Skip to content

Tussentitels

Vroege films waren stil – het was nog niet mogelijk om het geluid direct op een filmstrook te krijgen. Om het publiek voldoende aanknopingspunten te geven voor het verhaal – vooral toen films steeds langer werden – begonnen filmvertoners beelden te onderbreken met stukjes tekst. Dergelijke ‘tussentitels’ verschaften duidelijkheid over onder meer oorzaak en gevolg, tijdsverloop en de verhoudingen tussen personages. Ook werden al snel reclametitels tussen films geplakt.

Rond 1910 nam de lengte van films toe en werden meer tussentitels met steeds specifiekere informatie gemaakt. Aanvankelijk was een tussentitel niets meer dan een gedurende enkele seconden gefilmde titelkaart (een stuk karton met de boodschap in blokletters). Na verloop van tijd werd de typografie kunstzinniger.

Tussentitel of titelkaart. ... Als het verleden spreekt (NL, Onbekend, 1921)

Kant-en-klaar

Tot ongeveer 1910 waren het meestal de vertoners die de tekst toevoegden aan een film. Daarna leverden filmproductiemaatschappijen steeds vaker kant-en-klare films, inclusief tussentitels. Soms zaten daar kleine kunststukjes tussen. Deze bedrijven boden tussentitels aan in meerdere talen, wat wel eens leidde tot spelfouten en een enkele vreemde verhaspeling. Bij langere films werden steeds ingenieuzere alternatieven verzonnen voor de steeds terugkerende saaie titelkaarten. Zo kon het publiek vaak informatie halen uit nadrukkelijk in beeld gebrachte brieven, telegrammen, ‘wanted’-posters en andere vormen van geschreven tekst.

Zichtbaar van ver

Tussentitels hadden een aantal voordelen boven de toelichting van een explicateur of live muzikale begeleiding. Ten eerste werd een tussentitel van tevoren gemaakt, terwijl de kwaliteit van een live toelichting afhankelijk was van het improvisatievermogen van de explicateur. Ten tweede was een tussentitel ook begrijpelijk voor het publiek achterin de zaal – het stembereik van een explicateur had zo zijn beperkingen. Sommige explicateurs maakten er een sport van om hun verhaal zo creatief mogelijk met tekst en tussentitels te combineren.

In de ogen van een moderne toeschouwer blijven de tussentitels van een stille film ontzettend lang in beeld. Om ook de langzame lezers van dienst te zijn, maakten filmdistributeurs elke tussentitel zo lang zichtbaar dat het gemiddelde publiek hem drie keer kon lezen. Een andere tijdsduur die werd gehanteerd was één seconde per woord plus enkele seconden voor de titelkaart als geheel. Niet alleen werd met langzame lezers rekening gehouden, maar ook met vertoners die een film expres iets te snel afspeelden om meer films in een programma te kunnen passen. Die verhoogde snelheid hinderde het publiek niet, zolang ze de tussentitels maar konden volgen.