Kant-en-klaar
Tot ongeveer 1910 waren het meestal de vertoners die de tekst toevoegden aan een film. Daarna leverden filmproductiemaatschappijen steeds vaker kant-en-klare films, inclusief tussentitels. Soms zaten daar kleine kunststukjes tussen. Deze bedrijven boden tussentitels aan in meerdere talen, wat wel eens leidde tot spelfouten en een enkele vreemde verhaspeling. Bij langere films werden steeds ingenieuzere alternatieven verzonnen voor de steeds terugkerende saaie titelkaarten. Zo kon het publiek vaak informatie halen uit nadrukkelijk in beeld gebrachte brieven, telegrammen, ‘wanted’-posters en andere vormen van geschreven tekst.