiseerd, al was het niet altijd de gemeente die het voortouw nam. Veel commerciële bioscopen organiseerden – al dan niet zelfstandig –
filmvertoningen voor basisschoolleerlingen. De religieuze en politieke zuilen – protestanten, katholieken, socialisten, liberalen – kwamen met hun eigen oplossingen. Amsterdam kreeg bijvoorbeeld wel een katholieke
schoolbioscoop, maar geen gemeentelijke.
Productiemaatschappij Polygoon begon in de tweede helft van de jaren twintig een reizende schoolbioscoop. Het aantal ‘vaste’ schoolbioscopen groeide echter niet snel, mede vanwege de kosten. Veel scholen wilden zelf bepalen wat zij hun leerlingen lieten zien. Liever lieten zij eigen leerkrachten lantarenplaatjes of dia’s in de klassen vertonen.