De eerste jaren
In maart 1965 richtten De la Parra en Verstappen Scorpio Films op, hun eigen filmproductiemaatschappij. Het eerste jaar als producent leverde het duo meteen al een paar spraakmakende korte films op: De la Parra's debuut Aaah ... Tamara werd geselecteerd voor het filmfestival van Cannes en het provocatieve Schermerhoorn van Mattijn Seip werd door de filmkeuring verboden. Dit verbod veroorzaakte een kleine rel, aangezien de film met geld van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk was geproduceerd. Het als 'vrijpostig' getypeerde Heart Beat Fresco van De la Parra doorstond de keuring op het nippertje.
Scorpio’s eerste speelfilm was De minder gelukkige terugkeer van Joszef Katús naar het land van Rembrandt, geregisseerd door Wim Verstappen in het voorjaar van 1966. De enthousiaste ontvangst van deze film in binnen- en buitenland plaatste ‘Pim en Wim’ vanuit het niets in de internationale voorhoede. De filmmakers zagen hun ideeën over filmproductie bevestigd: de film had minder dan 10.000 gulden (4500 euro) gekost en was zonder subsidie gemaakt, iets wat destijds volstrekt ongekend was. Binnen een paar jaar na uitbreng van deze eerste film produceerde de maatschappij Liefdesbekentenissen en Obsessions.